Vertrouwen is de belangrijkste component van de ingewikkelde internationale economische/financiële structuur. Afgezien van alle emoties rond Israël is het belangwekkend dat grote investeerders, om het maar populair te schrijven, ‘het wel zien zitten’ in Israël. Van de grote Chinese investeerders heeft de Israëlische economie een motie van vertrouwen gekregen. Volgens de jongste Chinese cijfers hebben Chinese investeerders in 2015 het enorme bedrag van honderd miljard dollar in buitenlandse ondernemingen geïnvesteerd. Het ‘kleine Israël’ bleek zo aantrekkelijk dat tien procent van die geldmassa naar Israël ging. Als dat geen Chinees vertrouwen is in Israëls plaats in de wereld en zijn toekomst weet ik het niet.
De Chinese geldtrekkers laten zich niet afschrikken door ISIS en evenmin door de Palestijnse problematiek. Israël is een groei-economie met redelijk goede vooruitzichten. De sjekel, eens het zorgenkindje van Israël, is een harde munt geworden. Ten opzichte van de dollar en de euro neemt de tegenwaarde nog steeds toe. Niet dramatisch, maar toch. Het is mede daarom geen gek idee geld in te zetten op de Israëlische beurs of er vastgoed te kopen in weerwil van de al krankzinnig hoge prijzen.
Binnenkort komt er een nieuw boek van me uit: Israël tussen hoop en vrees. Daarin staat ook een hoofdstuk over de formidabele hightech in het Joodse land. Daar hebben de Chinese investeerders hun zinnen op gezet. Een van de redenen is dat zij in Israël hightech producten kunnen kopen die in de Verenigde Staten voor hen taboe zijn. Enkele voorbeelden van de Chinese koopwoede in Israël. Een Chinees consortium heeft 4.4 miljard dollar neergeteld voor de online-gaming onderneming Playtika. Fujian Yango Groep deed vorige week een bod op Phoenix, de grote Israëlische verzekeringsmaatschappij. Deze investeerders hebben er 515 miljoen dollar voor over. Een Chinese bouwonderneming bood 650 miljoen dollar voor het ontziltingsbedrijf IDE Technologies.
China bulkt van de dollars als gevolg van enorme handelsoverschotten met de buitenwereld, in het bijzonder de Verenigde Staten. Enig idee van de omvang van de Chinese buidel met dollars? In de eerste helft van dit jaar hebben Chinese investeerders 493 buitenlands ondernemingen gekocht voor een totale waarde van 134 miljard dollar! Daarvan gaat dus een flink deel naar Israël.
De Chinese dollarstroom die naar Israël vloeit, en niet alleen die, is een van de redenen dat de kloof tussen rijk en arm steeds groter wordt. Ik zal een voorbeeld geven. Ik ken in Ramat Hasjaron een man van rond de veertig jaar die in de hightech multimiljonair is geworden. Hij is een groot bewonderaar van Messi, het voetbalwonder van FC Barcelona. Hij gaat naar alle wedstrijden in Spanje van die befaamde club en neemt zijn twee zonen mee! Ik kan reeksen voorbeelden geven van de rijken die hun rijkdom etaleren. Wel eens een Maserati of Ferrari gezien? Kom gauw naar het land van melk en honing. Daar rijden er een paar. En over de tientallen miljoenen kostende appartementen en villa’s zal ik maar niets schrijven deze keer. U kunt ze toch niet kopen. Vraag het maar aan Harry Polak, de ijverig schrijvende gastcolumnist van deze website, die ook tegen de prijzenmuur aanloopt.