De belangstelling voor het werk van Kafka, en daarmee ook voor zijn persoon, is zo groot dat nog steeds naarstig wordt gezocht naar alles wat nog van hem te vinden is. En daar zijn redenen voor.
Zo heeft de Gestapo 8 augustus 1933 alles in de woning van Dora Diamant in beslag genomen, waaronder aan haar gerichte brieven van Kafka en diens laatste dagboeken. Dora Diamant, de levenspartner van Kafka in diens laatste jaren, heeft deze brieven en dagboeken kennelijk niet vernietigd, hoewel Kafka dat haar uitdrukkelijk had gevraagd. De beslissing tot inbeslagname is door een ‘Kanzleiangestellte’ met vermelding van de toepasselijke wettelijke bepalingen geregistreerd. Dat document is teruggevonden. De in beslag genomen brieven en dagboeken zijn spoorloos. Definitief, zo lijkt het.
En dan de nalatenschap van Max Brod waarover de Israëlische rechter 14 oktober jl. heeft beslist dat alles moet worden overgedragen aan The National Library of Israel. De erfgenamen hebben aangekondigd tegen deze uitspraak in beroep te gaan. Het zal dus nog wel even duren tot we zekerheid hebben en de vraag is of er nog belangrijke stukken resteren omdat al eerder gedeelten van de nalatenschap, waaronder originele manuscripten van Kafka, aan het Deutsches Literaturarchiv Marbach en het Oxford Kafka Research Centre overgedragen zijn. Insiders betwijfelen dan ook of in deze nalatenschap nu nog veel van Kafka te vinden is. Wel moeten er in ieder geval nog dagboeken van Max Brod zijn die licht kunnen werpen op de vriendschap tussen hem en Kafka. Talia Kopelman-Pardo, de Israëlische rechter die op de zaak zat, schreef in haar uitspraak over a window into the lives, desires, frustrations and the souls of two of the greatest thinkers of the 20th century.
In één van mijn eerste columns schreef ik over Dora Diamant naar aanleiding van Kafka’s last Love, het boek dat Kathi Diamant over Dora Diamant heeft geschreven. Zie ook mijn column van begin van dit jaar over Die Herrlichkeit des Lebens van Michael Kumpfmüller, de roman die de liefde tussen Kafka en Dora Diamant beschrijft.
De column over Dora Diamant eindigde met de woorden: In Israël moet nog ergens een goudkleurige haarborstel liggen. Dora Diamant had namelijk in 1950 in kibboets Ein Charod de goudkleurige haarborstel van Kafka achtergelaten, dus toch, schreef ik, een stukje van Kafka in Israël en bovendien een talisman ter verzekering van haar eigen terugkeer naar Israël. Daarvan is het echter niet meer gekomen, omdat Dora ernstig ziek werd en 15 augustus 1952 in Engeland overleed.
Die goudkleurige haarborstel is teruggevonden! Kathi Diamant verzorgt samen met de San Diego State University een site over Kafka, het Kafkaproject, waarin zij van haar zoektocht en vondst verslag heeft gedaan. Op de site staat een foto van de haarborstel en ik kreeg toestemming van Kathi Diamant de foto over te nemen. Gaat dat niet wat ver? Een haarborstel? Niet als je tot je laat doordringen welke reis die haarborstel heeft gemaakt, van Duitsland naar Rusland, van Rusland via Nederland naar Engeland, en uiteindelijk naar Israël. Een reis die symbool kan staan voor de lange en moeizame tochten van zovelen.
Over Kafka zijn nog meer wetenswaardigheden te melden. In mijn column van begin september berichtte ik over het nieuwe boek van Reiner Stach, Ist das Kafka? 99 Fundstücke. Alle vondsten van Stach, zo zag ik nu, zijn op franzkafka.de terug te vinden. Stach is de schrijver van een uitgebreide, boeiende en goed leesbare driedelige biografie over Kafka waarvan twee delen al zijn verschenen. Niet alleen de vondsten van Stach zijn een bezoek aan internet waard. Aardig is ook een video waarin Stach een aantal misverstanden over Kafka behandelt.
Onder de vondsten van Stach bevindt zich de in het Hebreeuws geschreven brief van Kafka aan Puah Ben-Tovim. Puah Ben-Tovim (1903-1991) heeft haar herinneringen opgeschreven in een korte bijdrage aan Als Kafka mir entgegenkam, Erinnerungen an Franz Kafka, uitgegeven door Hans-Gerd Koch, Berlijn 1995. Uit die bijdrage enkele citaten:
(...)
Eines Tages erfuhr ich, dass Kafkas Mutter es gerne sehen würde, wenn ich ihrem Sohn ... Hebräischunterricht erteilte.
(...)
Er hing an mir, weil ich der erste “Hebräisch sprechende Vogel” war, der aus Palästina kam ...
(...)
Als ich mich entschloss, nach Berlin zu gehen ... drückte er sein Verständnis in einem Brief aus ...
Kafka schreef zijn oefeningen Hebreeuws in notitieboekjes die bewaard zijn gebleven. Eén van die notieboekjes is terecht gekomen in de verzameling handschriften van Avraham Schwadron en bevindt zich nu in het archief van The National Library of Israel. Het notitieboekje, aldus de archivaris van deze bibliotheek, is uit de tijd dat Kafka les had van Puah Ben-Tovim en Hebreeuwse woorden overschreef bij het lezen van een boek van Josef Chaim Brenner. Zie ook mijn column van 12 februari 2012.
Ik kreeg toestemming van The National Library of Israel om dit gedeelte uit het notitieboekje in mijn column over te nemen. Ik denk dat Aharon Appelfeld dit notitieboekje in Jeruzalem heeft gezien, waardoor hij tegenover Philip Roth kon zeggen:
Nog een laatste wetenswaardigheid als slot. Naar aanleiding van het proces over de nalatenschap van Max Brod vertoonde de Duitse televisiezender Arte 24 oktober jl. de film Kafka, der letzte Prozess van Sagi Bornstein, een film waarover, maar dit terzijde, de meningen uiteenlopen. Aan de pers overhandigde Arte een foto waarop Kafka en Max Brod te zien zouden zijn. Deze foto is in de meeste gevallen zonder commentaar overgenomen, ook bijvoorbeeld in mijn eigen televisiegids van deze week. De foto is echter, daarop is intussen door kenners gewezen, een trucage. Op de oorspronkelijke foto staan Ernst Weiss en Franz Kafka. De oorspronkelijke foto, hieronder links, is te vinden in Franz Kafka, Bilder aus seinem Leben, van Klaus Wagenbach, en toont Ernst Weiss en Kafka aan het strand, waarschijnlijk, schrijft Wagenbach, in Marienlyst. Op de door Arte aan de pers gegeven foto, hieronder rechts, is het hoofd van Ernst Weiss vervangen door het hoofd van Max Brod!
Ernst Weiss is volgens Reiner Stach de enige die naderhand bepaald onvriendelijk over Kafka heeft geschreven. Kafka wird, je länger ich von ihm entfernt bin, desto unsympathischer mit seiner schleimigen Bosheit. Het lijkt me geen reden om Weiss hiervoor te onthoofden. Het is evenmin een reden om zijn deze maand in Nederlandse vertaling verschenen en uit 1936 daterende roman De arme verkwister maar ongelezen te laten.