‘Ik ben een Jood, ik ben een Jood.’ De grote filmster Dustin Hoffman kon op 78-jarige leeftijd zijn emoties niet bedwingen toen hij een paar dagen geleden deze woorden huilend en met een vertrokken gezicht uitsprak. Was het een identiteitsverklaring op hogere leeftijd? Wist Hollywood niet dat deze begenadigde kleine maar grote man op het witte doek een Jood was en is? Wat was de aanleiding voor deze emotionele uitbarsting? Dustin Hoffman werd tijdens een tv-interview geconfronteerd met een ingevuld document met de gegevens van zijn uit Rusland afkomstige grootmoeder op Ellis-eiland, de toegangspoort tot Amerika. Ze was ‘disabled’, miste als ik het wel heb een arm, en had ook andere gebreken toen ze door de toegangspoort tot het ‘beloofde Amerikaanse land’ ging. Haar moed gaf mij leven – of woorden van die strekking - zei Dustin Hoffman en barstte in huilen uit.
Natuurlijk wist heel Hollywood dat hij, als zovelen in de filmindustrie, Jood is. Uit zijn eerste huwelijk met een niet-Joodse vrouw kreeg hij twee kinderen. Hij hertrouwde met Lisa Gottsegen (wat een zegen voor hem) en kreeg van haar vier Joodse kinderen die allemaal bar mitswa en bat mitswa werden. Dustin hervond bij haar zijn diepe Joodse wortels, denk ik. Hij beschouwt zich als een traditionele Jood. Kennelijk moest hij het in dat tv-interview, dat op YouTube te zien is, bijna uitschreeuwen maar hij stikte bijna in zijn tranen. Wat een Joodse emotie!
Diane von Fürstenberg, de beroemde schatrijke Joods modeontwerpster, werd prinses door haar huwelijk met de Duitse prins. In dat hoge milieu was ze als Jodin niet welkom. Haar huwelijk strandde en ze gaat inmiddels veertig jaar, naar ik meen, gelukkig verder met Barry Diller, de Joodse mediummagnaat die goed is voor bijna drie miljard dollar.
Waarom schrijf ik dit? Mijn onlangs verschenen debuutroman Ontmoeting en misverstand: heilig is de drager van onheil gaat ook over de ontwikkeling van de Joodse identiteit, de schok als Joni ontdekt dat hij Jood is en in Israël kolonist wordt.
‘Ben ik een Jood?’ schreeuwt hij tegen zijn ouders in Brooklyn.
Vaak ontmoet ik in Nederland mensen die met hun Joodse identiteit worstelen, plotseling ontdekken dat ze Joodse voorouders hebben en alleen al door dat gegeven in ‘een andere wereld’ komen.
Wat is het toch, dat magische Jood-zijn, ook als je het halachisch niet bent?
Onlangs gaf ik een lezing in Urk. Rein de Wit, voorzitter van de plaatselijke afdeling van het Genootschap Nederland-Israël, las uit het nieuwe testament Romeinen voor. ‘Een Jood is ook wiens hart besneden is’, hoorde ik hem voorlezen.
Dat deed mij denken aan Shulamit Aloni, de reeds jaren geleden overleden minister van onderwijs in Israël. Een Joodse humanist. ‘Een ieder is Jood die zich Jood voelt’, zei ze in haar levenslange dispuut met de heersende rabbijnen, die andere regels hanteren om een Jood te identificeren.
Regels of niet, het woord en begrip Jood resoneert als de muziek van Verdi. Soms melancholiek, soms heftig, maar altijd muzikaal. Dat hoorde ik door de tranen van Dustin Hoffman heen.