Nog maar net ruim een week terug uit Israël, waar we met Pesach verbleven, of ik moest opnieuw naar het Beloofde Land afreizen. Mijn moeder had haar heup gebroken, moest worden geopereerd en circa een maand revalideren. En zo zit ik enkele weken na Pesach alweer in het vliegtuig op weg naar mijn moeder. Uitgerekend op de dag van mijn vertrek is er een staking bij het openbaar vervoer – grote drukte op Schiphol was het gevolg. Maar ik slaag er toch in om op tijd de gate te bereiken …
In Israël aangekomen, ga ik nog dezelfde avond bij mijn moeder langs. Echt vrolijk is het in het revalidatiecentrum niet. Maar dat zal meestal niet het geval zijn. Het kan wel gezelliger worden gemaakt als men wat investeert in het interieur en de verf. Alles ziet er namelijk uit als of het veertig jaar geleden is. Vooral erg sober. Ook het eten oogt eenvoudig – weinig verse groenten en fruit. Die moet je maar van huis meenemen, zegt men. Wie in Israël in het ziekenhuis ligt, moet vooral door zijn familie worden geholpen, lijkt het devies. En inderdaad zie ik veel patiënten die voortdurend bezoek krijgen dat dingen heeft meegenomen. Ook blijft men vaak slapen – op een matras op de grond. Maar, wat doen mensen zonder familie of met familieleden die weinig tijd hebben om veel aanwezig te zijn bij hun familieleden?
Er is ook te weinig personeel, dat daardoor onder grote druk staat en de patiënten niet altijd vriendelijk te woord staat. Bovendien is er een strenge hiërarchie, waarin de specialist bovenaan staat, daaronder gewone artsen, afdelingshoofden, zusters en helemaal onderaan het gewone personeel, dat grotendeels uit Russen en Ethiopiërs bestaat. Iedereen doet vooral zijn eigen taak en weigert dingen te doen die niet bij zijn takenpakket horen of die onder zijn kennisniveau liggen. Ook wordt iedereen aangemoedigd heel vroeg naar bed te gaan, het liefst tussen acht uur en half negen 's avonds. Want er is geen menskracht om patiënten op afwijkende tijden naar hun kamer te brengen. Sommigen worden dan ook door hun familie op een later tijdstip in bed gelegd of hebben een eigen privé-zuster ingehuurd die hen 24 grote delen van de dag bijstaat. De fysiotherapie is wel goed – na enkele weken kan mijn moeder al prima lopen met een looprekje.
Dagelijks zijn er lezingen die gerelateerd zijn aan revalidatie, gezond eten, regelmatig leven en dergelijke. Leuk, maar het gaat wel telkens over je ziekte, invaliditeit of aandoening. Een cultureel programma dat vertier brengt in de vorm van optredens, muziek, film et cetera is er bijna niet. Dan zijn het wel lange, eenzame dagen. Anders dan in Nederland en niet per se in positieve zin …
Raar, want juist vanuit onze Joodse waarden en normen, waar we ons vaak op beroepen, zou een ander beleid mogelijk, noodzakelijk en zelfs verplicht moeten zijn. Juist de mensen die afhankelijk zijn moeten worden geholpen en het leven moet hen aangenaam worden gemaakt. Fijn dat men in Israël jesjivot, mikves, sjoels en leerhuizen in alle soorten en maten bouwt, maar een goede gezondheidszorg die sensitief is voor de noden en wensen van een patiënt is ook een Joodse waarde. De autonomie van het individu is immers heilig, ook of juíst in het Jodendom waar elk mens (op een bepaalde manier) als een evenbeeld van God wordt gezien.
Terug in Nederland val ik met mijn neus in de keppeldiscussie. Allemaal naar aanleiding van uitspraken van de Duitse coördinator antisemitismebestrijding Felix Klein dat Joden in Duitsland maar beter geen keppel kunnen dragen. Of dit ook in Nederland zo is, is niet van belang, want het CIDI en de media springen er maar wat graag bovenop. En dus werd er een keppeldemonstratie gehouden in Den Haag waar iedereen, uit solidariteit, een keppel op doet. Want hadden Grishaver en zelfs Rosanne Hertzberger niet gezegd dat je in Nederland niet meer met een keppel kunt lopen?
Slechts tweehonderd mensen komen er op af, grotendeels niet-Joden. Het Reformatorisch Dagblad spreekt niettemin over “een zee van keppels” – 'een klein poeltje met keppels' is een betere metafoor. De Joodse gemeenschap stemt met de voeten en blijft terecht weg. Zelfs Bolkenstein is er, met keppel op. Men is even vergeten dat hij in 2010 nog (min of meer) zei dat 'bewuste Joden' beter uit Nederland konden emigreren, maar dit later weer terugnam.
