“Volgend jaar (Eurovision) in Jeruzalem”, riep de Israëlische zangeres Netta Barzilai toen de jury bekend maakte dat zij het Eurovisie Songfestival van 2018 had gewonnen. Kwam op dat moment het eeuwenoude Joods verlangen naar Jeruzalem, zoals dat is verwoord in oude Joodse gebeden, op in haar gedachten?
Premier Benjamin Netanjahoe was in de wolken. Er was voor hem op dat moment geen mooier cadeau dan het laten plaatsvinden van het Eurovisie Songfestival in “zijn ondeelbare Jeruzalemse hoofdstad.” Een politieke opsteker op het scherm onder het oog van tientallen miljoenen tv-kijkers!
De kater begon in Israël zelf, vooruitlopend op een groeiend internationaal protest tegen het houden van het songfestival in de Joodse staat.
De regering Netanjahoe wilde graag dit populaire internationale gebeuren in Jeruzalem financieel ondersteunen. De Israëlische organisatoren van het songfestival zagen de bui al in een vroeg stadium hangen. Zij sloten Jeruzalem niet alleen om technisch organisatorische redenen uit maar begrepen ook dat Netanjahoe’s besluit oost-Jeruzalem, het Palestijnse deel van Jeruzalem, de facto te annexeren, zou leiden tot protest en boycot. Besloten werd “volgend jaar in Jeruzalem” naar Tel Aviv te verplaatsen, waar de technische faciliteiten voor zo’n groot evenement beter zijn dan in Jeruzalem. Tot ongenoegen van Netanjahoe, die zijn belofte het festival financieel te steunen introk.
De verplaatsing van het songfestival naar Tel Aviv heeft niet Jeruzalem, maar de anti-Palestijnse politiek van Israël tot speerpunt gemaakt van een aanzwellend internationaal protest tegen het houden van het Eurovisie Songfestival in Israël.
Lijsten met namen van artiesten circuleren op Internet. Zes Israëlische musici hebben zich met hun handtekening op een van de lijsten aangesloten bij het protest. In de Israëlische artiestenwereld bestaat weerzin tegen wat zij gemeen hebben met duizenden andere ondertekenaars: de “onderdrukking van het Palestijnse volk.”
De vraag rijst of het protest zo zal aanzwellen dat landen er vanaf zullen zien aan het Eurovisie Songfestival in Israël deel te nemen. Volgens berichten in de media hebben Zweden en IJsland al besloten het festival in Tel Aviv te boycotten vanwege Israëls anti-Palestijnse politiek en gewelddadige optreden tegen Palestijns protest, in het bijzonder bij de afscheiding tussen de Gazastrook en Israël.
De Ierse nationale omroep laat werknemers vrij in hun beslissing wel of niet naar Israël te gaan om de presentatie van het Ierse lied te ondersteunen. Uit een persbericht van de Ierse nationale omroep valt op te maken dat Ierland het Eurovisie Songfestival niet níet zal uitzenden, maar het op een andere manier op het scherm gaat brengen.
De vereniging van omroepen die het songfestival organiseert en de producer eisen van Israël dat het deelnemers en technici ongeacht hun politieke opvattingen tot Israël toelaat. Netanjahoe moet met zijn handtekening deze en andere eisen bekrachtigen. (Onlangs werd Amerikaanse Joodse activisten om politieke redenen de toegang tot Israël ontzegd.)
Gilad Erdan, de Israëlische minister van Veiligheid heeft duidelijk gemaakt dat Israël geen personen zal toelaten die zich dag en nacht inzetten voor het boycotten van Israël. Hij omschreef de eisen van de organisatoren als een aanfluiting voor de Israëlische wetgeving en democratie.
Zelfs zang brengt Israël geen rust.