ISIS, de heerser over het Kalifaat staat onder zware druk. Deze terroristische Islamitische organisatie is beslist niet verslagen, maar verliest wel zijn greep op eerder veroverde gebieden in Irak en in mindere mate in Syrië.
Het is mij opgevallen, tijdens mijn verblijf in Israël, dat naarmate ISIS zijn wonden likt, de dreigementen tegen Israël uit Raqa, de hoofdstad van ISIS in Syrië, toenemen. De situatie doet me denken aan de Golfoorlog in 1991 toen Saddam Hoessein, de dictator van Irak, besloot Israël met Scud-raketten te bestoken. Het doel van Saddam was Israël in de oorlog te zuigen en op die manier de Amerikaans-Arabische coalitie tegen zijn land uit elkaar te spelen. Het was toch ondenkbaar, volgens de gedachtegang van Saddam, dat Arabische landen samen met Israël tegen een ander Arabisch land zouden vechten. De truc werd in Washington en Jeruzalem doorzien. Premier Yitschak Shamir besloot, onder zware Amerikaanse druk, de Scuds zonder reactie te incasseren.
De strategen van ISIS denken in de geest van Saddam Hoessein. Ze prepareren vanuit de Sinai-woestijn of vanuit het Syrische deel van de hoogvlakte van Golan een grote terroristische actie tegen Israël. Evenals Saddam indertijd, speculeert ISIS dat Israël zich in de oorlog tegen de organisatie zal storten om zo, op basis van de Islamitische haat tegen de Joodse staat, sterke anti-Israëlische emoties in de Arabische wereld op te wekken, ook in die Arabische landen die nu deel uitmaken van de militaire coalitie tegen ISIS.
In Israël las ik de volgende tekst: ‘ISIS komt, Israël wacht.’
Ik ben er zeker van dat de huidige, meest rechtse regering in Israëls geschiedenis, onder Benjamin Netanjahoe, met Avigdor Lieberman op defensie, een provocatie van ISIS-strijders/zelfmoordenaars, niet onbeantwoord zal laten. Arabische landen in het verscheurde Midden-Oosten zullen Israëlische interventie niet betreuren, maar zij zullen wel rekening moeten houden met anti-Israëlische emoties in hun landen. Dat is de tactiek van ISIS, en dat wordt in Israël begrepen.
Ondertussen is de commotie over het ontslag van minister van defensie Moshé Ayalon nog niet geweken. Ayalon heeft duidelijk gemaakt dat hij zich niet als een lammetje door Netanjahoe heeft laten slachten, maar over de veerkracht en politieke wil beschikt om terug te vechten. Netanjahoe heeft de slag tegen Ayalon gewonnen, maar niet de oorlog. Het op brutale manier opzij zetten van minister Ayalon, oud-Chefstaf, zou wel eens als een boemerang op zijn hoofd en carrière kunnen terug komen. Is dat het begin van Netanjahoe’s harakiri?