Ferrara

Leo Frijda

vrijdag 12 juni 2009

In De tuin van de Finzi-Contini’s van Giorgio Bassani (wie heeft het niet gelezen) zegt Giampi Malnate tegen zijn Joodse vrienden dat Ferrara hem goed bevalt en dat hij niet kan begrijpen waarom zij de stad als een graf of een gevangenis beschouwen. Op twee juni bezochten wij Ferrara. De stad is inderdaad ingesloten door de omheining van haar oude muren, maar een graf of een gevangenis, nee. Twee juni was toevallig een Italiaanse feestdag, dag van de republiek, en bovendien een heerlijke, zonnige dag. De ontspannen sfeer van die dag beviel ons en ook de architectuur rond de Duomo maakte indruk. Een prachtige stad, een stad om van te houden zo zeiden we tegen elkaar. En ik kon me nog beter verplaatsen in de liefde van de verteller voor Micòl Finzi-Contini. Maar De tuin van de Finzi-Contini’s is niet alleen de ontroerende geschiedenis van een verloren gegane jeugdliefde. Het is ook het verhaal van de ondergang van de Joodse gemeenschap van Ferrara.

De tuin van de Finzi-Contini’s speelt zich in hoofdzaak af vanaf 1938, ongeveer twee maanden nadat in Italië de rassenwetten waren uitgevaardigd. Joden zijn niet meer welkom op de plaatselijke tennisclub en dat slecht de muur, ook sociaal, tussen de verteller en de Finzi-Contini’s, die de tennisbaan in hun tuin nu ook voor anderen openstellen. Colleges kunnen de Joodse jongeren niet meer volgen en de toegang tot de gemeentelijke bibliotheek wordt hen ontzegd. Zij ervaren Ferrara wel degelijk als een graf of een gevangenis.

Natuurlijk zijn we naar de Via Mazzini gegaan, de straat die vanaf het Piazza delle Erbe langs het voormalige getto loopt - met de San Crispinokapel aan het begin, de nauwe ingangen van de Via Vignatagliata en de Via Vittoria halverwege, nog iets verder de rode bakstenen gevel van het Israëlitische godshuis. Van buiten is niet te zien dat op nummer 95 synagogen en een museum zijn gevestigd. Ik las dat in het nabij gelegen getto zelfs gold dat de synagogen aan de straatkant geen ramen mochten hebben. Bij het binnenkomen vallen de in de muur aangebrachte boxen op waar vroeger giften voor Erets Israel en voor tsedaka in konden worden gedaan. Gelukkig was niet alles slechts van vroeger tijden. De Asjkenazische sjoel, de Scola Tedesca, is gerestaureerd na de verwoesting door de fascisten op Rosj Hasjana 21 september 1941. Deze sjoel is weer in gebruik. Een mooie warme sjoel met houten banken en links 19e eeuws stucwerk van Gaetano Davia en rechts vijf brede ramen. De fraaie Aron Hakodesj markeert de zorgvuldige restauratie.

De bovengelegen Italiaanse sjoel, de Scola Italiana, is niet meer als sjoel in gebruik. De ruimte wordt nu alleen nog benut voor bijeenkomsten. Ik vond het moeilijk om in die wat kale ruimte het verleden terug te roepen. Alleen het klinkende plaveisel van witte en roze ruiten herinnerde nog aan de tijd dat de Finzi-Contini’s hier naar sjoel gingen, door Giorgio Bassani in het begin van zijn roman beschreven. Maar ach, er is meer om je te moeten herinneren. Ook deze ruimte is door de fascisten verwoest en daarna door hen gebruikt als verzamelplaats voor de opgepakte Joden voordat zij naar Duitsland werden getransporteerd.

Ik schreef dat je van buiten niet kunt zien wat de functies zijn van het gebouw aan de Via Mazzini nummer 95. Dat is nu niet meer helemaal waar, want aan weerszijden van de ingang zijn twee gedenkplaten aangebracht ter herinnering aan de 96 Joden uit Ferrara die tijdens de sjoa zijn omgebracht. Eén van de verhalen van Giorgio Bassani (uit Binnen de muren) heet Een gedenkplaat in de Via Mazzini. Geo Josz, uit Buchenwald in Ferrara teruggekeerd (van heel wat verder dan hij feitelijk gekomen was), ziet, lopend door de Via Mazzini, dat een gedenkplaat wordt aangebracht met daarop ook zijn naam. Het is het begin van een schrijnend verhaal over het elkaar niet meer kunnen of willen begrijpen. De inwoners van Ferrara wilden opnieuw beginnen met een schone lei en dachten dat de tijd die alles heelt, die maakte dat ook Ferrara uit de puinhopen herrees en weer de oude werd, uiteindelijk ook Geo Josz tot bedaren zou hebben gebracht, hem zou hebben geholpen weer een normaal leven te leiden, zich weer aan te passen kortom. Aanpassen, het lukt Geo Josz niet en uiteindelijk geeft hij het op en verdwijnt.

De kleine nog overgebleven Joodse gemeenschap van Ferrara (minjan maken is, zo begreep ik, niet eenvoudig meer) mag zich gelukkig prijzen dat door de boeken van Giorgio Bassani haar geschiedenis niet in vergetelheid is geraakt.

De cursieve teksten zijn citaten uit het werk van Giorgio Bassani.

Op de gedenkplaten, zie de foto’s hieronder, staan 96 namen. Bassani schrijft dat 183 Joden, van de 400 die er voor de oorlog in Ferrara woonden, zijn afgevoerd naar Duitsland en daar zijn omgekomen,. Dat komt vrijwel overeen met de aantallen die www.jewishencyclopedia.com noemt. Die website geeft ook verdere informatie over de bloeiende Joodse gemeenschap die Ferrara vanaf de dertiende eeuw heeft gekend. Een voorbeeld van die bloei zijn de vele boeken die in Ferrara zijn gedrukt. Zo heeft Abraham Usque, oorspronkelijk afkomstig uit Portugal, in de periode 1553 tot 1557 meer dan 20 boeken in het Hebreeuws uitgegeven, waaronder in 1555 Or Adonai van Chasdai Crescas. Het bekendste door Abraham Usque uitgegeven boek is de “Ferrara Bijbel”, de eerste uitgave van het oude testament in het Spaans. Het Joods Historisch Museum heeft een exemplaar.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.
Zou er gaarne rondkijken snuffelen en delen met anderen in de vorm van 'n speciaal georganiseerde reis!

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009