Als afsluiting een column met enkele door mij dit jaar besproken boeken die ik graag nog eens aandacht wil geven. Mijn persoonlijk lijstje 2013 dus.
In het begin van het jaar schreef ik over Die Fünf, de Duitse vertaling van de oorspronkelijk in het Russisch geschreven roman van Vladimir Jabotinsky, in 1880 in Odessa geboren. Die Fünf is een ode aan zijn geboortestad, toen een cosmopolitische en tolerante havenstad. Jabotinsky verbindt de gebeurtenissen in Odessa aan het begin van de vorige eeuw met de lotgevallen van de Milgroms, een familie van geassimileerde Russisch sprekende Joden:
Terugblikkend op het Odessa van zijn jeugd schrijft Jabotinsky ‘dass das Erstaunlichste bei uns damals die friedliche Verbrüderung der Völkerschaften war’. Maar de tijden veranderen. Als Jabotinsky na een periode van afwezigheid weer terug is in Odessa, noteert hij:
Ook nogmaals aandacht voor De heerlijkheid van het leven, de roman van Michael Kumpfmüller. Over zijn boek schreef ik al in 2012 maar pas dit jaar is bij Van Gennep de Nederlandse vertaling verschenen. Indertijd sloot ik mijn column zo af: Kumpfmüller heeft liefdevol over Franz Kafka en Dora Diamant geschreven. De heerlijkheid van het leven is daardoor een waarachtige en ontroerende liefdesgeschiedenis. De titel van de roman is passend, ook al heeft het maar kort geduurd en is de afloop tragisch.
Dit jaar verscheen Kafkas Wien van Hartmut Binder. Op deze uitgave wees ik in mijn column van 11 oktober. Binder heeft werkelijk alles nagegaan wat maar terug te vinden is over Kafka en Wenen, de stad die Kafka zeven keer bezocht. Mede door de vele illustraties geeft het boek een schitterend beeld van het Wenen in het begin van de vorige eeuw.
Eén van de hoofdstukken is getiteld Der Fall Karl Kraus. Karl Kraus, de in Wenen woonachtige satiricus en uitgever van Die Fackel, hield 15 maart 1911 voor de tweede keer een lezing in Praag, in de prachtige feestzaal van hotel Central, en Kafka bevond zich onder zijn gehoor. De lezing van Kraus ging vooral over zijn het jaar daarvoor verschenen essay Heine und die Folgen.
Ik noem dit detail omdat vorige maand een intrigerend en ook wel enigszins curieus boek is verschenen van Jonathan Franzen, de schrijver van De correcties en Vrijheid. In Nederlandse vertaling: Het Kraus-project. Teksten van Karl Kraus zijn afgedrukt samen met uitvoerige voetnoten, vaak langer dan de tekst zelf, vooral van de hand van Franzen maar ook van Paul Reitter en Daniel Kehlmann.
Het eerste essay dat Franzen heeft opgenomen en becommentarieerd is Heine en de gevolgen. Kraus houdt Heine verantwoordelijk voor de in zijn ogen beroerde journalistiek in het Wenen van 1910 en Franzen trekt de kritiek van Kraus door naar deze tijd. En dan komt hij op zinnen als: ‘Wenen 1910 was dus een speciaal geval. En toch kun je volhouden dat Amerika 2013 net zo’n speciaal geval is: opnieuw een verzwakt imperium dat zichzelf van alles wijsmaakt over z’n uitzonderlijkheid terwijl het op weg is naar een apocalyps, of die nu fiscaal of epidemiologisch is, een milieuramp of een thermonucleaire ramp.’ ‘Waar we het allemaal wel over eens kunnen worden is dat we onszelf uitleveren aan de nieuwe media en technologieën, want cool, aan Steve Jobs en Mark Zuckerberg en Jeff Bezos, en hen op onze kosten laten profiteren. Onze situatie lijkt behoorlijk op die van Wenen 1910, behalve dat de krantentechnologie (telefoon, telegraaf, de snelle drukpers) is vervangen door digitale technologie en Weense charme door Amerikaanse coolheid’.
