Als ik een ‘normaal’ mens zou zijn, niet gehard door oorlogsgeweld, zou ik hartkloppingen moeten krijgen bij het openen, iedere dag opnieuw, van Ha’aretz op de internetsite, naar het luisteren van Reshet Beth of het bekijken van de Israëlische TV. In plaats van woede over wat ik lees, hoor en zie, ben ik diep bedroefd over het nieuws uit het Joodse land. Het gaat er echt niet goed. Er is reden tot grote ongerustheid. Vanmorgen (zondag) lees ik in Ha’aretz dat zaterdag, sjabbat, weer twee Palestijnse stenengooiers door de bezettingsmacht zijn gedood. In ruim een half jaar zijn dat er achttien. Uit ervaring, opgedaan als correspondent in Israël, weet ik dat een dergelijke escalatie van geweld tot een uitbarsting op grote schaal kan leiden. Een derde Intifada misschien. Er broeit iets.
Er zijn de afgelopen week dingen gebeurd die een schaduw werpen over Israël. Religieus en nationalistisch fanatisme overwoekeren de humane, liberale, democratische orde. U weet het natuurlijk al. Een Charedi, een diepvrome Jood, heeft tijdens de Gay Parade in Jeruzalem met een groot mes zijn godsdienstige woede over de schending van Gods verbod op homoseksualiteit omgezet in moord. Twee doden, enkele zwaar gewonden. Het pijnlijke nieuws over deze misdaad werd de volgende dag gevolgd door een weerzinwekkende brandbomaanval door messiaanse kolonisten op een woonhuis in een dorp nabij Nabloes, op de bezette westelijke oever van de Jordaan. Een kleuter verbrandde levend, de ouders liggen zwaar gewond in een Israëlisch ziekenhuis. Was die afschuwelijke misdaad een reactie op de gewelddadige ontruiming, op last van het Hooggerechtshof van een illegale nederzetting nabij Beit El? Een parlementslid uit de nationalistische regeringscoalitie van Netanjahoe kon zich niet beheersen en zei dat het Hooggerechtshof met bulldozers moest worden platgelegd.
Voor alle duidelijkheid: premier Netanjahoe heeft zowel de aanslag in Jeruzalem op de Gay Parade als die op het Palestijnse woonhuis in zeer scherpe bewoordingen veroordeeld. Dat is verstandig en goed, maar haalt helaas niets meer uit. Hij en zijn aanhangers hebben de controle over de democratische geestesgesteldheid in het Joodse land verloren. Door krachten die sedert de verovering van de Bijbelse gebieden, Judea en Samaria, in 1967, zijn opgeroepen, marcheert Israël met rasse schreden naar een fascistische samenleving. Ik kan een boek schrijven over al degenen die na 1967 waarschuwden voor de gevolgen van de kolonisatie van de Bijbelse gebieden. Ik ken ze. Ik heb ze gehoord, gesproken. In dit Crescas-bestek zal ik geen namen noemen. Maar geloof me: het waren de echte zionisten, de echte Joden, die begrepen dat het strijdig was met de hoogste waarden van het socialistisch zionisme om een ander volk, de Palestijnen, te onderdrukken. Ze voorzagen dat uit deze messiaanse verblinding, een minder democratisch, misschien helemaal niet democratisch Israël, zou ontstaan. De moord op premier Jitschak Rabin in 1995, tijdens een grote vredesdemonstratie in Tel Aviv, door een jonge orthodoxe Jood, Jigal Amir, beschouw ik als symbool van de radicalisering van de Israëlische maatschappij. In NRC schreef ik toen dat het een ‘koningsmoord’ was van Bijbelse dimensie.
Soms denk ik in mijn wanhoop dat de Palestijnen van vreugde van de daken zouden moeten schreeuwen over het geluk dat de Israëlische bezetting over hen is gekomen. Want niet de Palestijnen, maar de Israëlische samenleving is de grote verliezer, nu en in de toekomst, van een onbezonnen beleid. Zionisme en messiaanse emotie gaan niet hand in hand is mijn gevolgtrekking uit het Israëlische drama dat zich voor onze oren en ogen ontvouwt.
P.S.: Zondag 11.32 uur. Radio Israël meldt dat de politie een onderzoek is begonnen naar degenen die president Reuben Rivlin op de sociale media met de dood bedreigen omdat hij zijn afschuw heeft uitgesproken over de brandbomdood van een Palestijnse kleuter.