Geert Wilders heeft niet alleen ‘de stekker’ uit het coalitieproces gehaald maar zichzelf met Gods hulp ook op een zijspoor van de Nederlandse politiek gerangeerd. Het is wrang maar waar: Israël verliest daardoor een vriend, en wat voor een trouwe vriend, uit het centrum van de Nederlandse politiek. Deze, als ik het wel heb, geblondeerde leider van de PVV, heeft naam gemaakt als een kruisridder tegen de islam. Dat heeft de Noorse massamoordenaar Breivik goed begrepen, helaas. Ook hij wilde het superieure Christelijke westen verdedigen tegen de overname door Islamitische barbaren. Wilders stond/staat pal achter Israël omdat hij de Joodse Staat als een bolwerk tegen de islam ziet, een Joodse voorhoede tegen de Islamitische horden. Dat gaf hem in Israël de status van ‘een echte vriend’. De Nederlandse minister van buitenlandse zaken Uri Rosenthal geniet in Israël om geheel andere redenen, gelukkig, dezelfde status. Met de onvermijdelijke val van het kabinet Rutte zal ook Rosenthal hoogstwaarschijnlijk van het politieke toneel verdwijnen en zich weer gaan bezig houden met het oplossen van conflicten, op universitair niveau weliswaar.
Er is nog een goede reden waarom op het hoogste niveau zo vriendelijk over Wilders wordt gedacht. Met de Israëlische premier Benjamin Netanyahoe deelt Wilders afschuw van de Amerikaanse president Barack Hoessein Obama. In zijn boek Marked for death (Ten dode opgeschreven) wordt Obama beschimpt als een ‘dhimmi’. Dat is een niet-Moslim die zich aan een Moslimstaat onderwerpt. Ik weet niet of Wilders in de gaten heeft wat dat begrip in de Islamitische context betekent. Dat hij met dat woord op de proppen komt, kan niet anders betekenen dan dat het in zijn geest een scheldwoord is voor Obama. Netanyahoe gaat gelukkig niet zover. Zijn afkeer van Obama is wegens diens politiek niet minder, maar hij bestrijdt Obama met open vizier. Over de Iraanse nucleaire ambitie drijft Netanyahoe de Amerikaanse president in de hoek. Op YouTube heb ik wel eens gezien hoe een konijn een slang in de boom jaagt. Netanyahoe jaagt Obama over het al dan niet aanvallen van Iran voortdurend op. Obama zit in een akelige spagaat. Hij is absoluut tegen het accorderen van een Israëlische aanval op Iran met het oog op zijn mogelijke herverkiezing in november, maar staat ook pal voor Israëls veiligheid. Die politieke gespletenheid stelt Netanyahoe in de gelegenheid Obama als een soort Amerikaanse Chamberlain (verdrag van München in 1938, verraad van Tsjechoslowakije) te chanteren. De Amerikanen lieten toch ook na de aanvoerlijnen naar Auschwitz te bombarderen? Nu, aldus Netanyahoe, stelt Obama Israël bloot aan een nieuwe Holocaust door Israël het recht te onthouden Iran aan te vallen.
Netanyahoe’s rechtstreekse en indirecte anti-Obama retoriek is koren op de molen van de Republikeinse presidentskandidaat Mitt Romney. Deze schatrijke, superblanke Republikein, buit de zwakke plek in de flank van Obama uit om de belangrijke Joodse stem in de staten New York, Californië en Florida voor zich te winnen. Mocht Obama in november het onderspit delven, dan gaat in Jeruzalem de vlag uit. Ik vermoed dat Netanyahoe op zijn vingers kan natellen dat de Republikeinse president, evenmin als Obama, gecharmeerd is van een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten, na het dubbele Amerikaanse avontuur in Irak en Afghanistan. Maar - en daar gaat het Netanyahoe om - met Romney in het Witte Huis zal de Amerikaanse druk om de Palestijnse kwestie tot een oplossing te brengen, die niet overeenstemt met de Israëlische belangen, afnemen. Vanaf het moment dat Obama bijna vier jaar geleden als president aantrad, werd hij door Netanyahoe en de zijnen gewantrouwd als een president die Israël een Palestijnse staat door de strot wilde duwen. Ik vermoed dat Netanyahoe’s escalerende holocaustretoriek - Iran zal ons vernietigen - ook tegen deze achtergrond geplaatst moet worden. Ik vind het buitengewoon opmerkelijk dat Dan Merridor, de minister die diep in de Israëlische veiligheidsproblematiek zit, in een vraaggesprek met uitgerekend de Arabische tv-zender Al Jazeerah heeft gezegd dat de Iraanse leiders nooit hebben gezegd dat ze Israël zullen vernietigen zoals Netanyahoe vrijwel dagelijks beweert. Dat is wat anders dan Iraanse uitspraken dat ‘Israël op het punt staat ineen te storten’ of ‘Israël zal niet overleven, het is een kanker die moet worden verwijderd’ of ‘Israël is niet legitiem, Israël zou niet moeten bestaan’. Het is natuurlijk haarkloverij, maar als Merridor zegt dat de Iraanse leiders verkeerd worden geciteerd, kan dat worden uitgelegd als kritiek op Netanyahoe, maar ook als een signaal aan Teheran via Al-Jazeerah, dat de soep niet zo heet wordt gegeten als zij is opgediend.
Vanuit een ander gezichtspunt heeft Elie Wiesel ernstige bezwaren gemaakt tegen het veelvuldig gebruik van de Holocaust in Netanyahoe’s redevoeringen tegen Iran. In een vraaggesprek met de Jerusalem Post (19 april 2012) zegt deze overlevende van Auschwitz en Nobelprijswinnaar: ‘Iran is een gevaar, maar of het een tweede Auschwitz schept? Ik vergelijk niets met de Holocaust’. Netanyahoe, Obama en Ahmadinejad spelen om uiteenlopende politieke motieven poker met de Holocaust, de immense tragedie van ons volk.