Wat een bizarre realiteiten in een op zijn kop staande wereld.
Israël, om een voorbeeld aan te geven, erkent de Russische annexatie van vier gebieden in de Donbas, in het oostelijke deel van Oekraïne, niet. Zouden ze in Jeruzalem een moment hebben stilgestaan bij de Israëlische inlijving van de (Syrische) hoogvlakte van Golan? Of bij het uitroepen van de Israëlische soevereiniteit over het in 1967 veroverde deel van Oost-Jeruzalem?
Daar is met uitzondering van de VS toch ook geen internationale erkenning voor. Wat doet het er toe. Israël heeft er als sterkste militaire mogendheid in het Midden-Oosten net als Rusland lak aan dat de wereld Israëlische en Russische annexaties weigert te erkennen. En Oekraïne dan? Ook een bijzondere paradox: Rusland annexeert gebieden waarin zich oprukkende Oekraïense troepen bevinden die de Russische soldaten verjagen. Dat moet voor de Russische dictator Poetin toch vernederend zijn! Wat een blamage voor zijn ‘Groot Rusland passie’.
En wat te zeggen van Israëls de facto inlijving van de grootste delen van de westelijke Jordaanoever? Niet bij decreet maar door het stimuleren van het aantal Israëli’s dat zich daar vestigt. Dat aantal is inmiddels uitgegroeid tot zo’n grote massa dat het volgens normaal mensenverstand ondenkbaar is dat ooit meer dan een half miljoen Israëli’s hun huizen in honderd nederzettingen zouden moeten verlaten om terug te keren naar het moederland Israël. Deze volksverhuizing lijkt geslaagd.
De paradox van de ‘verjoodsing’ van Judea en Samaria, de westelijke Jordaanoever, is dat het democratische Joodse moederland Israël dreigt onder te gaan in een apartheidsstaat van de rivier Jordaan tot de Middellandse Zee. Dat het zo moet gaan is geen wet van Meden en Perzen als de te verwachten Palestijnse meerderheid geen stemrecht krijgt. Of als de Palestijnen in een grote oorlog worden aangemoedigd over de rivier Jordaan naar het Hasjemitische koningshuis te vluchten en van Jordanië een Palestijnse staat te maken.
Nog een paradox? In een vrome wijk in Jeruzalem ging een telefoonwinkel van een vrome Jood in vlammen op. Ultra-vrome Joden keken juichend toe. Ze willen zich opsluiten in een wereld waar wel de stem van god wordt gehoord maar die van mensen ongehoord moet zijn.
Tot slot: met de vijfde algemene verkiezingen in vier jaar voor de boeg op 1 november zou de Arabische stemmer kunnen beslissen of Benjamin Netanjahoe kan terugkeren als premier van het Joodse land. Met 21 procent van de Israëlische bevolking hebben de Arabieren echt een stem. Ze zouden massaal naar de stembus kunnen komen om een regering af te dwingen die eindelijk de diepte van de Palestijnse problematiek doorgrondt. De Israëlische Arabieren zijn net als hun Joodse Israëlische landgenoten zo ziekelijk verdeeld dat de Palestijnse kwestie, de Palestijnse pijn van de bezetting, niet in hun harten brandt. Broeders ja, maar niet als het er op aan komt. Paradoxaal toch?