Wat is het verband tussen het unanieme besluit van het Jordaanse parlement om Israëlisch gas uit de gasvelden in de Middellandse Zee te weigeren en de Palestijnse kwestie? Vraag het de Jordaanse koning Abdoellah maar, die weet het wel.
De Jordaanse parlementariërs willen geen Israëlisch gas omdat hun land daardoor nog afhankelijker zou worden van Israël. Pro forma is dat ook de insteek van de Jordaanse koning, die voor het sluitend krijgen van de begroting van zijn hasjemitische koninkrijk toch stiekem Israëlisch gas naar de elektriciteitscentrales in zijn land laat pompen. Het contract dat de Jordaanse regering in 2006 met de zegen van de koning met het Israëlische consortium tekende zou de Jordaanse schatkist de komende tien jaar een half miljard dollar besparen.
Om wat toe te geven aan de sterke anti-Israëlische gevoelens van de Palestijnse meerderheid in zijn land heeft de koning de betrekkingen met Israël flink laten afkoelen zonder inbreuk te maken op het vredesverdrag dat de vermoorde Jitschak Rabin indertijd met zijn vader sloot.
Het goed getrainde en gedisciplineerde bedoeïenen-leger beschermt de hasjemitische troon tegen Palestijnse aspiraties om koning Abdoellah van de troon te stoten. In de jaren zeventig van de vorige eeuw heeft dit leger een Palestijnse opstand – Zwarte September – keihard neergeslagen en toen zelfs een groot Palestijns vluchtelingenkamp onder zwaar artillerievuur gelegd, met als gevolg duizenden doden.
Koning Abdoellah vreest dat mogelijke Israëlische annexatieplannen van de Westelijke Jordaanoever, of belangrijke delen ervan, met goedkeuring van president Trump, een massale Palestijnse uittocht naar Jordanië tot gevolg kan hebben en dus zijn machtspositie zou kunnen aantasten. Hij wil niet meer Palestijnen in zijn land.
Maar ook bereiken de koning berichten uit de Israëlische media dat ultrarechtse kringen in Israël een einde willen maken aan het hasjemitische koningshuis om in Jordanië een Palestijnse staat te stichten waar de Palestijnen uit het door Israël in te lijven gebied onderdak kunnen vinden. Wat voor de koning een nachtmerrie is, is voor de Israëlische extremisten van rechts dé oplossing van het Palestijnse conflict.
Het Israëlische gas dat in Jordanië zoveel stof doet opwaaien, stroomt via de pijpleiding van Asjkelon naar de Egyptische stad El-Arisj en speelt inmiddels ook een belangrijke rol in de Israëlische economie.
Met een Amerikaans consortium heeft Israël twee gas- en olievelden – Levitian en Tamar – in de Middellandse Zee op 125 kilometer ten westen van Haifa tot ontwikkeling gebracht. Levitian zou 85 miljard kubieke meter gas kunnen leveren, Tamar moet het doen met de helft. Er zijn plannen gas uit deze velden via een pijpleiding naar Griekenland en verder Europa in te pompen.
De ontdekte en tot ontwikkeling gebrachte olie- en gasvelden in de Middellandse Zee hebben Turkije wakker geschud. Ankara doet nu ook aanspraken gelden op delen van de zee nabij Cyprus en zet die vermeende aanspraken met maritiem machtsvertoon kracht bij. Nu al zijn er incidenten tussen Israëlische en Turkse marinevaartuigen die naar gasvelden bij Cyprus zoeken.
Gas is voor Israël zowel een economische zegen als een politiek hoofdpijndossier geworden.