“Kol haolam nekdénoe, de hele wereld is tegen ons.” Deze zin zit in de genen van veel Israëli’s. Het is dat akelige gevoel van een psychologisch en feitelijk isolement, gevoed door de geschiedenis van Jodenvervolgingen en haat, en het verklaart soms ook het onnavolgbare handelen van Israëls emotionele politiek.
Misschien – ik hoop het – heeft het gevoel onbegrepen in de wereld te staan nu een ‘nederlaag’ geleden. Niet te groot, maar toch.
Op dringend verzoek van premier Benjamin Netanjahoe hebben meer landen dan ooit Israël bijgestaan de enorme branden, aangestoken of niet, te blussen. Egypte stuurde twee blushelikopters, Palestijnse brandweerlieden vochten met hun Israëlische collega’s tegen de branden die Haifa en Jeruzalem bedreigden. Griekenland, Cyprus, Kroatië, Turkije, ja ook Turkije, stuurden blusvliegtuigen, evenals Rusland, de Verenigde Staten, Azerbeidzjan en de islamitische republiek Tsjetsjenië.
Deze vorm van internationale solidariteit met het door de branden in nood verkerende Israël is hartverwarmend. Netanjahoe deed er goed aan de Palestijnse leider Mahmoed Abbas te bedanken voor de hulp van de Palestijnse brandweer.
Ook nu werd het door de sociale media: twitter, Facebook etc, duidelijk dat er een kloof gaapt tussen de hulp die de islamitische landen boden en de opstelling van de bevolking in die landen. Op sociale media in die landen werden de branden begroet als een goddelijke straf voor Israëls bezetting van Palestijns land en voor een in de Knesset aanhangig gemaakt voorstel om het gebruik van luidsprekers bij de islamitische gebedsoproep te verbieden.
Er zijn volgens Israëlische ministers sterke aanwijzingen dat veel van de meer dan honderd branden zijn aangestoken door Palestijnen. Vanuit Israëlisch perspectief is de brandstichting op deze schaal een vorm van georganiseerd Palestijns terrorisme. Tientallen Palestijnen zijn inmiddels gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij de branden. Een Israëlische minister heeft gezegd dat de huizen van deze Palestijnse brandstichters moeten worden opgeblazen omdat het gaat om terrorisme dat kan worden vergeleken met moordaanslagen.
De door de branden aangerichte schade is voor Israëlische begrippen enorm. De schade wordt geschat op een half miljard sjekel, ongeveer 250 miljoen euro. In en nabij de stad Haifa zijn vijfhonderd huizen verwoest en meerdere zwaar beschadigd.
De vraag is of de gekozen Amerikaanse president Donald Trump de ‘brand’ in het Israëlisch-Palestijns geschil kan blussen. Waar andere Amerikaanse presidenten faalden, vermoedt Trump dat zijn orthodoxe schoonzoon Jared Kuschner (34 jaar) die klus kan klaren. Ik ben zo vrij om Trump tegen te spreken, niet omdat Jared geen diplomatieke ervaring heeft, maar omdat de situatie helaas onomkeerbaar is geworden.
Hoe hartelijk Netanjahoe president Abbas ook feliciteerde, er is geen enkele aanwijzing dat Israël onder zijn leiding bereid zou zijn de stichting van zelfs een piepkleine Palestijnse staat naast Israël te tolereren. Eenvoudig gesteld: Israël heeft zich te diep in bezet gebied genesteld. En als het aan de haviken in de regering ligt, moeten er snel nieuwe nederzettingen bij komen, als straf voor de Palestijnse brandstichterij. Dat is, ik heb het zo vaak gehoord, het ‘zionistische antwoord’ op Palestijns terrorisme. Ik vermoed dat er voor deze mentaliteit in het Washington van Trump meer begrip bestaat dan ooit in de Amerikaanse hoofdstad het geval is geweest.