Als een ex-ambassadeur aan politieke psychologie doet, kun je rekenen op vuurwerk. Michael Oren, vertrouweling van premier Benjamin Netanjahoe en in die hoedanigheid ex-ambassadeur in Washington, heeft in zijn recente boek De geallieerde het vuurwerk in alle kleuren en vormen aangestoken.
Oren meent een verklaring te hebben voor de afstand die president Barack Obama van zijn tegenspeler Netanjahoe in Jeruzalem heeft genomen. Met zijn vermeende diepe inzicht in de psychologie van de Amerikaanse president concludeert hij dat Obama zijn hand reikt naar de islam omdat zijn twee Islamitische vaders (een Keniaan en later een Indonesiër) hem in de steek hebben gelaten. Boem. Die zit. Nu weten we het. Het heeft niets te maken met Israëls politiek. Het zit veel dieper. Het is Obama’s Islamitische ziel die een gordijn heeft opgetrokken tussen hem en Netanjahoe.
Michael Oren is tot zijn conclusie gekomen nadat hij volgens zijn zeggen zichzelf een ‘Obama-cursus’ heeft opgelegd door alles wat de president heeft gezegd en geschreven te lezen en voor zichzelf uit te leggen. Ik vraag me af of deze diplomaat alvorens zijn geloofsbrieven aan president Obama te overhandigen, van de Mossad een spoedcursus psychologie heeft moeten volgen zodat hij door de mist om Obama heen kon kijken. You never know. Oren meent te weten waarom Obama afwezig was bij de grote demonstratie in Parijs na de aanslag op het satirische weekblad Charlie Hebdo en de kosjere slagerij er vlakbij. Obama kon het volgens onze superpsycholoog niet opbrengen te protesteren omdat hij die verschrikkelijke moordpartij niet kan zien als een uiting van de radicale islam, maar die beschouwt als een afwijking van de islam. Hoe weet hij dat? Een dikke duim? En zo gaat het maar door in het boek (uittreksels gelezen) en in interviews in de Amerikaanse media. Een frontale aanval op Obama door een Israëlische oud-ambassadeur in de VS tegen de Amerikaanse president. Het is ongehoord en ongelooflijk dom. Netanjahoe heeft het niet kunnen opbrengen afstand te nemen van de aanvallen van Oren op Obama. Daar is een goede reden voor. Welke? In een confrontatie met Martin Indyk, een Amerikaanse oud-gezant in Israël, in een programma van CNN, legde Oren uit dat hij zijn boek heeft geschreven om te waarschuwen voor de overeenkomst die Obama lijkt te gaan tekenen met Iran over de nucleaire problematiek. Ik vraag me oprecht af of het verstandig is Obama een rode lap voor te houden. Dan Shapiro, de Joodse Amerikaanse gezant in Israël, merkte op dat Oren het vuurtje tegen Obama opstookt om de verkoop van zijn boek te stimuleren.
Michael Oren trekt in zijn boek ook van leer tegen Amerikaanse Joodse journalisten. Hij concludeert dat het grote aantal Joodse journalisten vrijwel nooit tot een pro-Israëlische houding leidt in de Amerikaanse media. Het tegendeel is volgens hem zelfs het geval. Sommige Joodse journalisten bouwen hun carrière op een anti-Israëlische houding, anderen uit de Amerikaanse elite kijken neer op de Oost-Europese Joden en de meer geassimileerde journalisten hebben het moeilijk met Israël omdat het hun identiteitsconflict aanscherpt. Wel beschouwd heeft Oren minachting voor de meeste Amerikaanse Joodse journalisten die het wagen Israël te bekritiseren. Thomas Friedman, de invloedrijke columnist van de New York Times, en naar mijn inzicht vertrouweling van Obama, krijgt ervan langs. Oren plaatst Friedman in de categorie van historische Israël-haters. Als je doordenkt, bedoelt hij Obama natuurlijk.
Vanuit mijn perspectief is het verontrustend dat Michael Oren, in zijn rol van pseudo-historicus en amateur-psycholoog, staat voor het denken en voelen van de huidige, rechts-nationalistische machthebbers in het Joodse land. Waarom zou je anti-Israël zijn als je het echt meent dat het in het grootste belang van Israël is dat er een einde komt aan de bezettingspolitiek met zijn uitwassen? Toch moeten u, lezer, en ik wennen aan een nieuwe realiteit die veel van onze geestelijke energie vergt. Amos Shocken, de zeventigjarige uitgever van Ha'aretz, heeft in een uitvoerig vraaggesprek gezegd dat ‘de kolonisten hebben gewonnen’. Dat is opvallend omdat Ha'aretz in de frontlinie tegen de bezettingspolitiek staat. Ik ben het roerend met Shocken eens. De Israëlische aanwezigheid in Judea en Samaria, de Westelijke oever van de Jordaan, kan niet meer zonder geweld ongedaan worden gemaakt. Er moet naar andere vormen worden gezocht om Joden en Palestijnen samen te kunnen laten leven. Het al lang geleden ingezette kolonisatieproces draait uit op een eenheidsstaat, waarin uiteindelijk een Palestijnse meerderheid wegens de demografische ontwikkelingen onvermijdelijk is. Dat willen Netanjahoe en zijn aanhang ook niet. Wat wel? Een confederatie? Is een theoretische mogelijkheid of verregaande Palestijnse bestuursautonomie, minder aantrekkelijk voor de nationale ambities van de Palestijnen? Het Midden-Oosten zit in een onvoorspelbare stroomversnelling. Ik voorzie dat naarmate ISIS opdringt, Palestijnen en Israëli’s geconfronteerd worden met dezelfde uitdaging. Dat kan het politieke denken andere wegen doen inslaan.