Wat goed dat er voetbal is. De bal is in het veld en op het tv-scherm makkelijk te volgen. Duikvluchten van keepers doen denken aan haviken die zich van grote hoogte elegant op een prooi storten. Voetbal is vermaak en emotie tegelijk, maar ook een bliksemafleider van het dagelijks geweld op onze planeet.
Natuurlijk richtten de schijnwerpers zich vorige week op premier Benjamin Netanyahoe die met een dikke rode streep op een denkbeeldige atoombom in de Algemene Vergadering van de VN aangaf hoe kort de afstand nog is naar een Iranees atoomwapen. Dat is precies de rode lijn die de Amerikaanse president Barack Obama nog niet wil trekken. Hij is nog kleurenblind als het om Iran gaat. Trouwens, de Iraanse president Ahmedinejad was minder agressief tijdens zijn rede voor de Algemene Vergadering dan vorige jaren het geval was. Hij dreigde ditmaal niet Israël van de kaart te vegen en hield het op verachtelijke zionisten. Lief hè?
Maar wie let er nu op dergelijke nuances als er gevoetbald wordt. Zeker als het om een succesvolle voetbalclub uit Kyriat Shmona gaat. Nooit van gehoord? Een paar jaar geleden werd een Arabische voetbalclub uit Sachnin (met enkele Joodse spelers) kampioen van Israël. Voor dat fenomeen was wereldwijde belangstelling. Minder aandacht kreeg tot voor kort het feit dat de voetbalclub uit Kyriat Shmona, een stadje van nauwelijks 25.000 inwoners, landskampioen werd. En dus speelt deze club in de Europese UEFA-competitie. Tijdens hun eerste wedstrijd op Europese bodem zorgden de spelers uit Kyriat Shmona voor een sensatie. Wie had ooit in dat stadje kunnen dromen dat dit elftal in Madrid een gelijkspel zou weten af te dwingen van de gerenommeerde Spaanse club Atletico Madrid? Het werd 1-1. De Spanjaarden wisten niet hoe ze het hadden. Hadden ze de Joden in 1492 niet uit hun land verdreven of op de brandstapel vermoord? En nu kwamen ze triomfantelijk terug. Het balletje kan raar rollen.
Het verhaal van de opkomst van het elftal uit Kyriat Shmona doet denken aan de miljoenen investeringen van Russische superrijken in Engelse voetbalteams, in Manchester bijvoorbeeld. Kyriat Shmona heeft ook zo’n beschermengel. Hij heet Izzy Sheratzky, een Israëlische ondernemer die schatrijk werd door de uitvinding van GPS. U weet wel, het besturingssysteem van TomTom. Toen in 1991 de raketten uit het zuiden van Libanon op Kyriat Shmona vielen, opende Izzy zijn hart en portemonnee voor Kyriat Shmona. “Wat kan ik voor de stad doen” vroeg hij de burgemeester. Zo begon een liefdadigheidsactie met een gaarkeuken, een opleiding voor talen, een tehuis voor ouderen etc. Jaarlijks doneert Izzy tweehonderdduizend euro aan de stad waar de bewoners tot de armsten van Israël behoren met een gemiddeld inkomen van duizend euro per maand. De grootste ambitie van deze weldoener uit de bloeiende Israëlische hightech was en is, van de plaatselijke voetbalclub een kampioen maken. Behalve een scherpe technologische kijk bleek onze Izzy ook een goede socioloog/psycholoog te zijn. Hij wist dat hij een homogeen team moest smeden, uitsluitend samengesteld uit inwoners van Kyriat Shmona. In eerste instantie richtte hij zich op het laten trainen van een jeugdelftal waaruit inmiddels drie spelers voor het Israëlische elftal zijn uitgekozen. Met de jeugd aan de bal en plaatselijk enthousiasme heeft het elftal uit Kyriat Shmona zich in enkele jaren opgewerkt uit de vierde klasse naar de hoofdklasse, met dit jaar een landskampioenschap als hoofdprijs. De stad en de club zijn één. Dat is het succes. Dat is het wonder van het voetbal. Er is geen enkele garantie dat de spelers uit Kyriat Shmona de top van het Europese voetbal zullen halen. In Madrid hebben ze wel een visitekaartje afgegeven.