De Franse tv-zenders besteden opvallend veel aandacht aan Joodse en Islamitische onderwerpen op een manier zoals wij die in Nederland niet kennen. Ik heb volledige sjoeldiensten op het Franse scherm gezien en ook uitgebreide aandacht voor Islamitische gebeurtenissen. Afgelopen zondag opende ik weer een Frans tv-programma waarin gedurende een uur de Franse opperrabbijn Gilles Bernheim en Mohammed Moessawi, de leider van de Franse Islamieten, aan het woord kwamen. Onderwerp van gesprek was natuurlijk de afschuwelijke moordpartij door een jonge Islamiet in Toulouse op drie Joodse kinderen en een rabbijn, die vooraf werd gegaan door de moord op drie Franse soldaten die in Afghanistan hadden gediend. Het trof me hoe beiden op elkaar waren afgestemd en zich inspanden om incidenten tussen Joden en Islamieten te voorkomen. Ze kozen hun woorden zorgvuldig.
Rabbijn Bernheim viel slechts één keer uit zijn rol toen hij een onderscheid maakte tussen gematigde en extremistische Islamieten. Moessawi wees dat onderscheid onmiddellijk van de hand. De Islam is één zei hij. ‘U zegt toch ook niet dat er gematigde en extremistische Joden zijn?’ In Israël wordt dat onderscheid wel gemaakt maar dat hoeft Moessawi natuurlijk niet te weten. Ook op een ander punt kwam een tactisch meningsverschil tussen de rabbijn en Moessawi (een wiskundige) naar buiten. Nogal geëmotioneerd riep de spirituele leider van de grote Joodse Franse gemeenschap (meer dan een half miljoen Joden in Frankrijk) op tot het organiseren van een massademonstratie tegen geweld op Place de la Bastille (waar de Franse revolutie zegevierde). Islamieten, Joden en Christenen zouden daar in groten getale de handen ineen moeten slaan om onweerlegbaar duidelijk te maken dat de Fransen een grote maatschappelijke barrière opwerpen tegen iedere vorm van terrorisme.
‘Die demonstratie moet zo snel mogelijk plaats vinden’, zei de rabbijn. ‘Geen goed idee’ repliceerde Moessawi. Het idee van een dergelijke demonstratie omarmde hij, maar dan wel graag na de Franse presidentsverkiezingen. Terecht wees hij er op dat een dergelijke massademonstratie nu, koren op de molen zou zijn van de Franse presidentskandidaat Sarkozy, de voor herverkiezingen strijdende president der Fransen. De terroristische aanslag in Toulouse is misschien het moment geweest dat Sarkozy voor een nederlaag tegen de socialist Hollande heeft behoed. Sarkozy wierp zich op als de grote terroristenbestrijder. Enkele dagen lang beheerste hij het nationale debat. Meer dan dat. Hij gaf opdracht preventief tegen de honderd potentiële Islamitische terroristen in hechtenis te nemen. Groot vertoon op de tv en in de kranten. Sarkozy, vader des vaderlands. Misschien werkt het voor hem in de stembus binnenkort.
Misschien daarom ook wees Moessawi de suggestie van rabbijn Bernheim om nu te demonsteren van de hand. Misschien ziet hij Sarkozy liever uit het Elysée verdwijnen dan dat hij er met een naar zijn idee rechtse, anti-Islamitische agenda blijft zitten. Om deze nuance onder anderen was het debat tussen beide leiders instructief. De grote demonstratie die de eensgezindheid van de Fransen tegen terreur, tegen terreur van Islamitische huize, moet vertolken, komt er. Na de verkiezingen. Mohammed Moessawi had het er moeilijk mee dat over de Islam de zweem van terrorisme hangt. De Islam is tegen terreur, tegen moord, betoogde hij en ook zou het onzinnig zijn dat de Islam vrouwen zou discrimineren. Dat het wel gebeurt in Islamitische landen en gemeenschappen is een afwijking van de Islam, want die is zuiver en goed. Ook de Joodse godsdienst is zuiver en goed, maar ook wij kennen onze excessen, nietwaar? Het was een goed debat, een uur lang. Ingetogen, beheerst, en positief. Maar warm was het niet. Je kon voelen dat die beheersing door de spanningen tussen de Joodse en Islamitische gemeenschappen werd afgedwongen. Ook om die diepere reden was het debat instructief.