Heeft U wel eens de beroemde film One bridge too far gezien? De film gaat over de mislukte poging van de geallieerden, in 1944, de strategisch belangrijke brug over de Rijn, bij Arnhem, te veroveren.
Bijna was Israël deze week ‘één brug te ver gegaan’. En wat voor een brug. Voor ons Joden een nogal primitieve houten brug die vanaf het plein voor de Klaagmuur naar de Tempelberg/Haram-al-Sharif leidt, waar vroeger de tempels stonden en nu de Omar en Al-Aksa moskee prijken. In 2004 raasde een storm door Jeruzalem. De houten brug schudde op zijn pijlers. Volgens ingenieurs van de gemeente Jeruzalem voldoet de brug niet meer aan de veiligheidseisen. De Islamitische wereld zou ongetwijfeld met een heilige oorlog dreigen als de brug met een paar honderd Moslims er op, op weg naar hun gebedshuizen, zou instorten.
Gelukkig is dat niet gebeurd. Je zou dus denken dat de Moslims er belang bij hebben dat de brug wordt gerepareerd of vervangen door een betere constructie. De gemeente Jeruzalem koos voor een ijzeren brug. Deze week was alles klaar om de houten brug af te breken en snel een nieuwe, stevige brug te plaatsten. De Jeruzalemse bruggenbouwers en politici hebben de ‘heiligheid’ van de brug over het hoofd gezien. Onzin natuurlijk. Wat heilig? Mispoes. Wie het waagt ook maar iets te doen in het hart van de heiligste plek ter wereld, voor Joden en Moslims, speelt met vuur. Plotseling komen Islamitische geestelijken en leiders op het idee dat er sprake is van een Israëlisch complot. De vervanging van die houten brug wordt in deze kringen uitgelegd als een Joods paard van Troje. De nieuwe, bredere, sterkere brug zou Joodse kolonisten en Israëlische militairen en politie gemakkelijker toegang tot het Tempelgebied verschaffen. Een brug die de Tempelberg in een Israëlische houtgreep zou nemen. En dat doet pijn, zeker als je Moslim bent en ook nog paranoïde.
Waar Israël geen rekening mee heeft gehouden, is dat de vervanging van de houten brug in Jeruzalem op het Tahrirplein in Cairo een anti-Israëlisch discussiepunt is geworden in de Egyptische verkiezingscampagne. De Moslimbroeders spinden er met hun anti-Israëlische retoriek garen bij. Ook in Jordanië riep de ‘Israëlische provocatie’ sterke anti-Israëlische emoties op, waarmee nogmaals wordt aangetoond hoe gevoelig de kwestie Jeruzalem is. Premier Benjamin Netanyahoe heeft net op tijd deze geluiden opgevangen. De Jordaanse koning Abdallah waarschuwde, in Washington gingen waarschuwende vingertjes omhoog en ook Israëlische Moslims maakten zich zorgen. Netanyahoe, die wel vaker blijk heeft gegeven een pragmatische kant te hebben, gaf opdracht de plaatsing van een nieuwe brug uit te stellen en misschien zelfs af te blazen. Waarom? De afgelopen dagen heeft hij verschillende malen gewaarschuwd voor de gevolgen van de Islamitische golf die uit de Arabische lente stroomt. In zijn hart vreest hij voor de gevolgen van het ineenstorten van de vrede met Egypte en spanningen met Jordanië als de Moslimbroeders daar een dikke vinger in de politieke pap krijgen.
Netanyahoe en zijn raadgevers hebben begrepen dat ‘de brug’ olie op het vuur van de Islamitische emoties is. En dus heeft hij er verstandig zionistisch schuim op gespoten. Jeruzalem en natuurlijk ook de Palestijnse problematiek komen met de Islamitische krachten in de Arabische politiek in een voor Israël ander perspectief te staan. Jammer, heel jammer zelfs dat Israël met die ontvlambare materie is blijven zitten. Het had anders gekund. Maar wat heb je aan ‘anders’. Niks. Doorbijten dus.