De aantrekkingskracht van bloedgeld uit de Duitse schatkist schijnt voor enkelingen in topfuncties bij de verdeling van financiële wiedergutmachung onweerstaanbaar te zijn. In Israël hebben banken - en waarschijnlijk ook andere instanties - geld achter gehouden dat bestemd is voor in het land van Zion wonende overlevenden van de Holocaust. Dat is de eerste reden dat ik me schaam.
De tweede aanleiding is dat, volgens een publicatie in Ha’aretz van afgelopen zondag, de Claims Conference - een internationale Joodse organisatie, gevestigd in de VS, die met Duitsland heeft onderhandeld over schadeloosstelling, directe uitkeringen en pensioenen - ook heeft gesjoemeld met tientallen miljoenen dollars. Een klokkenluider uit die organisatie werd telefonisch ontslagen en trekt nu aan de bel. Meer wil ik er in dit kader niet over schrijven. Ook wil ik niet diep ingaan op het ongelukkige vertrek van Maurice Swirc, de goede hoofdredacteur van het NIW.
Ik heb begrepen dat het NIW bedreigd werd met een proces door een persoon die meent dat hij door het NIW ten onrechte van frauduleuze handelingen werd beticht. Het stichtingsbestuur van het NIW meende de kosten voor de verdediging van het NIW niet te kunnen dragen en heeft Maurice kennelijk om die oneigenlijke reden laten gaan. In zijn loyale goedheid heeft Maurice tijdens zijn afscheidsborrel gezegd dat hij zelf besloten heeft journalistieke harakiri te plegen. Ik wil opmerken dat ik me ook over de toedracht van deze affaire als onafhankelijke journalist schaam.
Ik schaam me ook over de uitspraken van de Israëlische minister van godsdienstzaken David Azoulay, die uit naam van de regering Netanjahoe heeft gezegd dat liberale en reform-Joden geen Joden zijn, maar zondaars. Ik schaam me er in het bijzonder voor dat premier Benjamin Netanjahoe deze religieus verderf zaaiende minister van de Shas-partij niet onmiddellijk heeft ontslagen. Het is een regeringscrisis waard, maar dat begrijpen van basiswaarden gevrijwaarde politici in Israël niet.
Ondertussen is in Wenen geschiedenis geschreven. De volledige tekst, honderden bladzijden en annexen, van de atoomovereenkomst met Iran heb ik natuurlijk niet onder ogen gehad. Toch matig ik me in het kort een mening aan. Premier Netanjahoe vergist zich in zijn diplomatieke en retorische gevecht tegen het als historisch omschreven succes van deze overeenkomst. Laat ik duidelijk zijn: zonder overeenkomst was Iran al hard op weg naar een atoomwapen, met een overeenkomst is die weg, zij het tijdelijk, afgesneden. Dat moet premier Netanjahoe niet over het hoofd willen zien. Toch is het in Wenen gesloten akkoord een gok met de geschiedenis. Kan het revolutionaire regiem van de ayatollahs worden getemd? Zal het opheffen van de sancties en de opleving van de zwaar getroffen Iraanse economie er toe leiden dat de modern ingestelde jongeren in Iran uiteindelijk de spil van een democratisch Iran kunnen worden in de geest van ‘kies brood in plaats van de dood’? Dat is de hoop van de Amerikaanse president Barack Obama die met zijn handtekening onder het akkoord geschiedenis schrijft. Als de inkt opdroogt, zijn de krachtsverhoudingen in het Midden-Oosten radicaal veranderd ten nadele van Israël. Ik raad Netanjahoe aan op die veranderingen in te spelen, de confrontatie met Obama uit de weg te gaan en zich te conformeren aan de globale Amerikaanse belangen in het Midden-Oosten. Dat is de beste veiligheidsgarantie voor Jeruzalem die ik kan bedenken. Netanjahoe heeft naar mijn oordeel niet de politieke kracht, ook niet in Washington, de loop van de ontwikkelingen in het Midden-Oosten naar zijn hand te zetten. Hij heeft zijn kruit, tijdens zijn spectaculaire toespraak tot het Congres achter de rug van Obama, verschoten. Hij heeft die slag verloren. Nu is het tijd de relaties met Obama, met de Democraten, te herstellen, in plaats van een niet te winnen strijd te blijven voeren. Dat is nu een Israëlisch belang, De tijd van struisvogelpolitiek is voorbij.