Fictie en werkelijkheid werken verwarrend op het historisch perspectief. Dat is natuurlijk altijd zo geweest maar in onze tijd van hyperbreedbandinformatie neemt die verwarring snel toe. Ik werd deze week getroffen door een opzienbarende ontwikkeling met betrekking tot het zinken van de Titanic, het veiligste schip aller tijden, tenminste dat had het moeten zijn, nu honderd jaar geleden. De media hebben daar opvallend veel aandacht aan besteed. Het fixeren op die gebeurtenis in het ijskoude water is natuurlijk gestimuleerd door de gelijknamige film over het vastlopen van de Titanic op een ijsberg. Heeft die ramp, die meer dan vijftienhonderd mensen het leven kostte, inderdaad plaats gevonden? Niet eens tot mijn verbazing stroomden bij CNN mails binnen, zo in de zin van ‘is het echt gebeurd? Ik dacht dat het een film was’. Het waren jonge mensen die op deze manier realiteit met fictie verwarden.
Dat is precies het mechanisme van propaganda, dat de drager van de leugen en daardoor van de misdaad is geworden. De realiteit wordt omgebogen tot een fictie. Nu de Dodenherdenking weer naderbij komt, is het goed te beseffen dat het Duitse volk vanaf 1933 - toen Adolf Hitler langs democratische weg werd gekozen, zijn partij won de verkiezingen - door de meesterpropagandist Goebbels in de fictie van de ‘Joodse ondermens’ is gaan geloven. Duitsers die met hun Joodse buren leefden, kregen de blinddoek van de haat om en lieten zich wellustig meeslepen in de grootste collectieve industriële misdaad aller tijden: de gaskamersjoa. Zo groot is de macht van de vertekening van de werkelijkheid. Wij allemaal worden dagelijks door de niet te stuiten mediastroom aan die macht onderworpen. Wat is waar, wat is propaganda? Het nieuws uit alle delen van de wereld vliegt ons om de oren. Hoe controleerbaar is het? Waarop moeten we onze mening baseren? CNN heeft aan de stroom filmpjes die de opposanten van het regiem van Bashir al-Assad op YouTube wisten te plaatsen, toegevoegd dat deze beelden niet konden worden gecontroleerd. Ze zouden dus gemanipuleerd kunnen zijn. Ik denk dat dit niet het geval is. Maar deze slag om de arm bewijst dat de CNN-redactie zich bewust is van de gevaren die ongecontroleerde journalistiek met zich meebrengt voor het vellen van een oordeel. Ik zou nog tientallen voorbeelden kunnen geven om het probleem van de nieuwe, ongecontroleerde informatie, ook wel nieuwe journalistiek genoemd, te accentueren.
Israël en de Palestijnen zijn in een media-oorlog verwikkeld waarbij realiteit en fictie elkaar vaak niet kunnen verdragen. Ik lees nu een boek van de Palestijnse schrijfster Susan Abulhawa Ochtend in Jenin. Heel poëtisch maar ook keihard beschrijft zij het lot van de Palestijnen sedert 1947. Ik haal ter ondersteuning van mijn visie op werkelijkheid en fictie de noot van de schrijfster aan die zij aan het boek toevoegt. ‘De karakters in dit boek mogen fictief zijn, dat geldt niet voor Palestina. En evenmin voor de historische gebeurtenissen en figuren in dit verhaal.’ Voordat ik deze noot las kreeg ik de indruk met een literaire biografie te doen te hebben. In dit boek worden Israëlische soldaten en burgers als moordenaars, maar ook in enkele gevallen als humane wezens opgevoerd. Er is trouwens ook weinig sympathie voor de ‘Arabische broeders’ en voor de moordenaars van de Jordaanse koning Hoessein die Palestijnen op last van hogerhand uit de weg ruimden. Wat is de historische waarde van een dergelijk boek als historische feiten met fictie worden opgevuld en verdraaid misschien? Dit boek is in twintig talen vertaald. Het is een harde aanklacht tegen Israël en daardoor een instrument in handen van de Palestijnse propaganda tegen de Joodse staat. In haar boek laat de schrijfster uitkomen dat de Palestijnse historicus Edward Said grote invloed heeft gehad op het schrijven van het boek. Said zei haar het diep te betreuren dat de Palestijnse stem in de literatuur ontbrak. (Niet waar, want er zijn grote Palestijnse dichters). Ochtend in Jenin verrast hier en daar door schitterend proza, zoals we dat kennen van schrijvers uit het Oosten die geuren en kleuren op het palet van de verbeelding menselijk maken. Een aanrader? Ja, als je er tegen kan hoe Palestijnen Israël zien en beoordelen. Fictie en gededuceerde werkelijkheid lopen door elkaar. Het zal in de strijd om begrip voor eigen parochie nooit anders zijn. Ik doe mijn best me over wereldproblemen, niet alleen over Israël, een zo objectief mogelijk beeld te vormen. Al lezende en kijkende moet ik vaak mijn gedachten bijstellen. Met collega-journalisten van NRC en andere media wissel ik informatie uit over bijvoorbeeld Iran maar ook over de Verenigde Staten en natuurlijk ook over Israël. Mijn conclusie is dat mensenrechten de leidraad voor het oordeel over de geschiedenis moeten zijn.