In de parasja van deze week, Ki Tisa (Sjemot/ Ex. 30:11-34:35), lezen we hoe God aan Mosjé opdraagt om wanneer hij de Israëlieten telt, geen koppen te tellen maar muntstukken. De traditionele uitleg is dat van het tellen van mensen narigheid komt, in de vorm van het boze oog waardoor een pestepidemie uitbreekt. Zoiets. Of we dit nu zo letterlijk moeten nemen, weet ik niet. Er is wetenschappelijk geen bewijs te vinden tussen het tellen van mensen en ziektes of ander onheil dat deze mensen in de toekomst gaat treffen. Anderzijds kan ook de moderne mens hiervan wel iets leren.
Wanneer we koppen tellen – generaliseren – en in groepen denken, kan dat inderdaad iets zeggen over het mensbeeld en het bijbehorende maatschappijbeeld dat we – mogelijk onbewust – propageren. We vinden bijvoorbeeld misschien dat in essentie iedereen een nummer is, een klein schroefje in een groot apparaat, en inwisselbaar is. Het tellen van muntstukjes, dat iets van de persoonlijke inspanning van de mensen symboliseert, is zo gek nog niet. Bovendien geven we door deze gelijke gave van een halve sjekel aan dat op een basaal niveau iedereen gelijk is, gelijke rechten heeft.
Het ‘meten is weten’ is goed wanneer het om een object gaat, of een bepaald praktisch probleem dat opgelost dient te worden. Om mensen letterlijk en figuurlijk te gaan meten, is vaak niet een parameter van een vrolijke en ethische maatschappij. We gaan mensen opeens afrekenen op allerlei cijfertjes: lichaamslengte, schedelomvang, maar ook IQ, productiviteit of inkomen. We plaatsen dan alles in hokjes en generaliseren, en zien het individu niet meer in zijn eigen, intrinsieke, waarde. Dat speelt ook bij het huidige vluchtelingendebat.
We zijn vergeten waar dat asielrecht ook alweer voor nodig was: voor het beschermen van individuen of groepen tegen moord en vervolging. Daarin hebben de slachtoffers van staatsterreur wat mij betreft de hoogste prioriteit. Maar ook burgers in een conflictregio – een reguliere oorlog of burgeroorlog – vallen daar onder. En zouden wij mensen die op de vlucht zijn voor honger of een natuurramp dan maar de deur moeten wijzen? Dan is er nog de economische vluchteling – een wat misleidend woord. Het is gewoon iemand die zijn lot probeert te verbeteren – dat zou al die neo-liberalen en marktwerkingsgoeroes toch moeten aanspreken? Of al die mensen allemaal voorgoed moeten blijven, is een tweede vraag.
En wat was er verder nog voor nieuws? Allereerst is daar die Frans-Joodse onderwijzer uit Marseille. In november vorig jaar deed hij zijn schokkende relaas over hoe hij aangevallen was door IS-sympathisanten. Het is tekenend voor de schrijnende positie van de Franse Joden, houden diverse media in Israël en buitenland ons voor. In het NIW van vorige week kon u hierover wederom uitgebreid lezen (ja, Dreyfus ongetwijfeld …), evenals op de Forum-pagina. Kortom: de vliegtuigen naar Israël zitten vol met Franse oliem. Nu meldt de Yediot dat de man gearresteerd is omdat hij ervan verdacht wordt alles te hebben verzonnen – de tweede Joodse leraar die, volgens de Israëlische krant, mogelijk een aanval verzon. Tja.
Wat minder bekend is een artikel in de Jerusalem Post van precies een jaar geleden waarin stond dat 40% van de emigranten die uit Europa en de VS naar Israël gingen, overweegt om weer terug te gaan. Taalmoeilijkheden en problemen met het vinden van een baan zijn veelgehoorde klachten. Ook vervelend was het bericht in de Yediot dat een derde van de zelfmoorden in Israël door immigranten uit Rusland en Ethiopië wordt gepleegd …
Enfin, tijd voor een borrel. Sommigen laten echter het Duitse bier maar weer even staan - al dat landbouwgif in dat bier. Hoewel, is het wel echt gevaarlijk? De Telegraaf zegt het zo: Het milieu-instituut in München trof in een van de bieren 30 microgram van het gif per liter aan, 300 keer meer dan is toegestaan in drinkwater. Volgens de Duitse voedselautoriteit is alles okidoki: “Om een mogelijk gevaarlijke hoeveelheid glyfosaat binnen te krijgen, moet een volwassene ongeveer duizend liter bier per dag drinken.” En dan is er ook nog het Reinheitsgebot uit 1516 dat stelt dat Duits bier maar drie ingrediënten mag bevatten: water, hop en gemout graan. Kortom “onverenigbaar met het imago van 'zuiverheid en natuurlijkheid' dat Duitse brouwerijen hebben,” aldus biologe Sophia Guttenberger van Umweltinstitut München.
Sjabbat sjalom!