Ivriet

Salomon Bouman

vrijdag 24 januari 2014

Er zitten te veel gaten in Israëls verdedigingslinie waardoor critici en vijanden de indruk schijnen te hebben aan de winnende hand te zijn. Hoewel Syrië brandt, Irak ontploft, Afghanistan bloedt en Iran zich behendig ontworstelt aan het internationale isolement, krijgt Israël in toenemende mate van de internationale gemeenschap de volle lading. Voor mij is het een niet te verteren gegeven dat het een koekje van eigen deeg is dat op het Israëlische bord belandt.

Ik ken Israël, na er veertig jaar werkzaam te zijn geweest, goed. Ik beheers de landstaal Ivriet volledig, waardoor ik diep in de Israëlische ziel kan kijken. Ik kan u verzekeren dat de Israëlische realiteit u ontgaat als u het Israëlische debat, de Israëlische cultuur - dichtkunst, theater, literatuur - niet in het Ivriet kunt volgen. Dat geldt voor buitenlandse correspondenten die vanuit Israël berichten en door afwezigheid van kennis van de taal de Israëlische emoties missen. Dat gaat ook op voor diplomaten die in Israël worden gestationeerd. Ik zal u een voorbeeld geven.

Toen premier Menachem Begin in 1979 zijn handtekening zette onder het akkoord van Camp David (ontruiming Sinai-woestijn) richtte hij zich via de radio vanuit Washington in het Ivriet tot het Israëlische volk. “Hashemes zorachet min hamizrach,” zei hij, ‘de zon schijnt vanuit het Oosten’. Ik begreep onmiddellijk wat dat betekende. In deze cryptische bewoordingen liet Begin het thuisfront weten dat hij in ruil voor het opgeven van de hele Sinai-woestijn voor vrede met Egypte, Judea en Samaria, de Westelijke oever van de Jordaan, met instemming van president Anwar Sadat voor Israël had weten te behouden. De zon komt immers in het oosten op en schijnt dan eerst over Judea en Samaria, alvorens hoger aan de horizon te klimmen. Het opkomen van de zon daar is een van de mooiste hemelse taferelen. Natuurlijk heeft geen enkele buitenlander, correspondent of diplomaat, die het Ivriet niet machtig is, kunnen begrijpen wat de diepere betekenis was van Begins goed doordachte woordkeus. Menachem Begin liet in deze codetaal vanuit Washington via de radio de Israëli’s thuis weten dat hij tegenover het opgeven van de hele Sinai-woestijn, Judea en Samaria had weten te behouden, zoals zijn revisionistische ideologie hem gebood. Het Palestijnse aanhangsel van het vredesverdrag, dat Palestijnse bestuursautonomie in het vooruitzicht stelde, werd op last van Begin tijdens onderhandelingen met een Egyptische delegatie in Herzlya getorpedeerd. De Egyptenaren, die niet bijzonder gesteld zijn op de Palestijnen, lieten geen traan.

Toch is het te betreuren dat Begin de ideologische motor is geworden van de nederzettingenpolitiek, nadat hij op 17 mei 1977 de algemene verkiezingen had gewonnen. Hij heeft toen niet kunnen of willen doorgronden dat die politiek als een loden last op Israëls toekomst zou gaan drukken. Begin, Shamir en Sharon hebben niet ingezien dat de buitenwereld Israëls nederzettingenobsessie als een tot mislukking gedoemde koloniale beweging zou zien. Als er één factor is geweest, naast de Palestijnse terreur in zijn verschillende vormen, die tot de Palestijnse doorbraak op het internationale toneel heeft geleid, dan is het wel het stichten van talloze, vanuit strategisch opzicht nutteloze, nederzettingen. De Palestijnen zouden Israël dankbaar moeten zijn voor het internationale opstapje dat ze van Israël hebben gekregen. De internationale publieke opinie in de Westerse wereld is daardoor ook van sterke pro-Israëlische sentimenten aan het overgaan naar pro-Palestijnse instincten. Het heeft betrekkelijk lang geduurd voordat er bijvoorbeeld een scheur kwam in de Nederlandse sympathie voor Israël. Voor Israël is dat buitengewoon zorgwekkend, doordat Nederland vanuit Jeruzalem wordt gezien als een gidsland ten aanzien van de Joodse staat.

Die ommekeer voltrekt zich voor onze ogen. Zelfs in de van oorsprong Christelijke krant Trouw verschijnen artikelen die een vieze geur hebben. De nieuwe hoofdredacteur Cees van der Laan nam de columniste Nuweira Youskine in bescherming die eerder een emotionele anti-Israëlische column had geschreven waarvan de honden geen brood lusten. Het is zijn goed recht dat te doen. Ik ben voor volledige persvrijheid. Tegen de publicatie van de column van Nuweira heb ik geen bezwaar, wel tegen de manier waarop de hoofdredacteur haar omarmde. Hij had voor hetzelfde geld kunnen schrijven dat hij haar column respecteert, maar er toch inhoudelijk afstand van neemt. Dat zou verstandig zijn geweest. Maar kennelijk is ook deze hoofdredacteur in de ban van de anti-Israëlstemming in dit land. Trouw heeft dinsdag 21 januari wel een artikel geplaatst van Jan van der Graaf (voormalig algemeen secretaris van de Gereformeerde bond) waarin deze zijn verontwaardiging laat doorklinken over de manier waarop de hoofdredacteur de columniste in bescherming heeft genomen. Van der Graaf schrijft: ‘Trouw wil kritisch naar Israël blijven kijken zonder ook maar ergens de meetlat langs de Palestijnse autoriteiten te leggen’. Een goal voor hem! Wat schreef die dame dan over de dood van Ariël Sharon? ‘Het beeld van de meedogenloze genocidepleger was veel te overweldigend’. Ook: ‘Mooie duif die eerst zijn eigen mensen weghaalt (kolonisten uit Gaza – SB) en vervolgens de rest van de bevolking in een openluchtgevangenis opsluit en bombardeert’. Einde citaten. Misschien zou de hoofdredacteur van Trouw in een voetnoot kunnen vermelden dat er vanuit Gaza raketten op Israël werden en nog worden afgeschoten. Nog één citaat: ‘Ariël Sharon was dood en het gejuich dat opsteeg vond ik vanzelfsprekend’. Deze strafschop gaat ver naast!

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2024

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 0000