Lion Feuchtwanger behoort tot de bekendste Duitse schrijvers van de 20e eeuw en zijn werk krijgt sinds de late jaren tachtig opnieuw veel aandacht, maar vrijwel onbekend is dat hij uit een grote, in Beieren wijdvertakte, Joodse familie stamde. Zo begint Heike Specht haar boek Die Feuchtwangers, Familie, Tradition und jüdisches Selbstverständnis im deutsch-jüdischen Bürgertum des 19. und 20. Jahrhunderts (Wallstein Verlag, Göttingen, 2006).
In Succes schreef Feuchtwanger over de advocaat Geyer dat deze uit een Joodse familie stamde die 'de riten en gebeden hoog in ere hield'. Het gold ook voor Feuchtwanger. Zijn ouders, Sigmund Feuchtwanger en Johanna Bodenheimer, waren zelfbewuste Joden die zich aan alle gebruiken hielden. Sigmund Feuchtwanger verkocht elke vrijdag voor één mark zijn margarinefabriek tijdelijk aan een christelijke bedrijfsleider waardoor ook op sjabbat geproduceerd kon worden. En Lion Feuchtwanger moest in zijn jeugdjaren elke ochtend om vijf uur opstaan voor het ochtendgebed en om Hebreeuws te leren voordat om acht uur de lessen op het gymnasium begonnen. Dit alles stond echter de belangstelling voor literatuur en theater niet in de weg. Sigmund Feuchtwanger had een ruime, waardevolle bibliotheek en ging eenmaal per week naar het theater. Daar werd met de kinderen over gesproken. Men voelde zich Jood èn Beier. Ook de Joodse kinderen leerden op school: Bayern ist mein Heimatland, weil ich hier geboren und erzogen wurde.
Voor Lion Feuchtwanger is zijn Joodse identiteit altijd van centrale betekenis gebleven, ook al vind je na enige tijd van een religieus leven niet veel meer terug. In 1907 promoveerde hij op Der Rabbi von Bacherach van Heine en een belangrijk deel van zijn romans heeft een Joods thema. De gevolgen daarvan doen zich onmiddellijk na de machtsovername door de nazi’s gelden. Na een reis naar Amerika kan hij niet meer naar zijn woonplaats Berlijn terugkeren. Vanaf 1933 wonen Feuchtwanger en zijn vrouw Marte in Sanary-sur-Mer in het zuiden van Frankrijk, waar meer Duitse schrijvers een toevluchtsoord vonden.
Feuchtwanger heeft altijd een dagboek met persoonlijke notities bijgehouden. Dat dagboek is echter niet gepubliceerd. Het enige autobiografische werk van Feuchtwanger is Der Teufel in Frankreich (Aufbau Taschenbuch, Berlijn, derde druk 2008). Het is het verslag van zijn internering in 1940 dat hij daarna in New York aan zijn secretaresse dicteerde en dat in 1942 onder de titel Unholdes Frankreich in Londen verscheen. In mei 1940 worden in Frankrijk alle Duitse vluchtelingen geïnterneerd, zonder dat enig onderscheid wordt gemaakt tussen Duitsers die met de nazi’s sympathiseren en zij die voor de nationaalsocialisten hebben moeten vluchten. Feuchtwanger komt in Les Milles terecht. De titel Der Teufel in Frankreich is bedoeld als tegenstelling tot de uitdrukking `leven als God in Frankrijk´, want de omstandigheden in een kamp als Les Milles waren bepaald niet prettig, al was de behandeling van de kant van de Fransen verder niet slecht. Golo Mann, die ook in Les Milles was geïnterneerd, noemt in zijn dagboek Les Milles eine Hölle, in der die französischen Soldaten als gutmütige Teufel fungieren. Wat geïnterneerden als Feuchtwanger het meest zorgen baarde, was de nadering van de Duitsers die een steeds groter deel van Frankrijk veroverden. Om uit de handen van de nazi´s te blijven, wilde men weg uit Les Milles. Uiteindelijk is dat toegestaan en heeft de commandant van Les Milles een trein geregeld: Wir waren fort aus Les Milles, wir brauchten nicht mehr mit gebundenen Händen auf die Schlächter zu warten. Brachte man uns in die Pyrenäen? Vielleicht nach Gurs, wo unsre Frauen waren? Alleen al de beschrijving van die treinreis maakt het de moeite waard dat Wereldbibliotheek ook Der Teufel in Frankreich in de reeks werken van Feuchtwanger opneemt. Uiteindelijk komt de trein in Bayonne, maar na enige tijd wordt weer rechtsomkeert gemaakt omdat het gerucht ging dat de Duitsers daar binnen twee uur al zouden zijn. De treinreis is door Golo Mann Reise des Gespensterzuges genoemd. Weer wordt men geïnterneerd, nu in Saint Nicolas, vlak bij Nîmes. Zowel tijdens de treinreis als in Saint Nicolas zijn velen gevlucht. Marte Feuchtwanger kon intussen uit Gurs wegkomen en wist te bereiken dat ook Feuchtwanger uit Saint Nicolas kon worden opgehaald, verkleed als een oude Engelse dame. Daarmee eindigt Der Teufel in Frankreich.
