“Ik ben er zeker van dat de Israëli’s er op uit zijn de Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever te verdrijven en dat gebied te annexeren”, zei de 67-jarige Palestijnse historicus dr. Ares-el-Aref in zijn woning in Ramallah. Dit gesprek voerde ik kort na de oorlog van 1967 met deze ex-burgemeester van Oost-Jeruzalem. Ook Hilmi Hanoen, de burgemeester van Tulkarem, die ik regelmatig sprak, zei zich niet te kunnen voorstellen dat Israël ooit de bezette Westelijke Jordaanoever zou verlaten.
Dit is een citaat uit mijn boek Israël achter de schermen, dat in 2004 door Prometheus werd uitgegeven. Het is geen ijdelheid die me er toe brengt het citaat van de Palestijnse oud-burgemeester van Oost-Jeruzalem in mijn column aan te halen. Ik doe dit omdat in Israël door ministers en anderen steeds openlijker over annexatie wordt gesproken en gespeculeerd, aangespoord door de pro-Israëlische instincten van de Amerikaanse president Donald Trump.
Deze week bevestigde Rafi Peretz, de ultra-orthodoxe minister van Onderwijs, de vrees van beide Palestijnen. “We moeten Judea en Samaria inlijven”, stelde hij. Hij zei ook nog iets dat overlevenden van de Sjoa pijn kan doen. “Assimilatie Is een tweede holocaust.” In zijn geesteswereld assimileren de liberalen en reform met de westerse beschaving. We weten al lang dat dit de opvatting is van de orthodoxe beleving van het Jodendom.
Ik weet niet wat Geert Wilders bezielde toen hij in de geest van minister Peretz opmerkte dat de Palestijnen in Jordanië hun vaderland moeten zien. Wat zou de in wezen anti-Palestijnse Jordaanse koning daarvan vinden?
Zionisten van de oude stempel hebben in een vroeg stadium na 1967 begrepen dat het in Israëls existentiële belang zou zijn zich met de Palestijnen te verzoenen in plaats van over hen te heersen. Ook dat staat uitvoerig in mijn boek.
Het is goed er aan te herinneren dat de socialistische premier Golda Meir na 1967 weigerde het bestaan van een Palestijns volk te erkennen. Het was voor haar beslist een schok dat Arie Eliav, de secretaris van haar parti (MAPAI), in 1972 in zijn boek Ha’aretz Hazwi (Het land van het hert) een vurig pleidooi hield voor erkenning van het bestaan van een Palestijns volk. Hij kwam uit voor de stichting van een Palestijnse staat op de grootste delen van de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever en de strook van Gaza. Eliav moest onder druk van Golda Meir en de meerderheid van haar partij het veld ruimen als secretaris-generaal.
Het lijkt wel alsof de vredesstemmen van toen zijn vergeten.
Het waren er velen. Generaals, politici en journalisten. Maar waarom zou ik de orthodoxe Yeshayahu Leibowitz vergeten? Hij waarschuwde in de jaren zeventig voor de extreem negatieve gevolgen voor de Israëlische samenleving als gevolg van heerschappij over de Palestijnen. Hij voorzag de opkomst van Joods fascisme en als gevolg daarvan de uiteindelijke val van de staat Israël.
Ik denk dat hij minister Peretz een halve eeuw later als een Joodse fascist zou brandmerken.
Bovendien heeft deze bewindsman een afkeer van homoseksuelen. Die zijn volgens hem met dwangmethodes te genezen. Zou Israël nog te genezen zijn van allerlei uitwassen die het tijdperk Netanjahoe kenmerken? Zou er op 17 september, wanneer de Israëli’s weer naar de stembus gaan, een gezonder Israël uit voortkomen?
Ik hoop voor Israël, voor de diaspora, dat de weg die met de moord op premier Jitschak Rabin in 1995 werd verlaten, wordt hervonden. Ik schreef toen in NRC dat ik getuige was geweest van een koningsmoord van Bijbelse proporties.