Jenin

Salomon Bouman

vrijdag 20 mei 2022

Ik maak me meer zorgen over de breuklijnen in de Israëlische samenleving dan om de gevaren van buitenaf. De gevaarlijkste interne ideologische breuk is het emotionele, ook religieus beladen meningsverschil tussen links en rechts over de Palestijnse problematiek. Wel of geen Palestijnse staat. Wat voor links bezet gebied is en blijft is voor rechts blijvend bevrijd gebied.

Naast de groeiende ongelijkheid, de armoede aan de onderkant en glanzende rijkdom aan de bovenkant van de samenleving is het Palestijnse vraagstuk een dagelijkse, in bloed gegoten uitdaging.

Als de Israëlische minister van Defensie en oud-chefstaf Gantz zegt dat Israël het beste leger in het Midden-Oosten heeft dan geloof ik hem.

En ik denk dat er in de Arabische hoofdsteden maar ook onder de Palestijnen óók zo over wordt gedacht. De Palestijnen hebben in de huidige fase van de geschiedenis geen bedreigend antwoord op de Israëlische economische, militaire en intellectuele macht. Terreur, soms begeleid door raketten, is hun wanhoopwapen.

Als dit een juiste analyse is, waarom zou Israël dan zo bang zijn voor een serieuze vredesregeling met de Palestijnen? Waarom zouden er zoveel Palestijnen en Israëli’s in dit mini-conflict – het is geen echte oorlog – worden verminkt en gedood? Is dat een wet van Meden en Perzen?

Als Israël volgens minister Gantz de sterkste partij is in het Midden-Oosten, zou Israël toch een vredesrisico kunnen nemen? Of zijn de leiders ideologisch verblind of gewoon lafbekken die niet tegen de gehersenspoelde Israëli’s op kunnen? De man, Jitschak Rabin, die wél de moed opbracht de realiteit onder ogen te zien, werd wegens zijn handreiking naar Jasser Arafat in het hart van Tel Aviv vermoord.

Ik weet niet wie de bekende Palestijns-Amerikaanse journaliste Shireen Abu Akleh vorige week in de stegen van het grote vluchtelingenkamp in Jenin een kogel door haar hoofd heeft gejaagd, wat ik wel weet is dat ze twee keer stierf: één keer in de stegen van Jenin en één keer in Oost-Jeruzalem toen de politie, op jacht naar de Palestijnse vlag op haar kist, de rouwende dragers van de kist met de wapenstok sloegen. Het scheelde maar een haar of de kist was op de grond gevallen. De wereld heeft het gezien. Misschien kreeg Israël bij het Eurovisie Songfestival vanwege de opgeroepen anti-Israëlische sentimenten zo weinig punten.

Ik verwacht niet dat ooit zal worden vastgesteld wie deze veteraan-journaliste van Al-Jazeera heeft gedood. De Palestijnse Autoriteit weigerde samen met Israël een onderzoek in te stellen. Een gemiste kans, hoewel ik wel iets begrijp van het wantrouwen van Palestijnse zijde inzake de Israëlische objectiviteit in deze pijnlijke en voor Israël zo schadelijke gebeurtenis. Ahmed Tibi, een Arabisch Israëlisch parlementslid van de Gezamenlijke Lijst, zegt het wél te weten. Tijdens een emotioneel debat in de Knesset zei hij dat een Israëlische soldaat Shireen had gedood. “Premier Bennett weet dat ook”, riep hij. “Leugenaar”, repliceerde Bennett. “Leugenaar”, riep ook Tibi.

Door de zeer ongelukkige samenloop van omstandigheden in de stegen van Jenin is de voortdurende bezetting weer even in het nieuws.

Israël kan zich troosten met de gedachte dat het nieuws uit Oekraïne het denken en voelen in de Westerse wereld overheerst.

De verontwaardiging zal wegebben. Of is al verdwenen bij het uitkomen van dit nummer van de Crescas-nieuwsbrief. Dat is kenmerkend voor het voortdurende Israëlisch-Palestijnse conflict.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2024

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 0000