Is het geloofwaardig dat de helft van de ische Joden een nieuwe holocaust vreest? In Haaretz werd deze verontrustende conclusie uit een aangehaalde opiniepeiling op de voorpagina de wereld ingestuurd.
Ik kom net terug uit Israël. Ik heb daar nooit iemand gesproken die een holocaust vreest. Wel ken ik mensen die denken dat Israël op lange termijn in de gevarenzone komt als het Palestijnse conflict blijft door etteren. Maar een nieuwe holocaust? Dat niet. De vraagstelling is absurd, tenzij men denkt aan een Iraanse atoombom op Tel Aviv, het hart van Israël. Een holocaust met concentratiekampen en gasovens volgens het nazi-recept is ondenkbaar.
Minister van Defensie Benny Gantz heeft de bevolking gerustgesteld en vijanden gewaarschuwd dat “Israël het sterkste leger in het Midden-Oosten heeft.” Zolang Palestijnse terreur in Israëls steden aanhoudt, kunnen diepliggende angstgevoelens niet echt worden getemperd. Zelfs niet door een minister van Defensie. De vertaling van ‘angst’ naar ‘holocaust’ in een opiniepeiling is echter onverantwoord, zaait paniek en klopt niet met de Israëlische realiteit.
De afgelopen weken hebben ernstige onlusten rond en op het Tempelgebied bij de Al-Aksa moskee aangetoond hoe explosief dit conflict is en blijft als de status quo ante (de oude status quo) niet wordt hersteld: te weten dat Joden wel het recht hebben het Tempelgebied te bezoeken, maar er niet mogen bidden.
Dat extreem religieus-nationalistische Israëli’s onder leiding van het Knesset-lid Itamar Ben Gvir er op staan wél op de Tempelberg (waar Salomons tempel stond) te bidden en dat religieuze recht ook willen afdwingen, is zoiets als olie op het vuur gooien. Het lammetje was al door deze fanatici gekocht om tijdens Pesach naar de letter van de Tora op de Tempelberg te worden geofferd. De witte kleding was al aangetrokken en de foto waarop zij trots poseerden, verscheen in de media.
Op het laatste moment hebben de autoriteiten het lammetjes uit handen van de bestormers van de Tempelberg gehaald en enkelen van hen enige uren vastgehouden. Wat de Israëlische autoriteiten echter niet konden was het effect van de foto op Palestijnse heethoofden ‘arresteren’. Zeker nu Israël diplomatieke betrekkingen en bloeiende handel met enkele Arabische landen heeft, is het zaak de Palestijns-islamitische emoties rond de Al-Aksa moskee op de Tempelberg onder controle te houden.
Israëls welkome vrede met enkele soennitisch-Arabische landen plaatst het Israëlisch-Palestijnse conflict in een nieuw perspectief.
Israël heeft wat van zijn militaire vrijheid van handelen tegenover Hamas moeten opgeven om de kersverse vrede met die islamitische landen warm te houden. Per slot van rekening is er als het om Al-Aksa gaat zoiets als islamitische saamhorigheid. De Abraham-akkoorden met de soennitisch-Arabische landen hebben daardoor de onvoorziene functie gekregen van een veiligheidsgordijn voor Hamas in Gaza tegen Israëls militaire overmacht. Daar staat tegenover dat de soennitisch-Arabische landen met Egypte als bemiddelaar Hamas waarschuwen Israël niet te provoceren. Want het is een gezamenlijk Israëlisch-Arabisch belang de jonge doch kwetsbare vredesrelaties te beschermen.