Bedoeïenen in de Negev-woestijn hebben duizenden illegaal gebouwde woningen of wat er op lijkt opgetrokken. Dat is niet zo verwonderlijk, omdat de Israëlische staat in gebreke is gebleven voor hen te bouwen. Maar ja, die mensen moeten toch wel ergens onderdak hebben nu het hen moeilijk wordt gemaakt nomaden te blijven.
Nood breekt wet en dus is er op grote schaal illegaal gebouwd. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor de leefbaarheid in die huizen/onderkomens. Illegaal, dan geen elektriciteit, geen aansluiting op het waternet, geen wegen, niks dus om het leven een beetje moderner en aangenaam te maken.
“Het kan verkeren” zou de Nederlander Bredero hebben gezegd. Zo is het ook. Voor het eerst in Israëls geschiedenis maakt een Arabische partij deel uit van de door Naftali Bennett geleide regeringscoalitie. Met slechts vier zetels in de Knesset kan de islamitische Ra’ampartij deze coalitie maken of breken. Zo kwetsbaar is deze regeringscoalitie. Voor Mansour Abbas, de leider van Ra’am, een unieke gelegenheid om op te komen voor de Israëlisch-Arabische gemeenschap, twintig procent van de Israëlische bevolking. Hij doet dat met verve. In het bijzonder komt hij met succes op voor de belangen van de misdeelde Bedoeïenen in de Negev, aan wie hij zijn electoraal succes heeft te danken.
Tot ontsteltenis van de rechtse oppositie, Likoed en andere rechtse partijen, heeft de Knesset na een uit de spuigaten lopend debat besloten de illegale woningen van de Bedoeïenen aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Het debat over deze wet liep uit op een botsing tussen Likoed-politici en parlementariërs van Ra’am over het gebruik van het Arabisch.
De woordvoerder van Ra’am richtte zich vanaf het spreekgestoelte in het Arabisch tot de Arabische burgers van Israël. De emoties liepen hoog op. Arabisch in het Joodse parlement? Het leek wel alsof de Likoed-politici aan het graf van de zionistische revolutie kwamen te staan, alsof Arabisch vergif is voor de Joodse staat. Ten tijde van de regering van Benjamin Netanjahoe werd Arabisch van de tweede officiële taal naast Hebreeuws gedegradeerd tot een omgangstaal.
Dit als gevolg van het aannemen van de omstreden wet op de Joodse natiestaat (2008) door de Knesset. Deze wet stipuleert dat Israël uitsluitend het land van het Joodse volk is.
Vandaar de ontembare woede van rechtse parlementariërs toen vertegenwoordigers van Ra’am zich in het Arabisch tot hun achterban wendden om het succes van de aansluiting van de Bedoeïenen op het elektriciteitsnet te vieren. Premier Bennett nam het op voor het recht van Ra’am zich in het Arabisch uit te drukken.
Per slot van rekening heeft hij Ra’am nodig om zijn coalitie bij elkaar te houden.