Het goede nieuws van deze maandagochtend in Ramat Hasharon is dat het doordringende schallen van de alarminstallaties vals was. Geen raket uit Gaza bereikte deze voorstad van Tel Aviv. Het dagelijks leven hier maakt op mij een normale indruk. De cafés en restaurants zijn vol, de mensen lopen rustig in de hitte op straat, zonder een transistorradio aan het oor. Met mijn kleinkinderen bracht ik zondag uren aan het strand bij Herzliya door. Slechts een paar gele strandstoeltjes waren niet bezet. Welke conclusie moet ik daaruit trekken? Heeft Hamas geen lange afstandsraketten meer? Of is het Israëlische antiraketsysteem zo effectief - en dat is het - dat Hamas er van afziet de laatste raketten die Tel Aviv kunnen bereiken in te zetten?
De kalmte die ik hier ervaar, is natuurlijk schijn, want Israël is al meer dan vijftig dagen in oorlog met Hamas in Gaza. Vijftig kilometer ten zuiden van Tel Aviv worden de mensen dag en nacht opgejaagd door inkomende raketten, voorafgegaan door elektronische alarmwaarschuwingen. Asjdod, Asjkelon en kibboetsiem nabij de strook van Gaza liggen onder aanhoudend raketvuur. Het zijn geen echte raketten maar mortieren uit de wapenindustrie van Gaza die de mensen in het zuiden van Israël uit hun woonplaatsen verdrijven. Ik heb geen idee wanneer ze weer naar huis kunnen, want het einde van de uitputtingsoorlog tussen Israël en Hamas is niet in zicht. Het ziet er naar uit dat zeker in het zuiden van Israël het schooljaar volgende week om veiligheidsredenen niet kan beginnen. Ouders denken er niet aan hun kinderen aan raketgevaar bloot te stellen. Het economische leven in het zuiden van Israël is volledig ontregeld.
Vorige week vrijdag werd de vierjarige Daniël Tragerman gedood door een granaatscherf in de onder zwaar vuur liggende kibboets Nahal Oz, vlakbij de scheidslijn met Gaza. De vroege dood van dit kind heeft kranten, radio en tv tot maandag beheerst. Ik deel het verdriet van de ouders maar ik neem afstand van de manier waarop zijn dood enkele dagen een rechtvaardiging leek te zijn voor de aanhoudende zware Israëlische luchtaanvallen op Hamas-doelen in de strook van Gaza.
Nogmaals, ik deel het verdriet van de ouders, maar waarom geen woord over de honderden Palestijnse kinderen die in hun prille, onschuldige bestaan, door de Israëlische bommen en granaten zijn gedood. De in haat omgeslagen Israëlische verontwaardiging en woede over de Hamas-oorlog tegen Israël heeft geen ruimte voor minimale empathie met de vijand. Dat is een oorlogswet die zich hier opnieuw bewijst. Dat is het 'geheime wapen' van nationale eenheid in oorlogstijd. Niet alleen hier, maar overal. Voor afwijkende meningen is geen plaats. Ook hier niet. Nooit zijn de spanningen in de Israëlische samenleving tussen links en rechts zo groot geweest als tijdens deze oorlog. Hamas heeft een zenuw in het Joodse land geraakt.
Deze oorlog duurt nu al meer dan vijftig dagen. Oorlog? Ik denk dat het begrip uitputtingsoorlog meer op zijn plaats is. Weer gaat de eeuwige waarheid op dat het beginnen van een oorlog gemakkelijker is dan het beëindigen ervan. Ik vraag me af of premier Benjamin Netanjahoe heeft voorzien dat Hamas zo lang stand zou houden dat leiders van deze Islamitische fundamentalistische organisatie nu van een 'overwinning' spreken. Ondanks de moord op militaire leiders van Hamas en escalerende bombardementen blijkt Hamas nog over een groot raketpotentieel te beschikken. Dat doet me denken aan de laatste Libanese oorlog. Israël slaagde er toen niet in een militair einde te maken aan de zware raketbeschietingen. Waren de Israëlische inlichtingendiensten voldoende op de hoogte van de Hamas-tunnels en van de verborgen raketlancerings-posities? Deze en andere vragen zullen ongetwijfeld het Israëlische debat gaan overheersen als de oorlog eindigt.
Is het einde inzicht? Zijn beide partijen voldoende gepijnigd om de strijdbijl te begraven?
Enkele door Egypte bemiddelde bestanden hebben om uiteenlopende redenen geen stand gehouden. Israël weigert de blokkade van de strook van Gaza op te heffen en in te stemmen met een haven en vliegveld daar. Hamas neemt met minder kennelijk geen genoegen, ook niet als door Egypte tussenstappen worden voorgesteld. Het is te ingewikkeld om het hele scala aan diplomatieke opties hier te analyseren. Het laatste idee is het Hamas-probleem in te kapselen in een Israëlisch-Palestijnse vrede volgens het Saoedi-Arabische vredesplan uit 2002. Zelfs de minister van buitenlandse zaken, Avigdor Lieberman, ziet daar nu wel wat in.
Dat zou neerkomen op een Palestijnse staat naast Israël in de in 1967 veroverde gebieden en ook de verdeling van Jeruzalem inhouden! Je moet het wel geloven. De gedachtegang is dat Israël gemene zaak moet maken met Egypte, Saoedi-Arabië, Jordanië, de Emiraten en de Palestijnse autoriteit in Ramallah, tegen Hamas; dat wil zeggen, deze organisatie ontdoen van haar ideologische ontkenning van de staat Israël.
Op de achtergrond van deze coalitie staat ook het gevaar dat er van het ISIS-kalifaat uitgaat voor het voortbestaan van enkele coalitiegenoten. Op langere termijn kan ISIS een groter gevaar voor Israël vormen dan Hamas nu, als deze moordenaars met de zwarte vlag zich meester maken van Jordanië en ook vaste voet aan de grond krijgen in de Palestijnse gebieden. Volledig ten onrechte wordt in Israël Saoedi-Arabië als een gematigd land gekwalificeerd. Daar worden toch nog mensen onthoofd en is er van vrouwenrechten geen sprake. Het Midden-Oosten is in opschudding door de aanhoudende successen van de moordenaars van ISIS. Niet zo lang geleden proclameerde de Amerikaanse president Barack Obama dat het einde van het moordregime van de Syrische dictator Hafez-el-Assad in zicht is. Nu overweegt hij met hem de strijd aan te gaan tegen ISIS. Waar is de moraal? In de ‘realpolitik’ bestaat die niet, nu niet en nooit.