Aharon Barak, tot 2006 de president van het Hooggerechtshof van Israël, is als Arik Brick in 1936 geboren in Kaunas, toen Kovno en de hoofdstad van Litouwen. Hij was de enige zoon van Zvi Brick en Leah Katz. I was five years old when I, together with my parents and the rest of the Jews of Kovno in Lithuania - about 29.000 men, women, children and infants - entered the Kovno ghetto. Barak overleeft het doordat hij zes maanden voor de bevrijding van Kaunas uit het getto gesmokkeld is. Hij kon worden ondergebracht in het gezin van een Litouwse boer.
Avraham Tory schrijft in zijn Kovno Ghetto Diary:
Het is de beschrijving van de grote actie van 28 oktober 1941 waarbij bijna tienduizend Joden uit het getto, van wie ongeveer 4.200 kinderen, zijn afgevoerd naar Fort IX en daar zijn doodgeschoten. Ook Jochanan Fein noemt die actie in zijn boek Jongen met viool:
Oktober 1941, zo neem ik aan, stond de vijfjarige Arik Brick eveneens op het Plein der Democraten. In 2006 zal hij als Aharon Barak een belangrijk boek schrijven: The Judge in a Democracy, uitgegeven bij Princeton University Press en nu ook verkrijgbaar als paperback. Barak formuleert helder en toegankelijk. In de uitspraken waaraan hij als rechter meewerkte, verwoordde hij zijn standpunten op een zelfde duidelijke manier. Hierdoor behoort The Judge in a Democracy tot de vrij zeldzame boeken die diepgang hebben en geschikt zijn voor juristen en niet-juristen met interesse in de rol van de rechter in een democratische samenleving.
Tussen het Plein der Democraten in het Kovno van 1941 en de titel van dit boek kan niet zo maar een verband worden gelegd. Het is mij onbekend waarom dit plein zo is genoemd en Barak was in 1941 nog erg jong. Hier past mij bovendien terughoudendheid. Barak zelf sprak maar zelden over wat hij tijdens de sjoa persoonlijk had meegemaakt. Ik maak dat op uit een toespraak die hij heeft gehouden op een conferentie van kinderen die de Holocaust overleefden. Die toespraak kan worden beluisterd op de website van Yad Vashem. Barak stelt zich in die toespraak de vraag of hetgeen hij in zijn jeugd had meegemaakt, invloed heeft uitgeoefend op zijn werk als rechter. Zijn antwoord was: I don’t know. Misschien wel, misschien niet.
Er is, durf ik te zeggen, wel een meer algemeen verband. In zijn rede bij de uitreiking van de Justice of the World Price, in 2006, zei Barak:
Democratie staat in het denken van Barak centraal. In het begin van zijn boek The Judge in a Democracy vraagt hij zich af: Am I a ‘good’ judge? Het antwoord volgt vele bladzijden verder: I regard myself as a judge who is sensitive to his role in a democracy. Rechters dienen de democratie te beschermen. Het is een les, benadrukt Barak, die kan worden getrokken uit wat in de Tweede Wereldoorlog en tijdens de sjoa is gebeurd. Op verschillende plaatsen in zijn boek vind je dat terug. Twee aanhalingen:
Bescherming van de democratie staat voorop. Maar dat is niet genoeg. Concreet moet het ook gaan om de bescherming van mensenrechten. Judicial protection of democracy in general and of human rights in particular is a characteristic of most developing democracies. Democratie, schrijft Barak, cannot exist without the protection of individual human rights. Mensenrechten vormen a normative umbrella. En weer legt Barak een verbinding met de Tweede Wereldoorlog en de sjoa:
De bevoegdheden van het door Barak voorgezeten Hooggerechtshof van Israël en de Nederlandse Hoge Raad zijn niet dezelfde. De Hoge Raad is anders dan het Hooggerechtshof van Israël geen constitutioneel hof. Toch bevat het boek van Barak zoveel fundamentele opvattingen over het werk van de rechter dat het binnen de kringen van onze Hoge Raad niet onopgemerkt is gebleven. Begrijpelijk want Barak raakt onderwerpen aan die ook in de Nederlandse situatie alle aandacht vragen, zoals de relatie tussen wetgever en rechter en het afwegen van conflicterende rechten. Balancing is a way of thinking, zegt Barak. Balancing is a normative process by which one attempts to resolve a clash between conflicting values. The solution is not one of ‘all or nothing’. Steeds opnieuw komt Barak tot een genuanceerde benadering onder afwijzing van alles wat niet in evenwicht is.
Nog één onderwerp waarvoor dat eveneens geldt en waarmee Barak zijn boek besluit: Terrorism and democracy. Israël worstelt met het probleem van terrorisme en zijn Hooggerechtshof dus ook. Binnen het recht moet telkens opnieuw de vraag worden gesteld welke maatregelen geoorloofd zijn, because not every effective means is a legal means. Er zijn rechtsregels en dat betekent dat sometimes a democracy must fight with one hand tied behind its back. Over de taak van de rechter schrijft Barak:
In een door hem in zijn boek aangehaalde uitspraak formuleert Barak het zo:
Nee, national security cannot justify undermining human rights in every case and under all circumstances. Een voorbeeld daarvan is de zaak Beit Sourik Village Council tegen The Government of Israel, waarin het Hooggerechtshof besliste dat bij het plaatsen van de veiligheidsafscheiding onvoldoende rekening was gehouden met de belangen van de inwoners van het klagende dorp. There is no security without the law. Satisfying the provisions of the law is an aspect of national security. De Engelse vertaling van deze uitspraak is op internet te vinden.
Voor internationaal recht geldt hetzelfde. Ik parafraseer Barak: There is no security without the law. Satisfying the provisions of the law is an aspect of international security. Ik parafraseer niet ten onrechte want in Haaretz van vorig jaar valt te lezen dat Barak van oordeel is dat Israël zich moet aansluiten bij het Internationaal Strafhof in Den Haag.
Binnenkort ben ik in Kaunas. Ik hoop ook even naar het Plein der Democraten te gaan. Het boek van Barak scherpt je in dat dit meer moet zijn dan herdenken alleen.