Het is niet mijn gewoonte om commentaar, positief of negatief, te leveren op de Joodse media in Nederland. Ik veroorloof me de vrijheid in deze column licht te laten schijnen op een boeiende ontwikkeling in het NIW. Kort voor de Israëlische verkiezingen op 17 september verscheen er in het laatste nummer van het NIW (48) een buitengewoon kritisch artikel over, in mijn woorden, de nederzettingenpolitiek en de daarvan afgeleide annexatiedrang van de Westelijke Jordaanoever, of Judea en Samaria, voor het gevoelige Joodse oor.
“Wie bereid is de toekomst van Israël op het spel te zetten om een kaal gebied ter grootte van Friesland te krijgen is geen vriend van de Joodse staat”, aldus Bart Schut in het NIW. Ik ben het met hem eens. Hoewel, zo kaal is de Westelijke Jordaanoever niet. Er wonen al enkele honderdduizend Israëli’s in Judea en Samaria. Ik heb me onder andere in NRC en vroeger ook in het NIW kritisch uitgelaten over de nederzettingenpolitiek, die door een onafwendbare annexatiedrang uiteindelijk een apartheidsstaat zou maken van Israël. Bart Schut ziet dat ook in getuige zijn artikel in het NIW.
Als een Joodse journalist/schrijver heb ik de drang van gelovige Israëli’s om zich in Judea en Samaria te nestelen wel begrepen. Dat gebied – Friesland niet – is de bakermat van de eerste Joodse staat. De Joden van toen hebben hun land niet verlaten maar zijn er tweeduizend jaar geleden door de Romeinen uit gegooid, het begin van de Joodse diaspora in Europa.
Toen het Israëlische leger in juni 1967 in zes dagen de oorlog won, had de verovering van Oost-Jeruzalem en Judea en Samaria, het messiaanse effect van thuiskomen. Ik heb die emotie gezien en gevoeld toen ik met de soldaten in juni 1967 bij de Klaagmuur stond en de legerrabbijn Goren sterren en lichtflitsen zag … Ik heb vanuit mijn Joodse gevoel wel begrip gehad voor de Joodse emotie, maar mijn politieke inzicht en overtuiging verzette zich tegen overheersing van de Palestijnen in de bezette gebieden.
God tegenover ratio! Zo simpel is het. Het NIW heeft royaal gekozen voor de ratio, voor het voortbestaan van een democratisch Israël. Ik vind dat vermeldenswaard in mijn column voor Crescas en ook van belang voor de Joodse gemeenschap in Nederland.