Ik zit weer in mijn stamcafé in Ramat-Hasharon. Ik overdenk wat ik deze week in mijn Crescas-column zal schrijven. Een hoeveelheid onderwerpen staat me voor de geest. In journalistiek opzicht kan ik me hier niet vervelen. Zeker niet als het om journalistieke onafhankelijkheid gaat. Want die wordt bedreigd.
Een journalist van Ha’arets die van een soldate geheime documenten uit het hoofdkwartier in handen kreeg, staat wegens het in bezit hebben van deze documenten een zware gevangenisstraf te wachten. Hij heeft er geen woord over gepubliceerd. Zou hij dat wel hebben willen doen, dan zou hij zijn artikel eerst aan de militaire censuur hebben voorgelegd. In een hoofdartikel trekt Ha’arets aan de alarmbel. De democratie is in gevaar! De aanklacht is geformuleerd en ligt bij de rechtbank. Het wachten is op de uitspraak. Misschien komen de rechters tot het inzicht dat journalistieke onafhankelijkheid één van de pijlers is van de Israëlische democratie. Ik hoop het, maar zeker ben ik er niet van, want de hetze tegen alles wat links lijkt en is, dringt in alle lagen van de samenleving door.
Het Israëlische drama in al zijn facetten, goed en slecht, draait als een nooit eindigende film door. Wat betekent dat? Als je er diep over nadenkt kom je tot de conclusie dat Israël nog steeds een staat in wording is. De grote geschillen met de buitenwereld - de Palestijnen en Arabieren - en de binnenlandse religieuze en sociale problematiek, houden dit land en zijn ruim zeven miljoen inwoners in zijn greep. Voor lange tijd. Ik ben er zeker van dat er een verband is tussen de buitenlandse en binnenlandse vraagstukken. Maar wie heeft de moed hier dat gegeven onder ogen te zien en het mes te zetten in de reeks onopgeloste problemen die vrijwel dagelijks het nieuws voeden zodat Israël in evenwicht kan komen. Nu balanceert dit mooie land tussen hoop en angst. De keerzijde van Israëls soms irriterende arrogantie/zekerheid is naar mijn inzicht in dit land onzekerheid, gevoed uiteraard door de tragische Joodse geschiedenis door de eeuwen heen. De daardoor gevoede emoties hebben een verlammend effect op effectief en rationeel handelen. Waarom zou premier Benjamin Netanyahoe, aan het hoofd van de grootste coalitie ooit, niet de weg inslaan van serieuze onderhandelingen met de Palestijnen om tot een twee-staten-oplossing te komen? Dat wil hij toch, meen ik, naar zijn uitspraken te oordelen. Hij reikt de Palestijnse president Mahmoed Abbas met de recente ‘gift’ van meer dan 90 lijken van Palestijnse terroristen de linker hand en met de rechter hand bouwt hij verder op de bezette westelijke oever van de Jordaan. Dat lijkt evenwichtig maar is het natuurlijk niet. Zijn onberekenbare minister van defensie Ehud Barak heeft volkomen onverwacht het balletje van eenzijdig terugtrekken uit grote delen van de Westelijke Jordaan-oever opgegooid, tot woede van de bewoners van nederzettingen in bezet gebied. De unilaterale terugtrekking uit de strook van Gaza, onder de regie van premier Ariel Sharon, heeft er toe geleid dat Gaza in handen is gevallen van Hamas met alle veiligheidsgevolgen van dien. Als Israël zich inderdaad om binnen- en buitenlandse redenen wil terugtrekken achter het lange veiligheidshek op de Westelijke oever van de Jordaan, dan zou het een klassieke blunder zijn als het weer een eenzijdige vertoning wordt die de legitimiteit van het Palestijnse gezag in Ramallah het nakijken geeft. Het zou toch voor Barak duidelijk moeten zijn dat een overeenkomst met de Palestijnen uitsluitend via rechtstreekse onderhandelingen moet lopen. Of is hij het met Netanyahoe eens dat de prijs die de Palestijnen tijdens rechtstreeks overleg eisen te hoog is, met name over de Palestijnse eis dat Oost-Jeruzalem de Palestijnse hoofdstad moet zijn. Moet Israël voor die eis op de vlucht slaan ... Waar is de balans tussen verstandig en onverstandig beleid? Ik begrijp wel wat er achter het idee van Barak/Netanyahoe zit. Beiden willen om demografische redenen van zoveel mogelijk Palestijnen af en zoveel mogelijk gebied, inclusief heel Jeruzalem, behouden. Beide leiders, want dat zijn het, voelen aan hun klompen aan dat het Israëlische volk, in de huidige gemoedsstemming, niet en misschien nooit zal instemmen met de deling van Jeruzalem. Dus concluderen zij dat een vredesregeling met de Palestijnen onhaalbaar is en er unilateraal moet worden teruggetrokken. Het is een leuke intellectuele exercitie. Meer niet. Er gebeurt niets. Of toch wel? Iran? Iedere dag in het nieuws.
Netanyahoe wil het Joodse volk beschermen tegen het Iraanse atoombomgevaar. Let op. Hij werpt zich op als zowel de Israëlische leider als de leider van het Joodse volk. Geen enkele premier heeft ooit deze dubbelfunctie geambieerd, laat staan opgeëist. De Iranese uitdaging heeft hem op dat spoor gezet. Ook iedere dag voorpaginanieuws. De klok tikt. Komt er een Israëlisch/Amerikaanse aanval/oorlog tegen Iran. Vanmorgen (maandag) werd ik opgeschrikt door het nieuws dat een woning in Jeruzalem, waar illegalen verbleven, in brand is gestoken. Vier mensen uit Eritrea werden gewond. Dat is een verontrustende aanwijzing dat de haat tegen gekleurde vreemdelingen die in massa om politieke en economische redenen naar Israël zijn gekomen, snel escaleert. Jarenlang heeft Israël niet verhinderd dat Afrikaanse vluchtelingen uit Soedan, Eritrea en andere landen het land via de Sinai-woestijn konden binnendringen. Nu zijn er tegen de 60.000 illegalen van wie de overgrote meerderheid in het zuiden van Tel-Aviv. Nu lees ik in de krant dat Netanyahoe heeft besloten op de kortst mogelijke termijn 25.000 illegalen, die geen gevaar lopen in landen van herkomst, uit te wijzen. Wat Nederland op kleine schaal kan, kan Israël beter en sneller. Misschien. Want makkelijk zal het niet zijn duizenden illegalen van de straat te vissen. De balans tussen willen en kunnen staat onder spanning. Misschien weet de grote Madonna alle antwoorden. Want zij trad weer op in Israël. Een showvrouw die zich verdiept in de Kabbala en daaruit levenskracht en wijsheid put. Jammer dat ze Israël niet naar vrede kan swingen. Misschien hoopte zij door vredesgroepen bij haar optreden in het stadion van Ramat Gan uit te nodigen, de Israëli’s een grote dienst te bewijzen. Wel lief.