Wanneer u deze column leest is het alweer 2010. Het jaar is omgevlogen. In mijn gevoel begon het jaar pas een maand of drie geleden ☺ Gek hè? Vroeger vond ik Oud-en-Nieuw fantastisch, ja leuker nog dan Simchat Tora en Poeriem! Onze niet-Joodse buurvrouw bakte special voor ons ‘kosjere’ oliebollen en appelflappen. Dat wil zeggen dat ze kosjere ingrediënten gebruikte en alles in de zonnebloemolie bakte. Heerlijk. Wanneer Oud-en-Nieuw op Sjabbes viel was dat een tegenvaller, maar ja volgend jaar beter. Als puber vond ik al dat geknal zonde van het geld eigenlijk, terwijl ze in Afrika niet te eten hadden. Maar ja, die kanonslagen en strijkers waren natuurlijk wel erg spannend. Zo ongeveer het spannendst dat een Joodse jongen die niet in dienst zou gaan zou meemaken ... Vooral die strijkers: volgens sommigen waren die illegaal of inferieur – ik weet het niet meer. In ieder geval, boze tongen beweerden dat 1 op de zoveel strijkers in je handen kon ontploffen. Reden te meer om ze aan te schaffen natuurlijk. Ja, in die goede oude tijd werden zwart/grijsrijden in het OV, voortijdig afsteken van vuurwerk en spijbelen nog niet als halsmisdrijven aangemerkt die een groot ambtenaren-apparaat rechtvaardigen, om overtreders op te sporen en te straffen. Wel verboden natuurlijk, maar laten we het niet overdrijven. Hoe 30 jaar kabinetten van immer klagende conservatieven en nep-christenen (er is geen geld meer, bezuinigingen, overheidsschuld, fatsoen & moraal geblabla, etc) een land kunnen veranderen ...
Na mijn schooltijd vertrok in naar Israël, en in de jesjiva vierden ze natuurlijk geen Oud-en-Nieuw. Eigenlijk vierden Israeli’s bijna nooit Oud-en-Nieuw, behalve in een enkele pub in Tel-Aviv en wat toeristenhotels. Tot mijn milde verbazing gingen veel Nederlandse immigranten in Israël door met het vieren van Oud-en-Nieuw. Ik heb dan ook meerdere malen deelgenomen aan zo’n viering met kosjere champagne en upgraded soefganijot. Na een paar jaar had ik er wel genoeg van.
Bij mijn terugkomst naar Nederland, midden jaren ’90, had ik nog geen beleid inzake Oud-en-Nieuw vastgesteld. Mijn echtgenote kende dit Nederlandse gebruik als Jemenitische Israëlische vrouw natuurlijk nog niet. Omdat we de eerste jaren werden uitgenodigd bij anderen, vierden we natuurlijk gewoon mee – we zijn goed ingeburgerd en geïntegreerd (voor je het weet stuurt Verdonk mijn vrouw naar Jemen terug ...). Tot mijn verbazing vierden zelfs orthodoxe Joden (Cheider-kringen!) Oud-en-Nieuw mee. Compleet met kosjere champagne, de conference en een glatt-kosjer vuurwerkpakket.
De laatste jaren heb ik het echter weer helemaal gehad. Het staat me opeens tegen, niet eens uit religieuze overtuiging. Misschien te burgerlijk? Ik weet het niet precies. Al vanaf Soekot krijg ik langzaam minder energie. Sint Maarten, Sinterklaas en Kerst hakken er bij mij dan ook in. Volgens sommigen het gevolg van een (milde?) winterdepressie door te weinig zonlicht, wie zal het zeggen. Wanneer ik de laatste weken van december, schuifelend door een halfverduisterde school (voor de sfeer!), op de tast mijn kinderen naar het juiste lokaal probeer te brengen – onderweg struikelend over een gloeiend klein plastic kerstboompje met nep-kadootjes eronder – weet ik dat het tijd wordt om een reis richting Israël te boeken. En zo de laatste week van december en het begin van het nieuwe jaar aan mij voorbij te laten gaan.
