Stefan Zweig, verdreven Europeaan

Leo Frijda

vrijdag 18 februari 2011

De columns van de afgelopen twee jaar gingen vaak over schrijvers die meenden het jodendom in meer of mindere mate achter zich te hebben gelaten maar daarna hardhandig een andere werkelijkheid onder ogen moesten zien. Het geldt stellig ook voor Stefan Zweig die daarvan in De wereld van gisteren, Herinneringen van een Europeaan, verslag heeft gedaan. Het boek verscheen in 1942 en wordt nog steeds herdrukt, ook in het Nederlands.

De Joden van de twintigste eeuw, schrijft Zweig aan het eind van zijn autobiografie, waren allang geen gemeenschap meer. Ze hadden geen gemeenschappelijk geloof, ze ervoeren hun Jood-zijn eerder als last dan als trots. Ze waren, meent hij, samengesmolten met andere volkeren, allang meer Fransman, Duitser, Engelsman, Rus dan Jood ... Nu pas werd de Joden voor het eerst sinds eeuwen weer een gemeenschappelijkheid opgedrongen, die ze allang niet meer voelden.

Stefan Zweig is 28 november 1881 in Wenen geboren. In een welvarend Joods gezin. Zijn vader, Moritz Zweig, was textielfabrikant en zijn moeder, Ida Brettauer, was afkomstig uit een bankiersfamilie. Dass man jüdisch war, wurde weder verleugnet noch besonders hervorgeheben, schrijft Oliver Matuschek, de biograaf van Zweig. Voor Zweig was het jodendom iets vanzelfsprekends, in zijn eigen woorden: ebenso wie ich meinen Herzschlag fühle, wenn ich daran denke, und ihn nicht fühle, wenn ich nicht daran denke. Hij was, zo is wel eens opgemerkt, toevallig Joods. In het kosmopolitische Wenen van vóór de Eerste Wereldoorlog heeft Zweig persoonlijk kennelijk weinig last gehad van antisemitisme. Ik moet bekennen, tekent hij op, dat ik noch op school, noch op de universiteit, noch in de letteren ooit maar de minste tegenwerking of geringschatting heb meegemaakt als Jood.

Het gaat Zweig in alle opzichten voor de wind. Al in 1902 komt hij in contact met Herzl die toen redacteur was van de Neue Freie Presse. In die kwaliteitskrant plaatst Herzl een vertelling, Die Wanderung, van de dan nog jonge en onbekende Zweig. Een schrijver was geboren. En Zweig is reislustig, hij gaat naar Berlijn, naar Parijs. Hij is in Engeland en in Italië. Hij ontmoet bekende persoonlijkheden en andere schrijvers. Op een avond in juli 1907 treffen Walther Rathenau en Stefan Zweig elkaar in Berlijn. Ze praten lang over literatuur en politiek en Rathenau geeft Zweig het advies verre reizen te maken, naar India of naar Amerika. Deze wat terloops gemaakte opmerking maakte zoveel indruk op Zweig dat hij vrijwel onmiddellijk naar India is afgereisd. Een aantal reisverhalen van Stefan Zweig is terug te vinden in de latere verzamelbundel Auf Reisen. Daarin staan ook de verslagen van zijn reizen naar India, in 1908 en 1909, en naar Amerika, in 1911. Hierna richt Zweig zijn blik weer op Europa. Nooit heb ik meer gehoopt, schrijft hij in zijn autobiografie, op een vereniging van Europa, nooit meer geloofd in zijn toekomst dan in die laatste jaren voor de Eerste Wereldoorlog, toen wij dachten een nieuw morgenrood te ontwaren. Niet alleen een schrijver was geboren, ook een Europeaan. Maar, voegt hij daar in 1942 aan toe, in werkelijkheid was het al de vurige gloed van de naderende wereldbrand. Ook daarvan doet de verzamelbundel Auf Reisen verslag. En eind jaren dertig beschrijft Zweig hoeveel mensen, voornamelijk Joden, in die tijd onderweg zijn, van huis en haard verdreven. Das jüdische Elend geht heute wie ein unaufhörlicher Strom durch die Welt. Maar nu loop ik op de geschiedenis vooruit.

Of Rathenau en Zweig in 1907 ook over Joodse onderwerpen hebben gesproken, is niet bekend. Ze kenden allebei Herzl persoonlijk en Der Judenstaat was toen al verschenen. Het is dus denkbaar dat ze daarover van gedachten hebben gewisseld. En dan zouden ze het eens zijn geweest want in het zionisme zagen ze allebei niets. De Europeaan Zweig heeft zich altijd verzet tegen nationalistische opvattingen. Joden moeten universeel en kosmopolitisch zijn, een eigen staat is een dwaalweg, zo meent hij. In een brief uit 1920 schrijft hij: Ich sehe die Aufgabe des Jüdischen politisch darin den Nationalismus zu entwurzelen in allen Ländern, um so die Bindung im reinen Geiste herbeizuführen. Zweig zag niet veel in het idee om in einem arabischen Winkel ein Natiönchen zu werden. Unser Geist ist Weltgeist, is zijn opvatting. Deshalb sind wir geworden, was wir sind und wenn wir dafür leiden müssen, so ist das unser Schicksal. Es hilft nichts stolz zu sein auf das Judentum oder beschämt – man muss es bekennen wie es ist und auch so leben, wie es eben unser Schicksal ist, nämlich heimatlos im höchsten Sinne.

