Met Rosj Hasjana doen we altijd de seder met zegeningen over fruit en groenten die een goed teken voor het nieuwe jaar moeten zijn – simanim, goede voortekens. Waar we in Nederland doorgaans alleen de appel met honing kennen, is de Oriëntaalse en Sefardische traditie veel rijker – dadels, pompoen, wortels, prei, bieten, sperziebonen of nog beter: kousenband, appel met honing, granaatappel, en een vis met kop (vroeger een schapenkop).
Men zegt een beracha over fruit en groente en spreekt dan een wens uit: dat het jaar zoet zal zijn als de appel met honing, dat we goede daden mogen doen zo veel als de pitjes in een granaatappel. Maar niet alles is zo positief – bij de prei (karti in het Hebreeuws) wordt gezegd dat "onze vijanden afgesneden (van de stam karet) mogen worden" of bij de biet (selek: dat onze aanklagers en belagers mogen verdwijnen (van de stam salek). Al jaren vraag ik me af hoe je iets positiefs kan bereiken door iets negatiefs te wensen. Dat geldt ook voor mensen die erg hopen op de masjiach, maar de daarbij horende oorlogen en bloedbaden op de koop toe nemen. Volgens mij klopt dat niet – iets positiefs moet je met iets anders positiefs verbinden.
Dit jaar kregen we toevallig (?) via social media alternatieve wensen voor bij de seder met Rosj Hasjana. Bij de prei (karti) is dat bijvoorbeeld: “dat we zullen erkennen (nakir) en weten dat we niet op de wereld zijn gekomen voor twist en tweedracht.” Ik vind het een mooi idee, hoewel we de nieuwe wensen niet gebruikten – zelf had ik zo mijn eigen verklaring (peroesj) op de traditionele wensen. Dus ik leg altijd uit dat het afsnijden van de vijanden betekent: dat hun band met het kwaad wordt verbroken in plaats van dat ze worden uitgeroeid. Of dat de aanklagers en belagers die zullen verdwijnen, betekent dat ze vrienden worden. Of ik leg uit dat het in de eerste plaats om het kwaad in onszelf gaat en onze eigen aanklagers en belagers in spirituele zin: valkuilen, slechte eigenschappen et cetera.
Toch zette het me aan het denken tijdens de vele extra uren met de Hoge Feestdagen dit jaar doordat de feestdagen veel soberder werden gevierd, met kortere diensten. De alfabetisch opgestelde zondenbelijdenis (widoej) op Jom Kipoer – het ‘Asjamnoe’ - is een traditioneel onderdeel van de liturgie op Jom Kipoer en wordt vele malen uitgesproken op deze dag – en dat moet vooral zo blijven. Twee dingen vallen me echter op: het is allemaal in het negatieve gesteld: “wij hebben gezondigd” (asjamnoe), “wij zijn ontrouw geweest” (bagadnoe), “we hebben gestolen” (gazalnoe). Zou het mogelijk zijn om hiernaast iets positiefs te zetten, iets bevestigends? En alles is in de verleden tijd gesteld – maar hoe klinkt het in de tegenwoordige tijd (of toekomende tijd)?
Ik knutselde een beetje met het alfabet en kwam tot een soort van alternatief waarover je kan nadenken na het uitspreken van het traditionele ‘Asjamnoe’ of op een ander moment uiteraard. Hier volgt de tekst.
Wij hebben vertrouwen in de ander (emoena - אמונה)
אנו מאמינים בזולת
Wij staan voor een veilige wereld (bitachon - בטחון)
אנו פועלים למען עולם בטוח יותר
We zetten ons in voor de ander (gemiloet chassadiem - גמילות חסדים)
אנו גומלי חסדים
We hebben oog voor het zwakke (dal - דל)
אנו פוקחים עינינו כלפי הדל
We zetten ons in om de wereld mooi te maken (hadar – (הדר
אנו מהדרים את העולם
We verbinden ons met de wereld (de verbindende wav –וו החיבור )
אנו מתחברים לעולם סביבנו
We voeden de ander en onszelf (zan - זן)
אנו מזינים את הזולת ואת עצמנו
We zijn de ander gunstig gezind (chen- חן)
אנו מוסיפים חן לזולת
We behouden onze zuiverheid (tahor-טהור )
אנו שומרים על טוהר מידותינו
We streven naar eenheid en gemeenschap (jachad - יחד)
אנו שואפים לאיחוד ויחודיות בקהילת האנושות
We respecteren de ander (kavod –כבוד )
אנו מכבדים את הזולת
We leren aan en van iedereen (lomed / lelamed – ללמד לומד)
אנו מלמדים את כולם ולומדים מכולם
We staan boven machtspelletjes (mosjel - מושל)
אנו מושלים ביצר לשלוט באחרים
We volharden in het goede (netsach - נצח)
אנו מנציחים את הטוב
We gebruiken ons woord zuiver (sefer/sipoer – ספר סיפור)
אנו סופרים ושוקלים את מילותינו
We zijn bescheiden naar anderen (anava - ענווה)
אנו עוטים ענווה
We geloven in het nu nog niet voorstelbare juiste (peleh - פלא)
אנו מאמינים בפִּלְאִי ובנסתרות העולם המושלם
We zetten ons in voor rechtvaardigheid (tsedek - צדק)
אנו רודפי צדק
We heiligen het leven (kedoesja - קדושה)
אנו מקדשים את החיים
We zijn empatisch (rachamim - רחמים)
אנו מרחמים על הבריות
We zetten ons in voor vrede (sjalom - שלום)
אנו שוחרי שלום
We prijzen de juiste dingen, mensen en ideeën (tehila - תהילה)
אנו מעלים לתהילה אנשים ורעיונות נכונים
Zeker in deze coronatijden moeten we elk alternatief aanpakken om de bijzondere dagen het gewijde karakter te geven. Het is een uitdaging om in dagen van crisis de grenzen van de traditie te verkennen en te onderzoeken of daar mooie dingen uit voortkomen. Zonder het oude per se overboord te gooien. Dat is altijd de kracht geweest van het traditionele jodendom, dat het zich steeds wist te vernieuwen en daarbij toch trouw aan zichzelf bleef. Een uitdaging ook voor aankomend Soekot, dat ook anders zal zijn dan normaal, nu de overheid het maximum van drie gasten heeft vastgesteld. Terwijl juist Soekot het feest van bezoekjes en gastvrijheid is. Hoe gaan we dit gemis aan fysieke gasten en live contact ondervangen? Best een uitdaging, want ik hoor al van mensen die niet in de stemming zijn om een soeka op te zetten. Ik denk dat we júist dit jaar de soeka moeten opzetten en extra versieren. Of op andere manieren extra inhoud geven. Misschien wel door het gebruik van de Ushpizin – de hemelse gasten die we uitnodigen in onze soeka – met extra intentie uit te voeren of een nieuwe, actuele betekenis te geven. Ik nodig u uit om met me mee te denken.
Chag sameach en sjabbat sjalom!