Hier in Israël ben ik veilig zo aan het eind van het jaar, dacht ik. Maar dat valt de laatste jaren nog wel mee. Een paar jaar geleden verschenen er opeens op 31 december ’s avonds vrienden van mijn ouders uit Nederland, die gezellig langskwamen om Oud-en-Nieuw te vieren, tot in de kleine uurtjes van de nacht. Deze (orthodoxe!) vrienden hadden om de feestvreugde te verhogen uit Nederland kosjere appelflappen en oliebollen van wijlen bakkerij Theeboom meegenomen. Leuk toch?! Het jaar daarna was het weer raak. Dit keer kwam een oom van me langs met vrouw en hondje en 20 meter familiefilms uit de oude doos. Films van vakanties van de familie, beginnend ergens in de jaren ’50 van de vorige eeuw en eindigend zo’n 35 jaar later. Kortom een filmarchief waar je trots op kan zijn. De eerste filmpjes waren wel aardig, in bibberige zwart-wit beelden. Maar zo’n drie uur later haakte ik gapend af. Dit jaar ben ik ook door het oog van de naald gekropen. Mijn ouders zijn uitgenodigd bij familie buiten de stad om daar Oud-en-Nieuw te vieren. Maar deze jongen blijft lekker thuis, wat TV kijken en gewoon naar bed om een uur of 12 ’s avonds. Niks geen kosjere champagne, gerookte zalm, oliebollen van eigen kweek, of Franse kazen.
Overigens zag ik vandaag terwijl ik hier in Rechovot wat rondliep, een winkel met ... kerstartikelen! Kijk, is dat blauwe kerstboompje geen beauty?
Verder was er nog een hoop ander lekkers te vinden: kerstverlichting, kerstslingers, serpentines, poppetjes, kerstkaarsjes, kerstballen (luxe ballen voor 23 sjekel!) en rode kerstmutsjes en zelfs een kerstmanjasje! Dat had ik nog niet eerder gezien. “Russen, dat komt allemaal door die Russen”, mompelde iemand. En inderdaad zijn de opschriften van de winkel in het Russisch geschreven.
Overigens vond ik op een kleine afstand van deze winkel nog drie andere winkeltjes en kraampjes met kerstspullen. “Heh”, zei mijn vrouw, “is Kerst niet allang afgelopen”. Ze begrijpt er natuurlijk niets van. Die boom en die sfeer, dat gaat natuurlijk naar heidens gebruik door tot het begin van het jaar. Want met Christendom hebben Kerstmis en Oud-en-Nieuw natuurlijk weinig te maken, maar alles met heidendom. Die boom is natuurlijk gewoon een symbool van vruchtbaarheid (zie ook ‘Hengstenbal’ [Koot & Bie] – “een boom opzetten”). En die lichtjes hebben natuurlijk met de zonnewende te maken eind december. De Rabbijnen kenden deze toen heidense feestdagen maar al te goed van hun (Grieks-)Romeinse, heidense buren. In de Misjna lezen we dan ook:
Dit zijn de feestdagen van de heiden: Kalenda, Saturnalia, Kratesis ... etc.
Kalenda (denk aan ons woord kalender) werd door de Romeinen aan het einde van het jaar gevierd. Zoals Rabbi Hanan bar Raba uitlegt: Kalenda wordt gevierd op de acht dagen na de [winter] equinox, de zonnewende, en Saturnalia op de acht dagen voor de zonnewende. De zonnewende valt meestal rond 21-23 december, dus het was meestal feest vanaf ca. 13 december tot 1 januari. Ruwweg de periode vanaf Sinterklaas tot Oud-en-Nieuw (Awodah Zarah 8a).
Voor de gelovige monotheïstische Joden zo’n 2000 jaar geleden betekende dit dat men drie dagen voor het begin van die heidense feestdagen – en op de feestdagen zelf – geen handel dreef met de heidenen of geld aan hen uitleende. De reden hiervoor was dat men dat geld van de transacties of de geleverde producten ging gebruiken voor de rituelen op die heidense feestdagen: kaarsjes om aan te steken, wierook om te branden, dure stoffen om de beelden mee aan te kleden of om mooie kleding van te maken, etenswaren om lekker op te eten ter ere van Jupiter, Zeus of anderen. Grappig in dit verband is dat er ook al gesproken wordt over het hout van dennenbomen of ceders, en volgens anderen dennenappels, als verboden waren. Volgens de Soncino-uitgave van de Talmoed werden de dennenappels en ‘ceder’-appels in de Oudheid verbrand als offer voor afgoden vanwege de lekkere geur.
Enfin, ik zit lekker in de zon.
Gut Sjabbes! ☺