Hoe het verder is gegaan, kan men lezen in de mooie biografie van Manfred Flügge, Die vier Leben der Marta Feuchtwanger, (Aufbau 2008). Een buitengewoon verhelderend en goed geschreven boek. Net als vele anderen hebben de Feuchtwangers in Marseille geprobeerd om naar Amerika te ontkomen. In hetzelfde huis in Marseille, wachtend op de mogelijkheid om te ontkomen, bevond zich ook weer Golo Mann. Over hem is vorig jaar bij S. Fischer van de hand van Tilmann Lahme een uitvoerige biografie verschenen waarin ook hierover veel te lezen valt. Golo Mann, Heinrich Mann en zijn vrouw Nelly, en ook Franz en Alma Werfel zijn op 13 september 1940 zonder Frans uitreisvisum over de grens naar Spanje gebracht. Deutsche Schriftsteller waren zum Schmuggelgut geworden, schrijft Flügge. Daarna, op 21 september 1940, zijn ook Lion en Marta Feuchtwanger, ieder apart, over de Pyreneeën naar Spanje gegaan. Allen bereikten Lissabon, die Hauptstadt der Melancholie. Op 3 oktober 1940 gingen Golo Mann, Heinrich Mann en Franz Werfel aan boord van de Nea Hellas. Met dat schip ging ook Alfred Döblin naar New York. Feuchtwanger kon op 5 oktober 1940 met de Excalibur wegkomen.
Lion en Marte Feuchtwanger zijn in Amerika in Pacific Palisades gaan wonen. Na Berlijn en Sanary-sur-Mer heeft Feuchtwanger daar voor de derde keer een bibliotheek moeten inrichten. In het boek van Flügge staat een foto van de - jaloers makende - bibliotheek in Sanary-sur-Mer. In Pacific Palisades moet Feuchtwanger weer zo’n mooie bibliotheek hebben gehad. Klaus Mann die daar een keer op bezoek was, schrijft in zijn dagboek dat hij toen ‘diens werkelijk opmerkelijke bibliotheek’ heeft bekeken. Op de foto uit de tijd in Sanary-sur-Mer staan ook Lion en Marta Feuchtwanger. Het is duidelijk dat Marta inderdaad van een ‘exotische schoonheid’ moet zijn geweest. Maar, zo maakt Flügge duidelijk, zij was veel meer. Ein Münchner Jüdin, die zur Weltbürgerin wurde. Haar leven in dienst van, maar zeker ook naast Lion Feuchtwanger heeft Flügge indringend beschreven. Wereldbibliotheek moet maar overwegen ook zijn boek uit te geven. Lion Feuchtwanger overleed in 1958. Marta Feuchtwanger in 1987. In Succes heeft Feuchtwanger in de romanfiguur Johanna Krain ook veel van Marte Feuchtwanger neergelegd.