In mijn column van vorige week verwees ik naar het onlangs verschenen boek van Ari Shavit, Mijn beloofde land, en op 16 augustus schreef ik over het al eind 2012 verschenen boek jewsandwords van Amos Oz en Fania Oz-Salzberger. Twee aanraders.
Het boek van Shavit geeft een kijk op de triomf en tragedie van Israël ‘aan de hand van interviews, historische documenten, dagboeken, brieven en zijn eigen familiegeschiedenis. Shavit heeft ‘geleerd dat er in het Midden-Oosten geen simpele antwoorden en ook geen noodoplossingen voor het Israëlisch-Palestijnse conflict te vinden zijn’. Verhalenderwijs laat hij de geschiedenis van Israël zien aan de hand van alle vergissingen die in het verleden zijn gemaakt en hij steekt ook niet onder stoelen of banken dat de huidige situatie bepaald niet vrolijk stemt. ‘Om vrede tussen de twee volken in dit land te bewerkstelligen is waarschijnlijk meer nodig dan een mens kan opbrengen. Zij zullen hun eisen voor wat zij zien als gerechtigheid niet laten vallen. Wij zullen ons bestaan niet willen opgeven.’ Waar Shavit niettemin hoop uit put is de Joodse vitaliteit. ‘Het Israëlische verhaal is een verhaal van vitaliteit, ook als alles lijkt tegen te zitten.’
The atheists of the Book, met deze woorden stellen Amos Oz en zijn dochter Fania Oz-Salzberger zich met een zekere nadruk voor in hun boek jewsandwords. Het is hun persoonlijk gekleurd verhaal over wat de Joden typeert en de Joodse familie bij elkaar houdt. Een boeiend en sympathiek boek want het laat, net als het boek van Shavit, alle ruimte om mee te denken en met hen van mening te verschillen.
Amos Oz en Fania Oz-Salzberger zijn ‘secular Jewish Israelis’. Ze geloven niet in God en de Tora beschouwen ze als een door mensen geschreven boek. Daar voegen zij echter onmiddellijk aan toe dat zij ‘as Jewish atheists, take religion to be a great human invention’. Bovendien, ‘the Hebrew Bible is a magnificent human creation’. En dus vallen de oude geschriften uitdrukkelijk binnen hun gezichtsveld en halen zij die uitvoerig aan om duidelijk te maken wat zij bedoelen: ‘Simply put, our thesis is this: in order to remain a Jewish family, a Jewish family perforce relied on words. Not any words, but words that came from books’.
‘Centuries passed, they (the Jews) migrated, they moved, they ran, they trudged, and they carried the books on their backs’. Ook vader en dochter Oz dragen hun boeken mee. ‘We nonbelievers’, schrijven ze, ‘remain Jews by reading’. Dat wil ik graag onderstrepen.
Tenslotte Goede mensen van Nir Baram, een roman over de terreur onder Hitler en Stalin. ‘Zo magistraal’, schreef Michel Krielaars in de NRC, ‘dat het boeken van Varlam Sjalamov en Vasili Grossman naar de kroon steekt. De wereldliteratuur is verrijkt met een grootse roman. De schrijver woont in Israël, is geboren in 1976, heet Nir Baram en mag zich met één klap een waardig opvolger noemen van zijn beroemde landgenoten Amos Oz en A.B. Yehoshua’.
Ook Amos Oz schreef lovend over Goede mensen:
De vertaling van de roman, die eigenlijk al van oktober 2012 dateert, maar de Bezige Bij heeft vorige maand een goedkope herdruk op de markt gebracht, is van de hand van Hilde Pach. Pach noemt het ‘een van de hoogtepunten van haar vertaaloeuvre’. Bovendien zijn op haar website links naar interviews met Baram te vinden die enige tijd als ‘writer in residence’ in Amsterdam verbleef.