Premier Mark Rutte had niet de moed of het inzicht zich in het parlement, in het spoor van de Duitse bondskanselier Merkel, kritisch uit te laten over de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten. Geen waarschuwend vingertje, daar bouw je geen relatie (handelsbetrekkingen) mee op, betoogde hij. Geen woord over vrijheid en democratische waarden waarover Merkel het wel had in haar eerste gesprek met de op leugens en vuilspuiterij gekozen Amerikaanse president. Ik weet natuurlijk niet wat Rutte in zijn telefonisch contact met Trump wél tegen hem heeft gezegd. Misschien heeft hij tussen neus en lippen toch nog iets laten doorschemeren over het belang van het Atlantisch bondgenootschap.
Ik zag in Rutte dinsdagmiddag de koopman die de machtige leverancier van vrede en oorlog in Washington niet tegen de schenen wilde schoppen.
Dat heeft hij gemeen met de Israëlische premier Benjamin Netanjahoe. Geen woord van kritiek of bezorgdheid in de regeringskringen in Jeruzalem. Wel opluchting dat het tijdperk Obama achter de rug ligt en Hillary Clinton de lijn van druk op Israël om de Palestijnen met rust te laten niet kan doortrekken.
Het ziet er naar uit dat Netanjahoe een van de eerste leiders zal zijn die heel vriendelijk op het Witte Huis wordt ontvangen door Trump begin volgend jaar. Onvoorziene omstandigheden voorbehouden lijkt het er op dat de verkiezingszege van Trump de kou uit de relatie tussen Washington en Jeruzalem heeft gehaald. Of dat betekent dat Israël een vrije hand krijgt om met stilzwijgende Amerikaanse instemming de nederzettingenpolitiek een extra impuls te geven, valt nog te bezien. Dat het zo wel wordt uitgelegd in Jeruzalem, valt af te leiden uit de regeringsbeslissing geen illegale, op private Palestijnse grond gebouwde nederzettingen te ontruimen, hoewel het Hooggerechtshof in Jeruzalem wél uitstel van ontruiming heeft bekritiseerd.
Trump mag voor premier Netanjahoe dan wel een godsgeschenk zijn, de keerzijde van deze verrassende gift is het verder uit elkaar groeien van Israël en de grote Amerikaanse Joodse gemeenschap.
Volgens de eerste gegevens heeft weer meer dan zeventig procent van de Amerikaanse Joden op de democratische kandidate Hillary Clinton gestemd. Misschien zouden Amerikaanse Joodse leiders en intellectuelen minder scherp op de zege van Trump hebben gereageerd als hij niet Steve Bannon, een nationalistische antisemiet, tot zijn voornaamste raadgever had benoemd.
“Het is triest als een man die aan het hoofd stond van de website Alt-Right – waarin blanke nationalisten en antisemieten de toon voeren – zo’n belangrijke positie in het Witte Huis krijgt”, zei Jonathan Greenblatt, de ceo van de Anti Defamation League. Dat is één stem van velen uit de Amerikaans-Joodse gemeenschap.
In de New York Times van dinsdag 15 november schreef Shmuel Rosner het volgende: “De waarheid is dat Israël gaat houden van president Trump, terwijl veel Amerikaanse Joden hem zullen haten.”