Ik heb in een vorige column al gewezen op toenemende bereidheid van de grote Israëlisch-Arabische gemeenschap (twintig procent van de bevolking) een actieve rol te spelen in de verschillende overheidsfuncties. Met 13 van de 120 zetels in de Knesset heeft het Verenigd Arabisch Front in de tegenover elkaar staande linkse en rechtse blokken meer zeggingskracht gekregen.
Ayman Odeh, de leider van het Verenigd Arabisch Front, heeft kort na het sluiten van de stemlokalen gezegd dat zijn partij bereid is een door Benny Gantz, de leider van Blauw-Wit, te vormen regering te steunen. Eind vorige week is hij een stapje verder gegaan. Zijn partij zal ook een regering steun waarvan de charedim deel uitmaken.
Het is de hartstochtelijke, emotionele wens van deze Arabische partij om premier Benjamin Netanjahoe in de oppositie te werpen. Het moet duidelijk en hardop worden gezegd: Netanjahoe heeft zich ontpopt als een demagogische Arabierenhater. “De Arabieren zijn er op uit Israël te vernietigen. Zij zijn moordenaars”, aldus Netanjahoe’s verkiezingsretoriek. Ik denk dat Arabische kiezers zich dit keer niet door hem hebben laten intimideren maar in groteren getale dan ooit naar de stembus zijn gegaan in de hoop met hem te kunnen afrekenen.
Ik weet niet hoe het coalitieoverleg zal gaan uitpakken. Toch een regering van nationale eenheid, met Gantz als premier, indien Netanjahoe de opdracht een regering te vormen wegens falen aan president Rivlin terug zal geven? Of toch een kleine Gantz-regering met steun van de religieuze partijen en Arabieren?
Wat is de motivatie van Arabische leiders om de proberen aansluiting te vinden bij de uitvoerende macht?
Daar zijn enkele redenen voor: de Arabische gemeenschap verkeert in een overgangsfase. Religieuze en familiestructuren zijn uiteen aan het vallen. Geen sneeuwbaleffect maar wel een doorzettende trend, ook door de interactie van het moderne Israël met de traditionele Arabische gemeenschap.
Een negatieve graadmeter voor de erosie van de Arabische samenleving zijn de exploderende misdaadcijfers. Toen ik in Israël was tijdens de verkiezingen werden op één dag vier moorden gepleegd, waarmee het aantal moorden dit jaar al is opgelopen tot 64. “Geweld in de Israëlisch-Arabische gemeenschap is een verschrikkelijke plaag”, zei Ayman Odeh deze week. Er zouden 60.000 illegale wapens in Arabische handen zijn. Wapens die worden gestolen van het leger, of uit werkplaatsen in de Palestijnse bestuursautonomie komen.
Volgens sociologen zijn uit hun voegen barstende Arabische steden en dorpen, waar 1.2 miljoen mensen samengepakt leven, zonder veel levensruimte, ook een onderliggende oorzaak van het toenemende geweld. De spanning is zo hoog opgelopen dat er in Arabische dorpen spontaan wordt gedemonstreerd tegen de geweldsgolf die vooral vrouwen raakt. De demonstranten eisen meer politiebescherming.
Dit verschijnsel is het topje van de ijsberg van spanningen in de bij Israël achtergebleven Arabische gemeenschap in Israël. Om die kloof te verkleinen zoekt het Verenigd Arabisch Front aansluiting bij de macht. Ayman Odeh wil Gantz steunen mits hij bereid is in zijn regeringsprogramma grote bedragen uit te trekken voor meer politie, beter onderwijs, verbetering van de infrastructuur, bouwvergunningen en andere zaken die de Arabische gemeenschap op een hoger plan zullen moeten brengen.
Voor hem is de Palestijnse kwestie geen struikelblok om directe of indirecte deelname/steun aan een zionistische regering af te wijzen. Het gaat nu in de eerste plaats om de verheffing van de Arabische gemeenschap in Israël. En dat is in het nieuwe Joodse jaar een nieuw geluid.
Sjana tova