Doorbreekt een Saoedi-Arabische schrijfster de muur van wantrouwen tussen Israël en het olierijke koninkrijk?
Het is inmiddels geen geheim meer dat Jeruzalem en Riyad strategische relaties onderhouden, dat Saoedi-Arabische journalisten Israël bezoeken en Israëlische paspoorthouders in het koninkrijk welkom zouden zijn.
Maar er is veel meer voor nodig om de diep ingesleten afschuw van Israël in het streng islamitische Saoedi-Arabië af te zwakken.
Die ruimte wordt geschapen door de hervormingsplannen van de machtige kroonprins Bin Salman.
In die ruimte heeft de schrijfster Raja Bandar een poging gedaan een positief beeld van de Joodse godsdienst te schetsen. Haar boek wordt in het koninkrijk gezien als een voorzetje voor normalisering van de betrekkingen met Israël.
Haar eerste boek Ghurba Yehudiyah (Het weggaan van Joden) is in Saoedi-Arabië een omstreden bestseller geworden. In deze roman vertelt ze dat de dochter van een schatrijke Saoediër en een Joodse vrouw uit Jemen besluit het Jodendom te omarmen, tot woede van haar islamitische vader. Dat is het hoofdthema in deze voor Saoedi-Arabische begrippen opzienbarende roman waarvan de publicatie door de censuur werd gesanctioneerd.
Dat er desalniettemin spanningen in de Saoedi-Arabische samenleving zijn over de tegenover Israël aan te nemen houding blijkt uit de ontzegging van de nationaliteit van een blogger die normalisering van de betrekkingen met Israël propageerde.
Het borrelt in het koninkrijk dus over Israël en dat is een aanwijzing dat het debat over betrekkingen met Israël in de openbaarheid plaatsvindt.
Mijn belangstelling voor de publicatie van het boek van Raja Bandar heeft een hierop gelijkende historische achtergrond. In 1975 interviewde ik de 25-jarige Egyptische journaliste Sana Hassan in Tel Aviv, twee jaar na de Jom Kipoeroorlog en twee jaar vóór de komst van de Egyptische president Anwar Sadat naar Jeruzalem.
Ik citeer uit het interview. Sana: “Ik heb het gevoel dat het conflict tussen ons (Egypte-Israël) ziekelijke proporties heeft aangenomen. Er moet wat aan gedaan worden om er een einde aan te maken voordat we menselijke machines worden die fatalistisch de vernietigende oorlog in gaan. Ik geloof dat beide partijen vrede willen maar door een gevoel van wanhoop en machteloosheid in de cirkel van het geweld worden gehouden. Ik wil voor de vrede werken, die cirkel doorbreken. Ik ben bereid daarvoor een persoonlijk offer te brengen en de last van de kritiek te dragen.”
Ze vertelde dat er in Egypte niet voor haar werd geklapt. Voor haar was het belangrijk in die dagen na de grote oorlog het taboe te doorbreken dat er niet over het bestaan van Israël kon worden gesproken. “Ik voel dat Israël het belangrijkste land in het Midden-Oosten is, waarmee we in de toekomst te maken hebben.”
Ze waarschuwde tijdens het interview dat Israël nooit in vrede zal kunnen leven als er naast Israël in de bezette gebieden geen Palestijnse staat verrijst. “Aan Egypte heeft Israël geen morele verplichtingen wel aan de Palestijnen die zijn het slachtoffer van de stichting van de staat Israël.”
Sana Hassan was de dochter van de Egyptische ambassadeur in Washington, studeerde aan Harvard en trouwde met de raadgever voor perszaken van president Sadat. Dat huwelijk strandde op haar initiatief om naar Israël te gaan, om Israël te leren begrijpen.
Ik herinner me dat ik me niet aan de indruk kon onttrekken dat haar initiatief de goedkeuring van president Sadat had gehad, die via haar inzicht wilde krijgen in de Israëlische psyche. Als ik het gesprek teruglees, valt het me nu op dat ze zo duidelijk zei dat de Israëli’s naar vrede hunkeren. Misschien op basis van die waarneming heeft Sadat besloten in 1977 zijn historisch bezoek aan Jeruzalem te brengen, wetend dat hij met een vredesbelofte en teruggave van de hele Sinaï-woestijn naar Caïro kon terugkeren.
Nog een persoonlijk herinnering aan de oorlog in 1973.
Op de derde dag van de oorlog, toen Israël in militaire nood verkeerde, hield de minister van Defensie, de legendarische Moshe Dayan een persconferentie in Beit Sokolov in Tel Aviv. Dayan spiegelde de Israëli’s voor dat Israël aan de winnende hand was, terwijl hij overwoog het atoomwapen in de strijd te brengen om “Het Derde Huis” te redden.
Aan het eind van de persconferentie stond ik met andere journalisten bij Dayan toen hij in het Ivriet zei: “Uit deze oorlog kan vrede voortkomen.” Ik heb die profetische zin toen ook in mijn artikel voor NRC verwerkt. Dayan begreep inmiddels dat het Sadat niet ging om de vernietiging van Israël maar om de opening van het Suezkanaal.