Israël kraakt in zijn voegen. Te weinigen hier willen of kunnen dat zien. Ik wil met het gebruik van het werkwoord kraken niet aangeven dat de boot gaat zinken. Nee, dat niet. Het leven is te goed en te mooi hier. Het land is in volle ontwikkeling. Er komt een snelle treinverbinding tussen Tel Aviv en Jeruzalem. Er wordt hard gewerkt aan een metro in de Tel Aviv metropool. Het centrum van Tel Aviv, dat ik op mijn duimpje kende, is door hoogbouw en andere projecten van karakter aan het veranderen.
Laat ik het zo zeggen: Israël zit in een opvallende groeifase, gedragen door een bloeiende economie, op de vleugels van een wereldwijd bewonderde hightech industrie. Dat hypermoderne dringt ook door in de gewone samenleving. Neem bijvoorbeeld de bus. De stem in de bus zegt je welke halte de volgende is. Het blijft niet bij de naam van de halte. Je kan op een scherm lezen hoeveel meter nog …400, 350… tot nul bij de halte waar je wilt uitstappen. Ik vind dat een schitterende service. Bij oversteekplaatsen staan paaltje. Je drukt op een gele knop en de paal zegt waar je bent, bijvoorbeeld op Ben Jehoeda in Tel Aviv. De paal zegt nog meer: …in zuidelijke richting naar de Allenby, in noordelijke richting….
Ook de kwaliteit van het eten heeft grote sprongen vooruit gemaakt. Met een voldaan gevoel is het prettig naar toneel, naar de bioscoop of naar een andere ontspannende avond te gaan in een bar of café. Wat mij tijdens mijn verblijf in Israël opvalt, is de enorme verscheidenheid aan culturele activiteiten. Je zou denken dat artiesten door de boycot BDS van Israël schuwen dit land te bezoeken. De top van de wereldmuziek komt echter hier. Uit Cuba, uit Canada, Rusland en tal van andere plekken op deze aardbol. Dus toch deel van de wereld. Zo voelt het.
Natuurlijk is het ook een goed gevoel dat Israël gevrijwaard is van terreur. Soms slipt er een Palestijnse terrorist door het veiligheidssysteem. De dagen dat Israël in de greep was van moordende terreur lijken vergeten te zijn.
Waarom kraakt dit land dan toch geruisloos in zijn voegen? Als het leven goed is voor de meesten Israëli's valt het niet op dat de Joodse staat door sterke nationalistische stromingen wordt geschaakt. Aan de fundamenten van de democratie wordt geknaagd om de greep op de Palestijnse gebieden, de Westelijke oever van de Jordaan, te verstevigen, om aan te sturen op inlijving van zoveel mogelijk gebied en de stichting van een Palestijnse staat in de doofpot van de geschiedenis te plaatsen. Met een volle buik, met tevreden mensen voor de tv kan dat lukken.
Rechts is bezig met een onstuitbare opmars. Politici en columnisten die het perspectief van een Palestijnse staat nog voor ogen hebben, hebben het nakijken. Hun arsenaal is uitgeput.
En zo lijkt de klok van de geschiedenis honderd jaar terug te draaien, naar die historische datum van 2 november 1917, toen de Britse minister van Buitenlandse Zaken lord Balfour plechtig verklaarde dat de Joden recht hebben op een Joodse nationaal tehuis in Palestina, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Britten op Turkije werd veroverd. In deze nu omstreden historische verklaring wordt wel gesproken over eerbiediging van de rechten van de Arabische inwoners van Palestina, maar de Britse lord voorspelde geen stichting van een Palestijnse staat in het grote gebied in het Midden-Oosten dat onder Brits mandaat kwam te staan.
Ik stel vast dat die leemte in de verklaring van de Britse minister van Buitenlandse Zaken wordt geëerbiedigd door Israël.
Het versluieren van de Palestijnse realiteit knaagt aan de Israëlische democratie en is een tijdbom die eens zal ontploffen in een andere historische context dan we nu kennen, maar in een Midden-Oosten dat een ander, nog fanatieker gezicht zal krijgen.
Daarom kraakt dit land met een dikke buik van nationalistische zelfvoldoening in zijn voegen. Onhoorbaar nog.