Sinterklaas is weer rustig verlopen. Met de huidige spanning rond dit feest is dat niet meer een automatisme. Opmerkelijk was wel dat terwijl in de grote steden steeds minder zwarte Pieten te zien waren, de regio maar geen afscheid kan nemen van dé zwarte Piet. In Amsterdam, Den Haag en Rotterdam waren het dus voornamelijk roetveegpieten die de pepernoten rondstrooiden, zonder dat de mensen blijkbaar direct aan hun Nederlandse identiteit gaan twijfelen. Het Parool zegt het zo:
“Volgens onderzoeksbureau DUO, dat onderzoek heeft gedaan naar de kleur van Piet op 400 basisscholen in Nederland, wordt op 84 procent van de basisscholen in de grote steden Sinterklaas gevierd met roetveegpieten. Het verschil met de rest van de Nederland is groot. In de rest van het land viert 89 procent Sinterklaas op de basisschool met Zwarte Pieten.”
Wat betekent dit? Allereerst dat de grote steden gewoon meer een gemengde achtergrond hebben en in praktijk een multiculturele samenstelling hebben. Geen groot nieuws. Maar het betekent volgens mij ook iets anders. Namelijk dat de regio wat behoudender, meer nationalistisch, en minder kosmopolitisch is. Een gegeven dat we ook vaker terugzien in de geschiedenis. Het centrum is progressief en kosmopolitisch; de regio minder. Uiteindelijk – en dat vergeet men nog al eens – is de regio vaak in totale aantallen groter dan het centrum, of heeft aanzienlijke invloed op bepaalde segmenten van de politiek, het BNP, of andere belangrijke sociale processen.
En dat zien we als vooruitstrevende elite nog al eens over het hoofd. Hoe kunnen we de regio serieus nemen – naar hun verhaal luisteren – zonder ze meteen de les te lezen? Maar ook: hoe kunnen we ook hen overtuigen van hetgeen volgens ons hier in ‘het centrum van het land’ juist is? Het gevaar is anders dat de regio cq de periferie zich nog sterker losmaakt en niet gehoord voelt. Met allerlei nare nationalistische en chauvinistische trekjes die op de loer liggen … Soms begint een revolte juist in de periferie en niet in het centrum. Denk maar aan de Makkabeeën die uit de regio kwamen (Modi’ien), en niet uit het centrum van Jeruzalem, dat in hun ogen decadent was.
En ja wat gebeurt er nu op het moment in Israël? Allereerst is er natuurlijk het nieuws dat Trump Jeruzalem als dé ongedeelde hoofdstad van Israël ziet, en tegelijkertijd een twee-statenoplossing steunt. En natuurlijk de ambassade naar Jeruzalem zal verplaatsen, hoewel niet meteen. Ach, we zullen het wel zien. Rustiger zal het echter niet worden, denk ik. Maar veel groter nieuws is natuurlijk dat er nieuwe bankbiljetten zijn in Israël. En, héél bijzonder, nu voor het eerst ook vrouwen op het geld in Israël: op de twintig sjekel de dichteres Rachel, en op die van honderd sjekel de dichteres Lea Goldberg. Hoe men er bij komt dat het de eerste keer is dat er vrouwen op geld staat in Israël, weet ik niet. Al eerder stond Golda Meïr op het tien-sjekel biljet.
Vrouwen op bankbiljetten – gaat dat wel goed in het huidige Israël? Mwah. De ultra-orthodoxe krant Yated Ne’eman censureerde hun nieuwsitem over de nieuwe bankbiljetten door de vrouwen gewoon weg te fotoshoppen. In de ultra-orthodoxe wijk Me’a Sjeariem gaat men nog verder volgens een ander artikel. Daar worden de portretten van de vrouwen gewoon weggekrast of doorgestreept.
En dan is er ook nog het nieuwe biljet van vijftig sjekel. Met de beeltenis van dichter Sjaoel Tsjernichovski – een man, en dus geen probleem zou je denken. Helaas denkt de bekende oriëntaalse rabbijn Ben-Tzion Mutspi daar anders over. Het is verboden om naar de beeltenis op het vijftig-sjekel biljet te kijken:
“En met betrekking tot de beeltenis [waar niet naar gekeken mag worden]: Het is bekend dat hij ‘getrouwd’ was met een devoot christelijke [vrouw] die elke zondag in de kerk ‘bad’. Men vertelt dat destijds rabbijn Kook Z’L bij hem aandrong, verzocht, en smeekte om haar te overtuigen om Joods te worden. Maar hij weigerde … In onze bronnen staan zware woorden over wie met een niet-Joodse samenleeft … En hij wordt een flagrante wetsovertreder genoemd [moemar]. En Maimonides noemt het ‘de verwoesting van de natie’.” De bron is Srugim.
Het is zowel te makkelijk om bovenstaande voorbeelden af te doen als incidenten in de marge, als vast te stellen dat dit een getrouw beeld is van de gehele orthodoxie in Israël. Wel zien we dat de manier waarop in de orthodoxie daar met beeltenissen van vrouwen of zingende vrouwen wordt omgegaan, gepolariseerd is de afgelopen jaren. Je kan daar vele voorbeelden van vinden in de Israëlische media. Deze week was ook al veel te doen om de populaire zanger Jonathan Raz’el (ooit gewoon het Nederlandse Rozelaar), die bij zijn optreden voor vrouwen opeens een stuk zwart tape over zijn ogen plakte toen deze begonnen te dansen op zijn muziek en gezang. Dat ziet er dan zo uit.
Laten we volgende week de kaarsjes van Chanoeka aansteken en hopen dat ze veel licht in de wereld en in onszelf zullen brengen. Of zoals het Israëlische liedje het zegt: banoe chosjech legaresj – we zijn gekomen om de duisternis te verdrijven. Of zoals Jesjaja al veel eerder uitriep (60:1): “Sta op, geef licht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de Eeuwige zal over u schijnen.”
Sjabbat sjalom en alvast goed Chanoeka!