Ik weet niet door welke kijker de Amerikaanse president Donald Trump naar het Midden-Oosten loert. Naar mijn observatie zijn de glazen van zijn verrekijker vuil en kan hij zich geen goed beeld vormen om een realistisch vredesproces in gang te zetten. Dat is toch zijn droom? Zijn schoonzoon Kushner is er dag en nacht mee bezig om een Israëlisch-Palestijnse vrede uit de sprookjeswereld tot een zaligmakend tastbaar resultaat te maken.
Ik wens hem het allerbeste. Maar dan moet hij zijn schoonvader in het Witte Huis niet pootje haken. Wat heeft hij bedacht en gedaan? Als een goede speler op Wall Street heeft Kushner uitgevonden dat UNRWA, de VN-organisatie die sedert 1948 zorg draagt voor miljoenen Palestijnse vluchtelingen, een dollars verspillend orgaan is. Voor dat soort argument is Trump hypergevoelig. Het kostte hem dan ook geen moeite zijn handtekening te zetten onder een presidentieel besluit om door de traditionele Amerikaanse hulp aan UNRWA een dikke rode streep te zetten. Weg er mee … In Haaretz schreef Gideon Levi dat “Amerika de oorlog heeft verklaard aan de Palestijnen.”
De Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken Ayamin Safad kon zich ook niet zo goed beheersen. Naar zijn zeggen voedt dit Amerikaanse besluit het radicalisme en brengt het de veiligheid in het Midden-Oosten in gevaar.
Waar gaat het om?
Volgens UNRWA zijn er als gevolg van de Israëlisch-Arabische oorlog in 1948 door natuurlijke aanwas vijf miljoen Palestijnse vluchtelingen, verdeeld over Israël, de Westelijke Jordaanoever, Jordanië en Libanon. Jordanië telt twee miljoen Palestijnse vluchtelingen, op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook naar schatting 1.7 miljoen en de rest in Libanon.
Voor gezondheidszorg en onderwijs zijn de vluchtelingen afhankelijk van UNRWA. Uit ervaring, opgedaan tijdens bezoeken aan Jordanië, de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Zuid-Libanon, kan ik het grote belang van UNRWA goed inschatten. Bijvoorbeeld: het niveau van het onderwijs op de UNRWA-scholen is weliswaar aanzienlijk lager dan dat in Nederland, maar levert toch leerlingen en studenten af die kunnen lezen, schrijven, vaak ook in het Engels. Ik herinner me dat ik kort na de oorlog in 1967 het Jabalya kamp in de Gazastrook bezocht en daar met jongeren sprak met wie ik op redelijk niveau kon conserveren in het Engels.
Het harteloze besluit van Trump om UNRWA onderuit te halen betekent niet het einde van deze organisatie. Duitsland en andere Europese landen hebben kenbaar gemaakt hun jaarlijkse donaties aan deze organisatie te verhogen. In Brussel wordt beter dan in Washington begrepen dat UNRWA een rem kan zijn op Palestijns radicalisme, anders gezegd op Palestijnse terreur.
Ik snap dan ook niet waarom de Israëlische premier Benjamin Netanjahoe zo in zijn nopjes is over het Amerikaanse besluit een mes in de rug van UNRWA te planten. Heeft hij dan ook geen oog voor het veiligheidsargument?
Is na het verplaatsen van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem het laten vallen van UNRWA een fase in het Amerikaanse vredesplan, om de Palestijnen aan een hard vredesdictaat te onderwerpen, om hen op de knieën te brengen? Een vredesplan waarvan Netanjahoe misschien al de richtlijnen kent en dat de Palestijnse belangen ondergeschikt maakt aan Israëls greep op de grootste delen van de Westelijke Jordaanoever? Misschien blijft daar ruimte over voor een Palestijnse ministaat.
Blijft de vraag welke Palestijnse leider zijn handtekening zal (durven) zetten onder een dergelijk vernederende vredestekst. Ik ken hem niet.
Benjamin Netanjahoe ook niet en daarom is hij zo ingenomen met de in wezen anti-Palestijnse politieke ontwikkelingen in het Witte Huis.
Het Israëlische adagium dat ‘de tijd voor ons werkt’ is sedert 1948 van alle tijden.