De Gaza-oorlog heeft de spanningen in Israël tussen voorstanders van een onverzoenlijk optreden tegen Hamas en meer gematigde Israëli’s tot een ongekend hoogtepunt opgevoerd. Ik herinner me de sfeer van onverdraagzaamheid voor de moord op premier Yitschak Rabin in 1995. Ik was getuige van een demonstratie in Afula, kort nadat daar een Hamas-aanslag dood en verderf zaaide. “Rabin moet worden vermoord,” scandeerde de massa. Waarom? Omdat hij Yasser Arafat de vredeshand had gereikt. De oproep tot moord werd verhoord en werd zelfs door invloedrijke rabbijnen in nederzettingen op de Westelijke oever van de Jordaan aangemoedigd. In die dagen van hoogspanning was een debat tussen voorstanders en tegenstanders van van een vredesoplossing met de Palestijnen mogelijk. Die marge is nu zo smal, de haat zo heet, dat Shai Piron, de minister van onderwijs, heeft besloten de eerste week van het nieuwe schooljaar te wijden aan het ontbreken van tolerantie en daaruit voortvloeiend discriminatie en haat. “We zijn blootgesteld aan uitdrukkingen van racisme en ophitsing. Dat kan niet worden getolereerd,” zei hij. Piron vindt het verwerpelijk dat Israëlische Arabieren (Palestijnen), linkse Israëli’s en zelfs ook vromen vanwege hun opvattingen als tweederangs burgers worden gediscrimineerd. Rabbijn Piron was decaan van de Petach Tikva Hesder Yeshiva alvorens uit naam van de Toekomst-partij minister van onderwijs te worden in de regering van Benjamin Netanjahoe.
Ik vind het prijzenswaardig en belangrijk dat minister Piron heeft besloten de schoolgaande jeugd op de gevaren van intolerantie te laten wijzen. Ik weet uit reacties uit Israël hoe gespannen de verhoudingen zijn tussen diegenen die begrip opbrengen voor het lot van de Palestijnse burgers in Gaza en diegenen voor wie de levens van Palestijnen niet tellen.
Ik schrijf deze zinnen voordat het duidelijk is of het bestand het houdt. Ik hoop het van ganser harte, ik bid en hoop dat Israël en Hamas na deze oorlog het licht zien. Ik weet dat er in Israël en ook in Nederland Joden zijn die dromen van de vernietiging van Hamas en iedere vorm van toenadering tussen de strijdende partijen verwerpen. Het ontbreekt hen aan realiteitszin. Hamas is inderdaad een terroristische organisatie die uit is op de vernietiging van Israël. Hoeveel terroristische organisaties in Afrika en Azië hebben zich niet aan alle regels van menselijke waardigheid onttrokken in de strijd tegen koloniale overheersing. Ze hebben uiteindelijk allemaal gewonnen, in Indonesië, in Vietnam, in Kenya, in Ghana, in Zuid-Afrika, Algerije. Allemaal hebben ze na het verwerven van onafhankelijkheid een modus vivendi gevonden met hun vroegere heersers. Ik ken natuurlijk het argument dat Israël geen koloniale mogendheid is. Het probleem met deze gedachtegang is dat David Ben Goerion de deling van Palestina in een Joodse en Palestijnse staat aanvaardde. Daaruit volgt dat een koloniale situatie is ontstaan nadat in de oorlog van 1967 Palestijns gebied werd veroverd. In het akkoord van Oslo legde de PLO zich neer bij de tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog in 1948 door Israël veroverde Palestijnse gebieden maar beschouwde de Israëlische veroveringen in 1967 als de basis voor de stichting van een Palestijnse staat naast Israël.
De PLO, Fatah en later Hamas, zijn organisaties die voort zijn gekomen uit de stichting van de staat Israël, de daarop volgende Israëlische overwinningen en Arabische/Palestijnse nederlagen. In welke vorm ook, het Palestijnse verzet tegen Israëlische overheersing is inherent aan de situatie. Israël, onder welk regering ook, kan daar niet om heen. Dat is naar mijn vaste overtuiging de weg om ook Hamas te bevrijden van haar ideologische, religieus gemotiveerde, ontkenning van Israël. Ik weet dat het een moeilijk begaanbare weg is, dat er bovenmenselijke moed voor nodig is, niet alleen voor Israël maar ook voor Hamas, om in deze geladen oorlogssfeer, de ogen te openen voor een nieuw perspectief. Zo niet, dan geeft deze oorlog de maat voor veel geweld en de oorlogen die er op zullen volgen.