Anders dan Kafka was Egon Erwin Kisch wel goedgekeurd voor het leger. Al op 29 juli 1914 kreeg reserve-korporaal Kisch, hij bevond zich in Berlijn, het bericht zich onmiddellijk bij zijn regiment te voegen. Op het Anhalter Bahnhof was het een drukte van belang, de Duitsers zongen 'die Wacht am Rhein’. De treinreis bracht Kisch via Praag naar Pisek waar het k.u.k. infanterieregiment nr. 11 lag. Pisek was niet het eindstation. Het infanterieregiment rukte al spoedig uit, per trein richting Servië. “Viel zu schöne Mädels schenkten uns in alle Stationen Zigaretten, Schnaps, Feldpostkarten. In Nagymaros brachten uns Jüdinnen (Sommerfrischlerinnen) Blumen, Zigaretten und Obst an die Bahn und sandten uns Küsse nach …”
Op 12 augustus bereikt Kisch Servië en drie dagen daarna noteert hij:
Kisch, ‘der rasende Reporter’, heeft van zijn oorlogservaringen een dagboek bijgehouden, in 1922 gepubliceerd onder de titel Als Soldat im Prager Korps en in 1930 opnieuw uitgegeven onder de titel Schreib das auf, Kisch! Aufbau Verlag heeft dit herdenkingsjaar een herdruk op de markt gebracht. Een Nederlandse vertaling van dit dagboek is helaas niet voorhanden.
Van de verschrikkingen in de loopgraven van België en Frankrijk zijn we ook in ons land goed op de hoogte. We denken dan vooral aan de slag aan de Somme. Van het oostelijk front en de slag aan de Drina weten we minder. In het boek van Koch over de Grote Oorlog beslaat het hoofdstuk Het Oostenrijks-Hongaarse debacle in Servië en Galicië slechts een kleine zeven bladzijden. Kisch en diens dagboek noemt hij niet. Oostenrijk, vat Koch samen, ‘werd verslagen door het kleine Servië en vernederd door Rusland’. De Oostenrijkse verliezen in Servië waren ‘dramatisch hoog’, de helft van de strijdkrachten. In Galicië gold hetzelfde, in drie weken was al de helft van de troepen ‘er doorheen gejaagd’. Ook Praag telde zijn doden, onder wie Wolfgang Kisch, de broer van Egon Erwin Kisch. Als Kisch van de dood van zijn broer hoort, schrijft hij dat zijn ‘glückliches Heim’ nu niet meer bestaat. ‘Dieses Heim ist nun auch befleckt und besudelt von dem wahnsinnigen Schlachten, das durch die Welt geht’.
Kisch heeft van 31 juli 1914 tot 22 maart 1915 onopgesmukt genoteerd wat zich onder zijn ogen afspeelt, eerst in Servië en de laatste twee maanden in Galicië. Onder barre omstandigheden legt hij dagelijks vast wat hij tijdens die oorlogsdagen meemaakt. Over de titel van de herdruk uit 1930 bericht hij in zijn latere samenvatting Ein Reporter wird Soldat:
Reservekorporaal Kisch
Het dagboek van Kisch bevat veel gruwelijke passages. De soldaten die de oorlog in werden gestuurd, waren inderdaad niet meer dan kanonnenvoer. De slag aan de Drina die Kisch heeft meegemaakt, is daarvan een onthutsend voorbeeld. Vooral zijn gedetailleerde beschrijving van de oversteek van deze rivier op 10 september 1914 leest als een nachtmerrie. Een klein stukje tekst is al meer dan genoeg om daarvan een glimp op te vangen:
Over Kisch is gezegd dat hij zonder gebedsriemen door het leven is gegaan en zijn oorlogsdagboek bevat geen aanknopingspunten om daar anders over te denken. Wel vond ik nog de volgende aantekening, Velka Brana, Mittwoch, den 30. september 1914:
Februari 1915 wordt het regiment van Kisch overgeplaatst naar het Russische front in Galicië. Op 18 maart wordt Kisch door een granaat aan het hoofd getroffen. Door deze verwonding kan hij met de trein naar Praag terugkeren. Praag naderend droomt hij ervan weer boeken te lezen, in koffiehuizen te zitten, meisjes te kussen en met vrienden te praten, maar hij onderdrukt die gevoelens en hij dwingt zich aan zijn dode kameraden te denken, ‘an viele hundert tote Freunde, denen keine Heimkehr beschieden war, die verscharrt und unverscharrt in schrecklichen Winkeln Serbiens und Galiziens liegen’.
Overgeplaatst naar Galicië had Kisch op 9 februari 1915 genoteerd:
Een dag later sprak Kisch ‘mit jüdischen Auswanderern’. Het greep hem erg aan.
De arme Joden uit Galicië probeerden te ontkomen. Praag telde eind 1914 al meer dan 10.000 Joodse vluchtelingen. Die gevolgen van de oorlog ontgingen de inwoners van Praag niet. Ook Kafka niet. Daarover volgende week.
Noten:
Egon Erwin Kisch, Schreib das auf, Kisch, Ein Kriegstachebuch, Aufbau Verlag, Berlin 2014 (met achterin Ein Reporter wird Soldat).
Koen Koch, Een kleine geschiedenis van de Grote Oorlog 1914-1918, Ambo, Amsterdam 2010/2014.
De foto van Kisch als reservekorporaal is uit Marcus G. Platka, Der rasende reporter Egon Erwin Kisch, Eine Biographie in Bildern, Aufbau Verlag, Berlin 1998.