Hoewel ik me had voorgenomen niet verder meer in te gaan op de schuldbelijdenis van de PKN, lukt dat toch niet helemaal. Allereerst wil ik nogmaals benadrukken dat ik de PKN-verklaring positief vindt, alleen het gekozen woord 'schuld' minder. Wat me wel opviel, was dat er in verschillende gremia over werd gesproken dat over de verklaring is gesproken met de Joodse gemeenschap. Ook in dit geval betekent dit dat men met een kleine groep personen – doorgaans bestuurders en rabbijnen – uit beide kerkgenootschappen een gesprek is aangegaan.
Dat is iets anders dan met de Joodse gemeenschap spreken. Al was het maar omdat ruim zeventig procent van de Joodse gemeenschap helemaal niet is aangesloten bij de kerkgenootschappen. Dit lijkt nog een beetje op de praktijk uit de verzuiling, waarbij men met enkele vertegenwoordigers spreekt en de idee heeft met de gemeenschap te hebben gesproken. Anno 5781 / 2020 moet en kan dat anders. Bovendien mist men de belangrijkste groep: de jongeren. Wil men een nieuw en positiever begin maken dan zullen vooral jongeren aan christelijke en Joodse zijde het gesprek met elkaar aan moeten gaan.
Wat me ook weer brengt bij de beschamende toeslagenaffaire. Het hele verhaal zal bij Joden een aha-gevoel oproepen. In de eerder uitgesproken excuses namens de overheid ging het over de hardvochtige houding van de Nederlandse overheid tegenover Joden ná de Tweede Wereldoorlog. De verhalen waren aan Joodse kant al lang bekend en daarbuiten óók, mits men had geluisterd. Zie ook het C&A-verhaal, dat in Joodse kring al lang bekend was – daar was nauwelijks verder historisch onderzoek voor nodig. Het patroon dat zeventig jaar later zichtbaar wordt, lijkt nauwelijks anders. Een groep van 10.000 Nederlanders wordt onterecht weggezet als fraudeurs, keihard aangepakt en hun leven verandert ingrijpend, in negatieve zin. Wet is altijd wet en regels zijn altijd regels en maatmerk blijkt niet mogelijk (hoewel je er wel buikpijn van krijgt – treffend verbeeld in de spotprent van Tom Janssen van 19 november in Trouw)? Is het raar dat burgers de overheid met wantrouwen bekijken en de kloof tussen burger en overheid als men niet uitkijkt een diep ravijn aan het worden is? En waar is de eigen ethisch-morele reflectie – zouden enkele cursussen ethiek geen verplichting moeten zijn voor ambtenaren? Laten we ook niet vergeten dat het bureaucratische systeem van de ambtenarij en staatbestuur afkomstig is uit het negentiende-eeuwse Pruisen en toch wat minder democratisch was dan zou moeten. Laten we nu eens echt van de gebeurtenissen leren en ander gedrag vertonen. Anders blijven we maar zitten in eindeloze cycli van excuses, schuldbelijdenissen, spijtverklaringen en herstelbetalingen …
Op naar positiever nieuws. Ondanks de coronacrisis werd er afgelopen weekend, 21-23 november, een Europese conferentie georganiseerd door de European Council of Jewish Communities (ECJC). Zo’n 300 mensen, voornamelijk uit Europa maar ook uit Israël en de VS, kwamen bij elkaar om te praten over wat er gebeurt in de verschillende Joodse 'communities' in Europa. Nu is zo’n bijeenkomst virtueel toch heel anders dan in real life. Het is toch iets moeilijker om persoonlijk contact te maken en de informatie tot je te nemen. Hoewel het digitale platform prima in elkaar stak, haperden beeld en geluid toch af en toe. Maar het is goed dat de conferentie toch werd gehouden. Ik heb een aantal interessante sessies bijgewoond. In één daarvan vertelde een dame uit Londen, Leonie Lewis, hoe zij zich samen met andere gelovigen inzet voor interreligieuze acties in tijden van calamiteit en crisis – van voedselbanken tot inzamelen van kleren, et cetera. Maar ook over hoe religieuze gemeenschappen een grote rol in de samenleving spelen, ook juist in de coronatijd.
Dit leidde bij mij wel tot de vraag of je wel zo blij moet zijn met een grote rol voor religieuze organisaties in sociale problematiek. Loop je zo niet het gevaar dat je als religieuze organisatie eigenlijk dingen doet die de staat of de gemeente zou moeten doen? En leidt dit niet tot een herzuiling van de samenleving vergelijkbaar met de negentiende eeuw, waarbij je mensen weer in hun zuil plaatst? Maar ze vertelde ook over de impact van de coronacrisis op de samenleving en de religieuze gemeenschappen. Enkele observaties van haar waren dat religieuze gemeenschappen kunnen bijdragen aan sociale cohesie in crisistijd, fundraisen voor religieuze doelen wel eens moeilijker kan worden, digitale online ontmoetingen niet zullen verdwijnen, maar aanwezig blijven en dat jongeren mogelijk actiever zullen worden omdat oudere generaties meer door corona worden getroffen. Enfin, ze zijn daar in het Verenigd Koninkrijk zo te horen een stuk verder dan bij ons in Nederland …
Tot slot, wie had kunnen denken dat er in Litouwen een herdenkingsmunt zou worden uitgegeven voor de driehonderdste verjaardag van de Gaon van Wilna (Vilnius)?
En geniet van de mooie herfsttaferelen.
Sjabbat sjalom!