Wanneer krijgen wij Joden collectieve veiligheid? In het verleden hebben we die nooit gekend. Als het heden een voorteken van de toekomst is, ziet het er verre van rooskleurig uit. Het is een harde conclusie. Israël heeft de Joden in Israël wel zelfverdediging gebracht maar geen veiligheid. Het Israëlisch-Palestijns conflict knaagt naar mijn oordeel, en de ervaring leert het, ook aan de veiligheid van de Diaspora. Om die reden heb ik zo vaak gepleit voor een vredesdoorbraak, om het overslaan van de passie van het conflict naar Europa, met zijn groeiende Islamitische bevolking, in te perken. Natuurlijk weet ik dat lang voordat de staat Israël ontstond het Europese continent in de greep was van een moordzuchtig antisemitisme dat, hoewel wat milder, onder de invloed van de schande van de Holocaust nog niet is uitgestorven. Maar toen was de Islam afwezig in het Christelijke Europa. Nu is de identificatie van Moslims met de Palestijnen één van de redenen van het toenemende antisemitisme op het Europese continent. Het is een gevaarlijke ontwikkeling en één van de redenen waarom ik op Israëlische leiders een beroep doe in hun strategische overwegingen de belangen van de Diaspora mee te wegen, zonder de Joden hier uit te maken voor slappelingen omdat ze niet voor Zion hebben gekozen.
Ik schrijf deze regels na het inzinken van de verschrikkelijke, kille moord in het Joods Museum in Brussel. Twee Israëli’s en een Franse vrouw werden neergemaaid. Bij het schrijven van deze regels heeft nog geen enkele beweging de verantwoordelijkheid voor deze laffe moord opgeëist. Ik dacht meteen aan een wraakactie van Hezbollah. Deze organisatie heeft Israël en impliciet ook Joden wraak aangezegd voor het doden van één van hun kopstukken enkele jaren geleden. Onlangs werd een aanslag door Hezbollah tegen Israëlische toeristen in Thailand verijdeld. En we herinneren ons natuurlijk de zware, door Hezbollah gepleegde aanslag tegen de Israëlische ambassade in Buenos Aires in 1992.
De terroristische aanslag in Brussel viel samen met het bezoek van Paus Franciscus aan de Palestijnse gebieden en Israël en met de zorgwekkende verkiezingszege van het niet van antisemitische smet gezuiverde Front National in Frankrijk en andere rechts-nationalistische anti-Europese partijen. Niet geheel tot mijn verbazing heeft deze paus aan zijn bezoek aan de Palestijnen en Israël een duidelijk politiek accent gegeven. Hij echode de eerdere stellingname van premier Benjamin Netanjahoe voor de twee staten-oplossing. Het moet Netanjahoe pijn aan de ogen hebben gedaan toen de paus na zijn bezoek aan Bethlehem zijn hand legde op de scheidingsmuur, daar zijn hoofd boog en bad. Duidelijker had hij het niet kunnen maken dat hij voor een Palestijnse staat naast Israël is en tegen de afhakende diplomatie van Netanjahoe. Dat hij later tijdens zijn bezoek ook naar Yad Vashem ging, en daar ook zijn hoofd boog en als eerste paus een krans legde bij het graf van Theodor Herzl, is een evenwichtsaspect van zijn religieus geïnspireerde vredesdiplomatie. Met God als leidsman en een gehoor van honderden miljoenen gelovigen achter zich, vatte de paus de moed op om de Palestijnse president Mahmoed Abbas en president Sjimon Peres voor een vredesdialoog in het Vaticaan uit te nodigen. De paus zou toch moeten weten dat Peres nog slechts enkele maanden president van de Joodse staat is en er dus van hem geen wonderen kunnen worden verwacht. De paus zou ook moeten weten dat nog maar kort geleden Netanjahoe een door Peres ondernomen vredespoging met Abbas torpedeerde. Het is niet de eerste keer dat Peres zijn vredesneus stoot aan een Likoedpremier. In de tachtiger jaren sloot hij achter de rug van premier Yitshak Shamir een vredesverdrag met de Jordaanse koning Hoessein in Londen. Peres was toen in het rotatie-akkoord met Likoed vicepremier in de regering van nationale eenheid. Shamir zette een dikke rode streep door dit akkoord.
De hoge pauselijke invitatie heeft slechts de uitstraling van een gebaar. Ik heb tot mijn grote spijt en verdriet de hoop op vrede tussen Israël en Palestina laten varen. Tranen zullen blijven vloeien … daar en hier. Dat is ons lot. En we zullen nooit weten of het anders had gekund. Want vrede kan je alleen met vrede proeven.