Laat ik in de eerste plaats de lezers van Crescas een mooi nieuw jaar wensen. Een jaar van gezondheid en voorspoed.
Sinds mijn terugkeer uit Israël (huwelijk) schrijf ik columns voor Crescas en het NIW. Vaak, niet altijd, gaat het over Israël omdat de lezers door bloedbanden, Joodse emotie en historisch besef zich met dat fascinerende land verbonden achten. Inderdaad: Israël is fascinerend. Bruisend van energie en creativiteit op alle terreinen. Het is jammer dat hard nieuws informatie over het Israëlische kunstleven naar de diepe achtergrond verwijst. In mijn columns kom ik daar tot mijn spijt ook niet toe, doordat zaken van leven of dood de overhand hebben.
Ik ben jaarlijks ruim drie maanden in Israël waar mijn kinderen en kleinkinderen wonen. Iedere keer opnieuw kan ik genieten van het intense cultuurleven: muziek, theater, ballet en andere kunstvormen. Er is zoveel theater in Tel Aviv dat het nauwelijks bij te benen is. Wie de wekelijkse agenda van Ha’aretz onder ogen krijgt, kan zich, gezien het aantal kunstuitingen, in een van de grootste steden ter wereld wanen. Ik ben in Israël echt gaan geloven in de bijzondere Joodse creativiteit. Voordat ik naar Israël ging in 1965 dacht ik dat de minderheidspositie van de Joden in Europa en de VS de diepere bron van Joodse creativiteit was. Joden moesten zich toch naar boven vechten. Het is een sociologische benadering die in Israël, naar mijn inzicht, is gelogenstraft. Joodse creativiteit bloeit ook in het nationale Joodse tehuis, de staat Israël, en is geen functie van de Joodse minderheidspositie in de galoet.
Hoe zit dat dan? Ik denk dat de Joodse godsdienst de bron van die creativiteit is. Op het eerste gezicht heeft de beleving van deze godsdienst iets mechanisch, geleid door strenge voorschriften zoals de 614 leefregels. Het voor mij aantrekkelijke van het jodendom is de vrije relatie tussen het individu en God. God lijkt de baas maar is het niet. De Jood is niet onderdanig aan ZIJN wil maar is in dialoog met HEM, in de eerste plaats door studie. Die dialoog is naar mijn oordeel de kern van de Joodse creativiteit. Die dialoog wordt gedragen door het woord, de belangrijkste draagsteen van het jodendom.
Zo, nu weet u in een notendop hoe ik naar de Israëlisch/Joodse creativiteit/inventiviteit kijk. Het is een uitzonderlijk verschijnsel op het wereldtoneel. Het is reden om dat te doorgronden en er ook trots op te zijn zonder anderen te willen kleineren.
Na deze ‘openbaring’ deel ik opzettelijk nu mijn gedachten over Israël niet met u. Ik sta volledig achter het zionistische idee maar even intens heb ik moeite met sommige aspecten van de invulling van dit vrijheidsidee. Daar kom ik in mijn columns op deze plaats nog wel op terug. De ideeën daaromtrent vormen de leidraad van een roman over de evolutie van het jodendom in Zion, waaraan ik de laatste hand leg.