Hij vocht in 1948 in Israëls Vrijheidsoorlog. Hij geloofde in een rechtvaardig, humaan zionisme. Hij verzette zich tegen de greep van de religie op de staat. Na een lange juridische strijd werd hij erkend als ‘zonder godsdienst’. Het woord Jood werd uit zijn identiteitspapieren geschrapt. Tot zijn 83ste jaar heeft de vorige week overleden rebelse schrijver Yoram Kaniuk zich vastgeklampt aan het ideaal van een op hoge zionistische waarden gegrondveste Joodse staat.
Hij was niet tegen oorlog als het om het voortbestaan van Israël ging, maar hij was wel tegen de ‘vruchten’ - voor hem ‘zure vruchten’ - van de overwinning in de oorlog van 1967, de Zesdaagse Oorlog. Yoram Kaniuk was voor een Palestijnse staat naast Israël in de gebieden die Israël in 1967 veroverde. Hij huilde om de teloorgang van het socialistische ideaal, om de neergang van de kibboetsim, om de opkomst van een hardvochtig kapitalisme in ‘zijn’ Joodse staat.
In zijn boeken en geschriften beschreef hij het ‘oude’ Israël dat ik nog net voor 1967 heb leren kennen. Er was hoop, er was optimisme, er was saamhorigheid, er was ook veel trots op datgene wat al was bereikt, alhoewel het in Israël in die dagen beslist geen vetpot was. Je kunt, terugkijkend, Kaniuk als een naïeveling kenschetsen. Maar is dat niet het kenmerk van echte idealisten?
Wat is het toch dat Israëls bekendste schrijvers zonder uitzondering ‘Kaniuks’ zijn? Amos Oz, David Grossman en A.B. Yehoshua schrijven en denken in de geest van Kaniuk. Ook zij kijken met heimwee terug naar het ‘verloren ideaal’. Ook zij zijn voor een Palestijnse staat naast Israël. Ook zij waarschuwen voor de funeste weerslag van de aanhoudende bezetting op de Israëlische samenleving. Vervullen deze schrijvers de rol van profeten? Schrijvers die vanuit een diep moreel besef waarschuwen voor hoogmoed en machtsmisbruik.
Ik heb lang genoeg in Israël geleefd om te weten dat hun invloed op de Israëlische realiteit marginaal is. Misschien wel daarom is vrede tussen Israël en de Palestijnen een fata morgana. Je ziet hem aan de horizon maar als je dichterbij komt, blijkt het bluf te zijn. Ik denk dat de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken John Kerry zich door een luchtspiegeling heeft laten verblinden en ondanks zijn stevige inzet om de partijen tot elkaar te brengen, zal moeten constateren dat die fata morgana aan de horizon ongrijpbaar is.