Ik maak me grote zorgen over de aard van het politieke debat in de Joodse staat. Scheldpartijen en beledigingen komen in de plaats van intelligente discussie of beschaafde meningsverschillen.
De waarheid gebiedt me te vermelden dat het Israëlisch/Joodse temperament vurig is. Argument en tegenargument zijn kenmerkend voor de Talmoedstudie. Misschien zit het in de genen om fel uit te vallen tegen ideeën die Israëli’s/Joden niet aanstaan.
Maar dat is nog geen excuus om bijvoorbeeld de Amerikaanse ambassadeur in Israël, Shapiro, uit te maken voor ‘Jew boy’ of ‘zichzelf hatende Jood’. Waaraan had deze gezant de eer te danken?
Volkomen terecht wees hij er in een rede op dat Israël voor Israëli’s en Palestijnen in bezet gebied twee juridische maatstaven hanteert. Hij impliceerde dat Israël zich daardoor tot een apartheidsstaat ontwikkelt. Het democratisch karakter van Israël komt in gevaar, waarschuwde de Amerikaanse gezant. Deze manier van spreken en denken is typerend voor de Amerikaanse politiek onder president Barack Obama ten aanzien van Israëls nederzettingenpolitiek. Ik ga ervan uit dat de Amerikaanse gezant uit naam van zijn regering in Washington sprak en niet op eigen initiatief zoutzuur los liet op de regering Netanjahoe.
Het sterke nationalistische kamp ontstak in woede over de ongepast brutale wijze waarop deze ‘Jew boy’ het lef had Israëls apartheidspolitiek te bekritiseren. Onze ‘Jew boy’ moet wel geschrokken zijn van de vuiligheid die over hem werd uitgespoten. Het speet hem dat hij zich zo had uitgelaten, zei hij in een radio-interview.
Amerikaanse presidenten hebben de gewoonte Amerikaanse Joden als ambassadeurs naar Israël te sturen. Indyk, Kurzer, en nu Shapiro, zijn enkele eruit springende voorbeelden. Terug in Washington namen Indyk en Kurzer de kortzichtige annexatiepolitiek van Netanjahoe onder vuur. Ik vermoed dat de aardige Jood Shapiro in dezelfde liga zal spelen zodra hij zijn hielen uit het wespennest Israël zal hebben gelicht.
Ik denk dat de opvolger van Obama in het Witte Huis er verstandig aan doet geen Joodse ambassadeurs meer naar Israël te sturen, zeker als ze nog dati zijn ook. Dat soort gezanten wordt verscheurd door loyaliteit aan de ‘koning in het Witte Huis’ en hun intrinsieke hartstocht voor het Joodse land.
En wat dan met betrekking tot Joodse correspondenten, zoals ik indertijd was? Die hebben geen ‘koning’ boven zich, die zijn onafhankelijk. Die moeten, Jood of niet, de journalistieke lat hoog laten liggen en zoveel mogelijk in hun berichtgeving de objectiviteit dienen. Ook als dat je als Jood pijn doet. Maar alleen de waarheid is de getuigenis van de waarheid.