Heimatlos im höchsten Sinne want Zweig woonde intussen in Salzburg, in een prachtig huis op de Kapuzinerberg. Midden in Europa. Zo zag hij het. Het worden de jaren van zijn succes met boeken als Sternstunden der Menschheit en Joseph Fouché. In de biografie van Matuschek staat een foto waarop Zweig in Den Haag, bij boekhandel Dijkhoffz, zijn boeken signeert.


De jaren van succes

Eén van de bekendste boeken van Stefan Zweig, Marie Antoinette, verscheen in 1932 en tijdens de kerstdagen van dat jaar stond het bovenaan de bestsellerslijst. Van dit boek waren 1 januari 1933 al 50.000 exemplaren verkocht. Het werd snel anders en de omslag kon niet groter zijn. Hitler kwam 30 januari 1933 aan de macht en 10 mei 1933 brandden in Berlijn ook de boeken van Stefan Zweig. Hij kan het nauwelijks geloven: Nicht ein Protest eines deutschen Schrifstellers gegen das Autodafé von Werfel, von Wassermann, von Schnitzler, von mir! Keiner, keiner, keiner! Nicht mal in einem privaten Brief! Zweig stuurt Freud een aan hem gewijd essay met de bittere opdracht: Dem verehrten Meister im Jahr der Verbrennung sein getreuer Stefan Zweig. En aan Thomas Mann schreef hij: ... die Lüge spannt frech ihre Flügel und die Wahrheit ist vogelfrei; die Kloaken stehen offen und die Menschen atmen ihren Stank wie einen Wohlgeruch.

Al spoedig zal ook Oostenrijk voor Stefan Zweig geen geschikte woonplaats meer zijn, al duurt het nog tot 30 april 1938, kort na de Anschluss, voordat ook in Salzburg zijn boeken worden verbrand. Eén van de studenten zei toen: Im Feuer werf ich das Buch des Juden Stefan Zweig, dass es die Flammen fressen wie alles jüdische Geschreibe. Zweig woonde toen al enkele jaren in Londen en had zijn Triumph und Tragik des Erasmus von Rotterdam al gepubliceerd. In 1934 had Zweig voor een biografie van Erasmus gekozen, omdat Erasmus de eerste bewuste Europeaan was, een strijdbare vredesvriend, die één ding echt heeft gehaat: het fanatisme. Niet ‘de ijdelheid van een enkele natie’, maar ‘een vereniging van Europa in de geest van de humaniteit’, zo leidt Zweig de opvattingen van zijn hoofdpersoon in. Joseph Roth schreef aan Zweig: Das ist das nobelste Buch, das Sie je geschrieben haben ... die Biographie Ihres Spiegelbildes. Zweig zal dat als een groot compliment hebben opgevat.

Maar de humaniteit die Zweig voorstond, heeft het moeten afleggen tegen het geweld. Het maakte hem pessimistisch en depressief. Zweig is steeds verder uit Europa verdreven, tot naar Brazilië waar hij vanaf 1941 is gaan wonen in Petropolis, in de bergen bij Rio de Janeiro. Zonder boeken en met weinig contacten. Hij kon er slecht tegen. Toch heeft hij in die laatste periode zijn wellicht bekendste en ook in Nederland meest gelezen boeken geschreven, De wereld van gisteren en Schaaknovelle. Maar toen Zweig die boeken af had en wist dat ze zouden worden uitgegeven, heeft hij het verschijnen daarvan niet meer afgewacht. Hij had het gevoel nergens meer te kunnen ontkomen aan de golf van onmenselijkheid: Wie weit ich mich auch entfernte von Europa, sein Schicksal ging mit mir. Samen met zijn tweede echtgenote, Lotte Altmann, pleegde hij 22 februari 1942 zelfmoord.

Over de Joden schreef hij in zijn autobiografie: Ze werden uit alle landen verdreven en kregen geen land. Ook Zweig is heimatlos gestorven. Hij is begraven op de katholieke begraafplaats in Petropolis. Hij had echter uitdrukkelijk om een Joodse begrafenis gevraagd en het was een rabbijn, Lemle, die volgens de Joodse gebruiken de begrafenis leidde en Kaddiesj zei.

Dat hij Jood was, heeft de verdreven Europeaan Zweig nooit onder stoelen of banken gestoken. Maar zie je dat ook terug in zijn boeken? Schreef hij ook over Joodse onderwerpen? Daarover volgende week.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009