Op het aanrecht staat nog een kilopak matzes – één van de souvenirs van afgelopen Pesach. Het tweede souvenir bestaat uit een aantal foute messen, vorken en bekers in de kast, waarvan mijn vrouw op Pesach opeens besloot dat ze niet meer mee doen volgend jaar Pesach. Waarom? Geen flauw idee, maar ze worden nu dan maar door het jaar gebruikt. Ach, en met die matzes – dat gaat elk jaar zo. Op de tussendagen van Pesach moet de moeilijke beslissing altijd weer genomen worden: kopen we bij of niet? Een beetje net zo als met aandelen die niet lekker gaan – koop je juist bij of stoot je ze af? En elk jaar verwacht mijn vrouw opeens nog drommen denkbeeldige gasten voor de laatste dagen Pesach, dus daar heb je natuurlijk extra matzes voor nodig. Alsof iemand de laatste dagen die matzes überhaupt nog kan zien ... Discussiëren met mijn vrouw is in deze zinloos, dat heb ik ondertussen wel geleerd.
Enfin, we hebben nog enkele weken tot Sjawoe’ot en dan moeten de matzes op zijn. In Tempelse tijden moest namelijk op Sjawoe’ot altijd een speciaal offer worden gebracht van twee broden. Lees maar: ‘Tot de dag na de zevende sjabbat (= week) moet u vijftig dagen tellen. Dan moet u de Eeuwige een nieuw (graan)offer aanbieden. Uit uw woongebieden moet u twee broden brengen, bestemd voor een beweegoffer. Ze moeten van twee tiende efa meelbloem zijn, met zuurdeeg gebakken; het zijn eerstelingen (Hebreeuws: bikoeriem) voor de Eeuwige.’ (Wajikra 23:16-17). Uitzonderlijk, omdat het het enige offer in de Tempel was dat chameets mocht zijn – alle andere broden en koeken die in de Tora worden genoemd, moesten altijd matsa (ongezuurd, ongerezen) zijn – het hele jaar door dus (arme priesters ...). Want men mocht geen meelwaren die chameets zijn, of met honing gezoet, op het altaar in de Tempel offeren (zie Wajikra 2:11). Volgens mij is dat speciale offer van de twee broden op Sjawoe’ot een teken dat je nu echt moet ophouden met het eten van matzes. Al die teveel gekochte / gemaakte matzes van Pesach moeten nu – circa 7 weken later – echt op zijn ...
Op verschillende internetsites is het soms nog een beetje Pesach. Hier-en-daar zijn immers nog vragen te vinden hoe het zit met chameets ná Pesach. Hè, zult u denken, na Pesach is er toch niets aan de hand met chameets? Toch wel, want er bestaat een regel over chameets dat op Pesach niet verkocht is of weggeruimd is uit het huis, vernietigd is of eigenaarloos is verklaard, dat dat chameets na Pesach niet genuttigd mag worden. Als straf voor de persoon in kwestie die zich niet aan de Pesach-voorschriften heeft gehouden. Dit heet chameets-sje’awar alav haPesach: chameets waar de Pesach overheen is geweest. In Israël leidt dat weer elk jaar tot problemen: hoe zit het met eigenaren van winkels waarvan je twijfels hebt of ze het chameets wel verkocht hebben? Mag je daar als orthodoxe Jood wel meelproducten kopen meteen na Pesach, of is dat verboden? Of hoe zit het eigenlijk, vraagt een verontruste Asjkenazi, met de verrijkte matzekoekjes die de familie kreeg van iemand anders op de Sjabbat ná Pesach, in Israël afgelopen zaterdag (blijkbaar ook te veel ingekocht ...).
‘Verrijkte matzekoekjes’ (matsa asjiera), is een product gemaakt van meel, vermengd met wijn (of druivensap) en eieren. Zonder water dus. De vraag is of dit op Pesach gegeten mag worden. Volgens Asjkenaziem in principe niet – vruchtensappen e.d. maken het deeg misschien nog wel sneller chameets dan water – en volgens (sommige) Sefardiem wel. Deze persoon dumpt dus zijn koekjes bij de Asjkenazi, die ze echter op Pesach als chameets beschouwde. Nu, op de dag na Pesach (bij ons 8e dag Pesach), zijn ze weliswaar toegestaan, maar hadden die dingen eigenlijk niet verkocht moeten worden, is het geen chameets misschien? Mogen ze nu na Pesach dus wel gegeten worden? De rabbijn stelt de man gerust: omdat er een meningsverschil is of deze koekjes mogen op Pesach, geldt de strafmaatregel niet. Die is alleen voor écht chameets. Tja, en dan de persoon die vergat om zijn/haar probiotica te verkopen op Pesach, en deze zelfs gewoon meenam naar haar hotel op Pesach (mijn gevoel zegt dat het een vrouw is ...). Mogen die nu nog gebruikt worden na Pesach? Geen probleem, zegt de rabbijn weer, en legt niet eens uit waarom (zit er eigenlijk chameets in die probiotica?!).
We gaan overigens erg lekker met ons winkeltje. Ik verwacht dat we – in het tempo van onze boodschappen nu – binnen enkele weken alle producten compleet hebben. Gisteren was een mindere dag omdat we de gloeilamp en de chocoladereep dubbel kregen. Maar dat zijn dan ook de enige doublures die we hebben. Soms gaan we wel drie keer per dag boodschappen doen, alleen maar om die felbegeerde mini’s te krijgen. Onze goede contacten met de mensen achter de kassa werpen nu hun vruchten af. Wij wensen hún nu ‘een fijne dag verder’, ‘een prettige avond nog’, ‘een fijn weekend’, in plaats van andersom. Eergisteren kreeg ik – terwijl ik maar iets gekocht had van nog geen 10 euro – tóch een mini. Terwijl ik eigenlijk 15 euro had moeten uitgeven voordat ik me de trotste eigenaar had kunnen noemen van de mini-ketchupfles, het minuscule blikje frisdrank, de plastic broccoli, of het minuscule kaasje.
Elke keer weer scheuren we vol spanning de blauwe plastic verpakking eraf: hebben we hem al of niet? Vrienden van ons zijn al een stuk verder – die hadden al de plastic (plof)kip, het nepgeld en de mini-kortingskaart, zag ik snel. Tijdens ons bezoek aan hun kon ik mijn ogen maar met moeite van deze trofeeën afhouden. ‘Luister je wel’, vroeg de gastvrouw dan ook op een gegeven ogenblik, toen mijn blik weer eens afdwaalde naar de piepkleine plasticboterham die zij – verdorie – óók al hadden. Eén van onze dochters vertelde overigens dat ze werd aangesproken door een buurvrouw hier in de straat met de vraag of ze dubbele heeft, want die zou ze graag willen hebben! Verbroedering ten top, en dat allemaal door die briljante actie van die bekende supermarkt! Stelt u zich eens voor, al die probleemwijken waar de jeugd nu in plaats van criminaliteit te bedrijven, winkeltje gaat spelen (het winkeltje kost maar € 12.50 ... met een paar gestolen mobieltjes heb je dat toch zo bij elkaar).
Vooruit, nog één Pesachwitz die u misschien al kent. Een Joods gezin besluit na veel beraadslagen, om over te gaan tot het christendom. De rituelen worden uitgevoerd en ze zijn vanaf nu Christenen. Na enkele maanden komt de man thuis en klaagt dat hij eigenlijk toch weer Joods wil worden. Laten we allemaal maar weer terugkeren naar het jodendom, zegt hij tegen zijn vrouw. Sufferd, zegt deze, kon je niet wachten tot ná Pesach?!
Sjabbat sjalom.