Een misplaatste grap heeft tot een onderduikadres geleid.
Jaren geleden was ik uitgenodigd een huwelijk van een vriend in een kerk in Deventer bij te wonen. De bruid draagt als achternaam de pikante naam Mosterd.
De huwelijksplechtigheid was in volle gang toen de zieke opa Mosterd zich in een rolstoel voegde bij de plechtige inzegening van het huwelijk van zijn kleindochter.
Ja, ik ben een grappenmaker. Niet altijd getuigend van verfijndheid. Maar ja… ik kon me niet beheersen toen opa Mosterd veel te laat binnen kwam. En dus schoot het spreekwoord “Mosterd na de maaltijd” uit mijn mond. Mijn vrouw kwaad, de bruidegom ontstemd, want het was te horen. Niet heel luid, maar toch …
Vorige week dineerde ik met een goede schoolvriend in restaurant Schiller in Amsterdam. We haalden oude verhalen op. En plotseling kwam “Mosterd na de maaltijd” weer boven water.
“Mosterd”, vroeg mijn vriend, “is dat iemand uit Epe?” Het balletje ging rollen. “Ik denk dat mijn zusje in de oorlog enige tijd bij een familie Mosterd is ondergedoken. Misschien ik ook.” Een paar telefoontjes en het verhaal was rond. “Piet Mosterd? Daar was mijn zusje en ik ook, denk ik, enige tijd.”
Mijn flauwe grap van toen wierp een nieuw licht op het onderduikverleden van mijn vriend en zijn zusje.
Zo werd “Mosterd na de maaltijd” mijn meest dierbare grap.