Was het de overwinning op het kwaad toen in 2019 bij een herdenking in Auschwitz, de plaats waar hij werd vermoord, de zuivere tonen klonken uit de viool die de opa van emeritus professor Uri Kupferschmidt van de Universiteit van Haifa had gebouwd?
Voor Uri was dit een emotioneel gebeuren. Een bekroning van zijn jarenlange zoektocht naar de geschiedenis van zijn grootvader Jacques Wolfgang Hakkert, luthier (snaarinstrumentenbouwer) en eigenaar van de Eerste Nederlandse Snarenfabriek in Rotterdam.
Jacques Wolfgang Hakkert
Na de oorlog, toen zijn voor de nazi’s naar Zwitserland gevluchte ouders naar Nederland terugkeerden, werd er “thuis bijna nooit over opa en andere familieleden die waren vermoord gesproken.”
Uri, die in 1969 naar Israël emigreerde en daar als Midden-Oosten onderzoeker carrière maakte aan de Universiteit van Haifa, tastte grotendeels in het duister naar het leven van zijn opa. Intensief speurwerk via internet heeft hem op het spoor gebracht van de internationale faam die zijn opa verwierf als maker van snaren voor violen, cello’s en ook voor harpen.
Op internet ontdekte hij in 2013 dat in een tweedehands boekwinkel in Parijs, La Poussière du Temps, een niet nader omschreven maar aan Hakkert toegeschreven item werd aangeboden.
Uri en zijn vrouw Tamar haasten zich naar de Franse hoofdstad. Zouden zij daar nieuw materiaal over het leven en werken van opa Hakkert vinden?
De oude Joodse handelaar werd overdonderd door de intensiteit van Uri om er achter te komen wat hij in de aanbieding had. “We waren bang dat die oude man van de hoge ladder zou vallen op zoek naar zijn historische koopwaar”, vertelt Uri. “Het was een spannend moment.”
“In zijn rechterhand hield hij een reclamebrochure uit 1931 voor opa’s snaren”, herinnert Uri zich. “Het was de hoofdprijs.” Op basis van de gegevens in deze brochure heeft Uri Kupferschmidt zijn boek Strings and Celebrities kunnen schrijven. Deze biografie over de vele facetten van zijn opa, in feite de bewerking van de brochure, werd in 2019 in het Engels uitgegeven door Pardes, Haifa.
Uri ontdekte dat zijn opa niet alleen om hun klank geprezen violen en cello’s bouwde en snaren produceerde, maar ook een fijne neus had voor de promotie van zijn artikelen.
Hij stuurde de, volgens een eigen procédé van schapendarmen gemaakte snaren naar 140 in die tijd beroemde violisten en cellisten en vroeg hun oordeel.
De brochure, die voor Uri van onschatbare waarde is, bevat enthousiaste reacties van de aangeschreven musici plus hun foto’s voorzien van korte aanbevelingen. Hij heeft de betekenis van elk van hen kunnen herleiden. Onder hen zijn de befaamde violist Jascha Heifetz, de cellist Pablo Casals en de even grote Yehudi Menuhin, die ieder op hun eigen manier de kwaliteit van de snaren prezen.
Yehudi Menuhin bewonderde de kwaliteit van de snaren uit de fabriek van Hakkert, terwijl ook de Franse cellist Juliette Alvin opmerkte dat de snaren “fantastisch” waren.
Een van de violen die de Sjoa ‘overleefde’, was de eerste viool die Jacques Hakkert nog tijdens zijn opleidingstijd in het Franse Mirecourt bouwde. Deze bevindt zich tegenwoordig in de bijzondere collectie van de Tel-Avivse vioolbouwer Amnon Weinstein. Die collectie ‘Violen van de Hoop’ omvat tachtig violen van Joden die in de Tweede Wereldoorlog werden vermoord.
Tijdens de herdenking van de zeventigste verjaardag van de bevrijding van Auschwitz (2015) werd door een violist van het Berlijns Philharmonisch Orkest gespeeld op die viool van Hakkert uit de collectie Weinstein. Misschien wel voor Uri het hoogtepunt van zijn intensieve speurtocht naar de geschiedenis van zijn opa. Sedertdien zijn instrumenten uit Weinsteins collectie op diverse plaatsen in de wereld tentoongesteld en bespeeld, maar mede door het internet heeft Jacques Hakkert ook een zeker internationaal eerherstel gekregen.