Het is niet zo verwonderlijk dat Nederland in de Verenigde Naties tegen Israëlisch bestuur van de Golan-hoogvlakte heeft gestemd.
In het verleden heeft Nederland zich van stemming onthouden, maar nu de Amerikaanse president Donald Trump de Verenigde Staten voor de resolutie heeft laten stemmen lijkt het Nederlandse stemgedrag moeilijk te verteren. Verbaasd ben ik echter niet, omdat Nederland nooit de Israëlische inlijving van de Golan-hoogvlakte heeft erkend.
Uit mijn verleden als jarenlange correspondent voor NRC haal ik voor inzicht in de Nederlandse opstelling ten aan zien van dit omstreden gebied het volgende voorval aan. Kort na de oorlog van 1967 bracht Joseph Luns, de toenmalig Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, een bezoek aan Israël. De woordvoerder van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken stelde mij op de hoogte van het bezoek van Luns aan de Golan.
Ik reed razendsnel naar de plek op de Golan vanwaar de Nederlandse bewindsman naar het in de diepte liggende meer van Tiberias kon kijken.
Met de microfoon van mijn Uher bandrecorder in de hand stapte ik op Luns af. “Hoe is het om vanaf de Golan naar Israël te kijken?”, vroeg ik hem. Alsof ik een pistool op hem richtte, gaf Luns mijn microfoon een oplawaai.
Met zijn gevolg koos hij het hazenpad. Luns had in strijd met de Nederlandse politiek bezet gebied, namelijk de Golan, bezocht! Wat een ramp.
De woordvoerder van de Nederlandse delegatie gaf een geraffineerde draai aan dit bizarre gedrag van Luns. “De Israëli’s hebben Luns ontvoerd!”, zei hij.
Wat laf! Toen al was het Nederlands beleid nooit Israëls veroveringen in de oorlog van 1967 te erkennen.
Het stemgedrag in de VN is een logisch uitvloeisel van een oude politieke stellingname in Den Haag. Ik zie er geen antisemitisme in, maar wel de uitdrukking van Realpolitik, getuige het gedrag van Luns destijds.