Interessant genoeg lijkt de secretaris van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap, Ruben Vis, zich te distantiëren van de demonstratie en de ophef over antisemitisme in Nederland. Hij zegt hierover bijvoorbeeld in Trouw: "De bewering van Grishaver, die zelf geen keppel draagt, stoorde Amsterdamse joden die dat wel doen. Zoals Ruben Vis, algemeen secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, de koepelorganisatie van orthodox-joods Nederland. ‘Onzin’, zegt hij. ‘Ik kom gewoon overal met mijn keppel. In alle wijken, van Zuid, Bos en Lommer tot Slotervaart en de Bijlmer’.” In een column op Jonet, ‘Twee schoenen aan je voeten en een keppel op je hoofd’, gaat hij hier nog dieper op in en besluit daarin met de nuchtere woorden: “Het zou mooi zijn als iedereen vooral op zoek zou gaan naar betekenis in het leven, zich minder onfatsoenlijk uit zou laten, zich minder schuldig zou maken aan complotdenken en zich niet jegens zijn medemens zou misdragen. Dan kunnen Joden die hier toch al mooi vierhonderd jaar wonen, zich ook verder wijden aan hun eigen levensvreugde en hun bijdragen aan de samenleving. Afgesproken?”
Ondertussen legt rabbijn Evers in Trouw uit waarom een keppel zo belangrijk is. Hij geeft zelfs vier redenen:
1. Als signaal naar buiten toe: "een keppel geeft aan waar ik bij hoor en waar ik voor sta. Ik ben solidair met het joodse volk en Israël.”
2. Diversiteit binnen de Joodse groep: "een keppel is een uiting van mijn persoonlijkheid. Ik maak duidelijk bij welke subgroep ik hoor.”
3. Respect voor het hogere, "dat ‘er iets boven ons is’" en daarmee "het bevorderen van onze integriteit.”
4. Religieuze schaamte: "Wij bedekken onze hersenen omdat we ons schamen voor ons verstand. God heeft de mensheid met zeer veel intelligentie begiftigd, maar als wij het resultaat van onze inspanningen aanschouwen, komen wij al gauw tot de conclusie dat wij er niet veel van hebben gebrouwen. De wereld had zo veel mooier kunnen zijn", aldus rabbijn Evers.
Raar die link tussen schaamte en intellect, want juist in de Middeleeuwen zag men in het intellect het bijzondere, Goddelijke aandeel in de mens. Maar ook reden 1 en 2 zijn interessant, omdat rabbijn Evers hiermee de keppel als een identiteitssymbool ziet, en niet per se als religieus artefact. Maar dan mag je ook zelf beslissen wanneer je wél en niet een keppel opzet. En dus mag een vrouw er ook één op. Zo ver wil rabbijn Evers dan weer niet gaan …
Aan de andere kant van het spectrum zit rabbijn Lody van de Kamp, die het politieke gebruik van de keppel – een puur religieus object – afkeurt. In een opiniestuk ‘Gebruik keppeltje niet als demonstratiemiddel’ in het RD legt hij dat precies uit: "Het dragen van een keppel is geen losstaande religieuze opdracht. Het maakt deel uit van het totaal van religieuze voorschriften. Het leent zich er niet voor gebruikt te worden bij demonstraties". Enfin, lees het verder zelf maar uit… Een interessant opiniestuk, hoewel ook Lody moet erkennen dat ook niet-Joodse bezoekers in een synagoge een keppel wordt opgezet.
Tot slot: hoe anders zag het Jodendom er in de Middeleeuwen uit. De Or Zarua (Wenen, twaalfde eeuw) schrijft in zijn behandeling van de sjabbatwetten, het volgende: “Daarom lijkt het me dat een minderjarig persoon niet uit de Tora mag lezen met ontbloot hoofd, en zeker geen volwassen persoon. Daarom vind ik de gewoonte van de rabbijnen uit Frankrijk niet goed die een zegen (beracha) uitspreken met ontbloot hoofd en op Simchat Tora kleine kinderen oproepen [voor de Tora] en de naam van God uitspreken met ontbloot hoofd. En ik weet niet hoe ik deze minhag kan verdedigen, tenzij ze de andere mening volgen [zoals gebracht] in Mesechet Sofrim…”
In dit late tractaat (achtste eeuw), dat aan de Talmoed werd toegevoegd, wordt het volgens één mening namelijk toegestaan aan iemand zonder hoofdbedekking om (een gedeelte van) de zegeningen van het Sjema voor te dragen.
Sjabbat sjalom!